34 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2016

Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2015

Hierbij mijn reactie op de motie van de Kamerleden Van Tongeren (Groenlinks) en Dik-Faber (ChristenUnie)(Kamerstuk 34 300 A, nr. 36), ingebracht tijdens het Nota overleg d.d. 23 november 2015, waarbij is verzocht om de Schinkelbrug en de vluchtstrook te laten verbreden zodat een filevrije busverbinding voor RNET behouden blijft.

Ik ontraad de motie.

In het project Zuidasdok wordt de A10-zuid tussen de knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (ca. 6 km) verbreed om de toename in capaciteit van al het verkeer te kunnen opvangen. In het nieuwe ontwerp van de A10-zuid is het vanwege de beperkte fysieke ruimte niet mogelijk gebleken om langs het gehele traject vluchtstroken (waaronder de locatie Schinkelbrug) te realiseren. Verbreding van de Schinkelbrug is alleen mogelijk door de Schinkelsluis te verplaatsten. Dat is kostbaar en leidt tot vertraging in het project Zuidasdok. Vluchtstroken worden aangelegd om de veiligheid te verbeteren ten tijde van een incident/calamiteit. Daar waar vluchtstroken zijn, ben ik vanuit het oogpunt van veiligheid geen voorstander van meervoudig gebruik van de vluchtstroken.

Op dit moment wordt nog gewerkt aan de probleemanalyse m.b.t. de capaciteitsbenutting bij de A10-zuid. Mogelijkheden en noodzaak tot het realiseren van een vrij liggende busbaan voor RNET aan de zuidzijde van de A10-zuid zijn daarbij in onderzoek. Op de resultaten kan ik momenteel niet vooruitlopen. Ik zal u voorafgaand aan het AO MIRT voorjaar 2016 hierover informeren.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven