34 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2016

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID DIK-FABER

Ontvangen 28 oktober 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 12 Hoofdwegennet worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 100.000 (x € 1.000).

II

In artikel 13 Spoorwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 100.000 (x € 1.000).

Toelichting

Met dit amendement komt in 2016 € 100 miljoen extra beschikbaar voor het spoor. Hiermee kan in 2016 een eerste stap no-regret maatregelen worden genomen (aanpassen van de liften, trappen en roltrappen) om het acute knelpunt met de transfercapaciteit op station Schiphol op te lossen (€ 15 miljoen) en kan het tekort op het project Randstadspoor Utrecht–Harderwijk (€ 25 miljoen) worden opgelost. Indien deze knelpunten niet worden opgelost kunnen de beoogde extra treinen op deze trajecten niet gaan rijden. De overige € 60 miljoen kan worden ingezet voor de meest acute knelpunten die zijn ingediend door NS, ministerie en regio’s in het kader van de herijking spoor.

Op het spoorbudget zit een aanzienlijke budgetspanning tot 2028. Bovendien dalen de spoorbudgetten de komende jaren van circa € 2,4 miljard naar circa € 1,8 miljard per jaar. Uit de ingediende voorstellen voor de herijking spoor blijkt echter dat er zowel voor het hoofdrailnet als voor de regionale spoorlijnen nog een lange lijst knelpunten is die voor 2028 moeten worden opgelost. Het gaat hier om infrastructurele knelpunten op trajecten waar nu al vaak sprake is van overvolle treinen en om plaatsen waar al jarenlang behoefte is aan de realisatie van een station. De projecten die in het kader van de herijking spoor door de indieners zijn aangemerkt als prioritair voor de korte en middellange termijn (tot 2028) hebben een gezamenlijke waarde van ten minste € 1,6 miljard tot € 2,4 miljard.

Indiener beoogt oplossing van deze knelpunten mogelijk te maken. Dekking hiervoor wordt gevonden door een kleine verschuiving van het wegenbudget naar het spoorbudget. Indien de verschuiving ook in latere jaren wordt doorgevoerd komt er zo tot en met 2028 € 1,3 miljard extra beschikbaar voor het spoor waarmee een groot deel van de projecten uit de herijking spoor kan worden gerealiseerd.

Per saldo gaat de voorgestelde verschuiving in 2016 om nog geen 5% van het wegenbudget. Omdat het wegenbudget de komende jaren fors groeit gaat het om circa 3% van het wegenbudget indien deze verschuiving ook in latere jaren wordt doorgevoerd. Dekking wordt in 2016 gevonden in de vrije ruimte op artikel 12 Hoofdwegennet. Voor de latere jaren kan dit budget worden gevonden door heroverweging, versobering of uitstel van wegenprojecten. Omdat de verschuiving beperkt is kunnen per saldo de meeste wegenprojecten gewoon doorgaan.

Dik-Faber

Naar boven