34 293 Renovatie Binnenhof

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 15 september 2016

Ten vervolge op de brief van de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer van 12 juli 2016 is op 6 september 2016 het politiek overleg met de Minister voor Wonen en Rijksdienst voortgezet over de renovatie van het Binnenhof. De Eerste Kamer onderschrijft het belang en noodzaak van de renovatie en sluit zich aan bij de door de Minister geformuleerde reikwijdte, die in programma’s van eisen zal worden uitgewerkt. De Huishoudelijke Commissie heeft omtrent de uitkomsten daarvan verslag gedaan aan het College van Senioren van de Eerste Kamer.

In aansluiting daarop heeft zij de Minister op 13 september 2016 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 14 september 2016 gereageerd.

De Huishoudelijke Commissie1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Hamilton

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst

Den Haag, 13 september 2016

Ten vervolge op de brief van de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer van 12 juli 2016 hebben wij op 6 september 2016 het politiek overleg met u voortgezet over de renovatie van het Binnenhof. Eerder hebben wij u te kennen gegeven dat de Eerste Kamer belang en noodzaak van de renovatie onderschrijft en zich aansluit bij de door u geformuleerde reikwijdte, die in programma’s van eisen zal worden uitgewerkt. Wij hebben omtrent de uitkomsten daarvan verslag gedaan aan het College van Senioren van de Eerste Kamer. In aansluiting daarop bericht ik u het volgende.

Ons uitgangspunt is dat het Binnenhof als centrum van de parlementaire democratie zoveel mogelijk zichtbaar blijft en dat het Binnenhof niet langer verlaten zou moeten zijn dan strikt noodzakelijk is. Dat geldt, wat ons betreft, zowel voor de Tweede Kamer als voor de Eerste Kamer, maar de eerdere zowel bouwtechnische, als financiële studies hebben laten zien dat de renovatie van het gebouw van de Eerste Kamer in kortere tijd te realiseren is dan die van de veel grotere andere onderdelen van het Binnenhofcomplex. Wij kunnen, mede in het licht van de opvattingen van de andere gebruikers van het Binnenhof, in het bijzonder de Tweede Kamer, instemmen met de door het kabinet voorgestelde variant van gezamenlijke uithuizing bij aanvang van de renovatie (projectduur 5,5 jaar, budgetplafond 475 miljoen euro), onder voorwaarde dat mogelijkheden daarbinnen voor een eerdere terugkeer van de Eerste Kamer ten volle worden benut. Uw voornemen om zich daarvoor maximaal in te spannen en daarmee rekening te houden bij het inrichten van de werkprocessen is voor het College van Senioren van de Eerste Kamer, daarover door de Huishoudelijke Commissie geïnformeerd, een belangrijke toezegging.

Wij menen dat een geslaagde renovatie gebaat is bij afronding van deze fase van de besluitvorming, met een breed politiek draagvlak. Graag verzoeken wij u uw voornemen schriftelijk te bevestigen en ons te informeren hoe u zich voorstelt uw inspanning gestand te doen.

Wij hechten eraan dat op korte termijn een nieuwe governance structuur voor het project wordt ingericht die een optimale betrokkenheid van de aan het Binnenhof gevestigde instellingen waarborgt en ten volle ruimte biedt aan zeggenschap van de individuele bewoners ten aanzien van de aanpassing en herinrichting van de gebouwen waarvan zij gebruik maken.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2016

In reactie op de brief van de Eerste Kamer van 13 september 2016 bericht ik u als volgt.

Op 6 september 2016 heeft overleg plaats gevonden tussen de huishoudelijke commissie van de Eerste Kamer en ondergetekende. Onderwerp van gesprek was de renovatie van het Binnenhof en het moment waarop het Binnenhof weer kan worden gebruikt voor het landsbestuur.

Centraal stond de vraag hoe, binnen de kaders van het project, te weten een renovatieduur van 5,5 jaar en een totale budgettaire ruimte van € 475 mln. (prijspijl 2015), tegemoet kan worden gekomen aan de Eerste Kamer om eerder terug te keren. Dit tegen de achtergrond van het belang van de renovatie en het uitgangspunt dat de parlementaire democratie zoveel mogelijk zichtbaar is aan het Binnenhof.

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft aangegeven de voorkeur te hebben voor de variant van de verbouwing met een budgettaire ruimte van 475 miljoen en een renovatieduur van 5,5 jaar. Naar aanleiding van het gesprek met de huishoudelijke commissie is het mijn voornemen mij maximaal in te spannen binnen deze randvoorwaarden om de Eerste Kamer eerder terug te laten keren dan pas na 5,5 jaar. Ik maak dit onderdeel van de voorbereiding van het project, door dit op te nemen in het Programma van Eisen (gereed eind 2018), in de planvorming met de uitvoerende partijen en zal het als één van de toetsingscriteria hanteren bij het beoordelen van de voorstellen. Voorts zal ik in samenspraak met uw Kamer en alle andere gebruikers van het Binnenhof een voorstel doen voor de projectbesturing.

Ik zend deze brief in afschrift aan de Raad van State.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Samenstelling: Broekers-Knol (VVD) (voorzitter), Backer (D66), Flierman (CDA).

Naar boven