34 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2016

Nr. 35 MOTIE VAN DE LEDEN HACHCHI EN VAN VELDHOVEN

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 23 november 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het MIRT tot 2028 vrijwel geen enkele ruimte meer biedt voor nieuwe projecten of tegenvallers op het spoor;

constaterende dat er in de Lange Termijn Spooragenda (LTSa), het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) en bij ERTMS forse ambities zijn neergelegd, dat er nog een budgetspanning is van 475 miljoen euro op spooronderhoud en dat er onvoldoende middelen zijn om regionale ambities op het spoor tot 2028 uit te voeren;

spreekt uit meer helderheid te willen in de verhouding tussen deze ambities en beschikbare middelen;

verzoekt de regering om, een gedetailleerd inzicht te bieden in alle ambities uit de Lange Termijn Spooragenda en de bijbehorende dekking, en daarin ook de maatregelen mee te nemen die worden genomen om de 475 miljoen euro budgetspanning in te vullen;

verzoekt de regering voorts een overzicht te geven van de ingediende voorstellen door de regio's en per ambitie aan te geven in hoeverre deze gedekt zijn, en een overzicht te geven van de bezuinigingen op spoorbudgetten sinds 2005 en daarbij onderscheid te maken tussen MIRT-gelden en subsidie aan ProRail,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hachchi

Van Veldhoven

Naar boven