34 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2016

Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2016

Tijdens het AO Spitsmijden op 14 juni jl. heeft u mij vragen gesteld over de fraudegevoeligheid van de projecten binnen het programma Beter Benutten waarbij korting is gegeven op de aanschaf van een fiets.

Naar aanleiding hiervan heb ik bij de Beter Benutten regio’s een uitvraag gedaan naar de ingezette kortingsacties en hoe hierbij omgegaan is met de controle van het gebruik. Met deze brief informeer ik u over de bevindingen en de lijn die ik op dit moment hanteer voor de inzet van kortingsacties.

In het programma Beter Benutten wordt door alle regio’s stevig ingezet op het stimuleren van het fietsgebruik in het woon-werkverkeer. Dit gebeurt ondermeer door het verbeteren van de infrastructuur, het inzetten van belonings- en stimuleringsacties met behulp van smartphone-apps en met name in het eerste programma Beter Benutten ook door de inzet van kortingsacties voor de aanschaf van een (elektrische) fiets.

Kortingsprojecten in het eerste Beter Benutten programma

Tijdens het eerste programma Beter Benutten hebben 5 van de 12 regio’s een impuls gegeven aan het fietsgebruik in het woon-werkverkeer door het geven van korting op de aanschaf van een (elektrische) fiets. Dit betreft de regio’s Groningen-Assen, Stedendriehoek, Amsterdam, Rotterdam en Twente.

Het bedrag dat mensen bij de verschillende acties konden ontvangen voor de aanschaf varieert tussen de € 100 en € 400.

In totaal hebben circa 4.200 mensen gebruik gemaakt van de verschillende kortingsregelingen.

De voorwaarden waaronder werknemers aanspraak konden maken op een bijdrage in de aanschaf van een (elektrische) fiets, verschillen per regio en per actie. In een aantal gevallen was de actie specifiek gericht op die werknemers die met de auto naar het werk kwamen. In de kortingsactie van Rotterdam werd specifiek gekeken naar automobilisten die gebruik maakten van knelpunt-trajecten en een reisafstand van ten minste 10 kilometer.

In andere gevallen is de actie opengesteld voor alle werknemers omdat werkgevers geen onderscheid wilden maken tussen hun werknemers. In Twente en Stedendriehoek was de mogelijke bijdrage ook afhankelijk van de woon-werkafstand van de medewerker.

Aan de acties waren voorwaarden gekoppeld voor het gebruik van de fiets. De fiets moest bijvoorbeeld gedurende een bepaalde periode gemiddeld 2 dagen per week gebruikt worden voor het woon-werkverkeer.

In alle regio’s werden aanmeldingen voor de acties vooraf gecontroleerd op de voorwaarden.

In de regio’s Twente en Rotterdam heeft naast een controle vooraf ook een actieve controle op het daadwerkelijke gebruik plaatsgevonden. De Twentse fietsactie was een combinatie tussen een vergoeding voor gebruik en een aanschafsubsidie van € 100. Fietser en fiets kregen een uniek kenmerk. Deelnemers hielden tijdens de actieperiode van 2 maanden zelf via de website van de actie hun fietsritten bij. De regio controleerde steekproefsgewijs de bij bedrijven aanwezige fietsen. Bij opzettelijke foutieve opgave door de deelnemer of onvoldoende fietsgebruik werd het reeds verkregen bedrag, inclusief de aanschafpremie, teruggevorderd. Van de 495 deelnemers is bij 34 deelnemers geld teruggevorderd.

Bij de Rotterdamse kortingsactie is men in 2013 begonnen met een door de werknemer zelf ingevulde ritregistratie. Vanaf 2014 is men ook het daadwerkelijke gebruik gaan registreren door middel van een app. Wel was er nog de mogelijkheid van zelfregistratie voor de mensen die nog niet beschikten over een smartphone. Voor 20 van de 1097 deelnemers is een terugvorderingsprocedure gestart vanwege onvoldoende fietsgebruik.

In de regio’s Groningen-Assen en Stedendriehoek is wel vooraf gecontroleerd op de voorwaarden maar is na toekenning van de korting niet meer gecontroleerd of de fiets daadwerkelijk gebruikt is. Wel heeft de werknemer bij aanmelding een verklaring moeten afleggen over het beoogde gebruik, mede ondertekend door de werkgever.

De kortingsactie in de regio Amsterdam betrof een kleinschalige actie op de verbinding Amsterdam-Almere met 34 deelnemers. Hier is alleen vooraf gecontroleerd op de voorwaarden.

Vervolgprogramma Beter Benutten

In het vervolgprogramma Beter Benutten kiezen de meeste regio’s voor stimulering van het gebruik van de fiets in plaats van het geven van korting op de aanschaf van een fiets. Het daadwerkelijke gebruik wordt bijgehouden door middel van een app of gps tracking.

In de regio Rotterdam loopt de eerder genoemde kortingsactie nog. De regio stapt later dit jaar volledig over op monitoring van het gebruik door middel van van een app. In de regio Groningen-Assen loopt de kortingsactie uit het eerste Beter Benutten programma ook nog op beperkte schaal door. Ook daar stapt men over op monitoring door middel van een app. De regio Amsterdam is een nieuwe kortingsactie gestart waarbij het daadwerkelijke fietsgebruik wordt gecontroleerd.

Conclusies

Het stimuleren van fietsgebruik is een belangrijk en effectief middel in de verbetering van de regionale bereikbaarheid. De kortingsacties hebben een bijdrage geleverd aan het bevorderen van het fietsgebruik van forenzen en het betrekken van werkgevers bij het verbeteren van de bereikbaarheid.

De betrokkenheid van werkgevers bij het stimuleren van het fietsgebruik vind ik van groot belang. Voor mij is het een randvoorwaarde dat stimuleringsacties die gericht zijn op werknemers, ondersteund worden door de werkgevers. Mijn eindbeeld is dat, na een periode van actieve stimulering door overheden de werkgevers, veel meer dan nu het geval is, gebruikmaken van hun mogelijkheden om het fietsgebruik te bevorderen. Dit kan door de inzet van de 19 cent belastingvrije kilometervergoeding die zij mogen geven voor het woon-werkverkeer.

Ik zie bij de Beter Benutten projecten een duidelijke leercurve als het gaat om het stimuleren van fietsgebruik. De projecten worden stap voor stap beter. Op dit moment is het stimuleren op basis van daadwerkelijk gemeten fietsgebruik de norm. Mede op basis van de discussie met uw Kamer, is het mijn inzet om binnen het programma Beter Benutten geen geld meer te geven voor fietsen of fietsgebruik zonder dat het daadwerkelijke gebruik gemonitord wordt. Hiervoor zijn tegenwoordig verschillende goede apps beschikbaar. Ook is het bezit van de smartphone inmiddels veel hoger dan aan het begin van het eerste programma Beter Benutten.

Voor nieuwe fietsstimuleringsprojecten zal ik met de regio’s de afspraak maken dat beloning van fietsgebruik of een aanschafsubsidie altijd gekoppeld is aan monitoring van het daadwerkelijke fietsgebruik. Beloning achteraf, op basis van het daadwerkelijke gebruik, heeft hierbij mijn voorkeur. Mochten er zwaarwegende argumenten zijn, bijvoorbeeld contractuele verplichtingen, om een vergoeding vooraf te verstrekken, dan moet dit in ieder geval gecombineerd worden met monitoring van het fietsgebruik en de mogelijkheid tot terugvordering als er niet voldoende wordt gefietst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven