34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 25 november 2015

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over de brief van 25 september 2015 inzake de Kabinetsreactie renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 24 november 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Geurts

De griffier van de commissie, Van der Leeden

1

Neemt u in overweging dat er tijdens de verbouwing ook gezocht kan worden naar het graf van Johan van Oldenbarnevelt?

Het voornemen is niet actief te zoeken. Daar waar ingrepen in de bodem in het zoekgebied nodig zijn, wordt voorafgaand archeologisch onderzoek uitgevoerd en rekening gehouden met de mogelijkheid dat het graf wordt aangetroffen.

2

Is het technisch mogelijk tijdens deze verbouwing te zoeken naar het graf van Johan van Oldenbarnevelt?

Ja, het is technisch mogelijk. Zie verder het antwoord bij vraag 1.

3

Kunt u een schatting geven van de kosten als alleen het hoogst noodzakelijke aangepakt zal worden?

Voor het herstellen van de gebreken en het voldoen aan wet- en regelgeving is 86% van de in mijn brief genoemde kosten voor de renovatie van het Binnenhof nodig.

4

Wat wordt precies bedoeld met een uitvoeringsduur van circa 5,5 jaar? Wat is de maximaal acceptabele uitloop?

De renovatie op het Binnenhof zal naar schatting 5,5 jaar vragen. Dat is de termijn tussen uithuizing en het terug verhuizen van de gebruikers en inclusief een reservering van 8 maanden voor onvoorzien.

5

Op welke wijze gaat u waarborgen dat de renovatie binnen de gestelde termijn en het gestelde budget zal worden uitgevoerd?

Enerzijds wordt de renovatie zeer grondig voorbereid. Daarvoor is de periode tussen nu en geplande start werkzaamheden in 2020 te gebruiken. Daarbij worden ook goede afspraken met de omgeving gemaakt en wordt voorbereidend onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld archeologisch. Daarnaast wordt een goed projectbeheersingsysteem gebruikt, waarbij afwijkingen meteen worden gesignaleerd en vervolgacties zo nodig genomen. Ook is zowel in tijd als budget een post onvoorzien opgenomen die hoort bij deze fase van het project.

6

Kunt u een overzicht geven welke onderdelen momenteel wel en welke niet deel uitmaken van de scope van het project gelet op de opmerkingen over de scope- matrix in het validatiedocument?

De renovatie richt zich op noodzakelijke ingrepen conform wet- en regelgeving, ingrepen die nodig zijn voor het herstel van de geconstateerde gebreken en functionele verbeteringen voor zover deze verbeteringen sober en doelmatig zijn.

Het voldoen aan wet- en regelgeving en het herstellen van gebreken betreft alle ingrepen die nodig zijn om het Binnenhof te laten voldoen aan wet- en regelgeving en om geconstateerde gebreken te herstellen, zodanig dat het Binnenhof 24 uur per dag 7 dagen in de week gebruikt kan worden. Het gaat daarbij om onder meer gebreken op het gebied van gezondheid en veiligheid (o.a. milieueisen, ARBO-eisen, asbest, veilige bereikbaarheid van daken), bouwkundige gebreken (o.a. houtrot in goten en kapconstructie, lekkende daken), technische gebreken (o.a. liften, brandveiligheidinstallaties, einde levensduur klimaatinstallaties, vervangen van leidingen voor gas, water en elektra, deels vervangen luchtkanalen), ICT-gebreken (o.a. bekabeling) en beveiligingsgebreken.

Daarnaast richt de renovatie zich op enkele specifieke ingrepen die gericht zijn op functionele verbeteringen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het aanpassen van de verschillende entrees voor de sterk gegroeide aantallen bezoekers en medewerkers. Hiermee worden logistieke stromen beter georganiseerd en beveiligingseisen zoals scanstraten, beveiligingsbalies en toegangspoorten beter ingepast. Ook op het facilitaire vlak zijn logistieke verbeteringen door te voeren. Door bijvoorbeeld het centraliseren van keuken- en restaurantvoorzieningen zullen transport- en looplijnen korter worden en kan een verbeterslag in de bedrijfsvoering worden gerealiseerd. Daarbij kan dan worden voldaan aan regelgeving zoals het scheiden van vuile en schone stromen.

In de volgende fase van het project zullen deze functionele verbeteringen getoetst worden op soberheid en doelmatigheid alvorens ze definitief meegenomen worden in de renovatie. De functionele verbeteringen maken integraal deel uit van de renovatie. Het uitvoeren van deze functionele verbeteringen in een later stadium, na de renovatie, is niet kosteneffectief en leidt tot verstoringen in de bedrijfsvoering na terugkeer van de gebruikers in het complex.

Factsheet 3 «Reikwijdte renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 bijgevoegd is (Kamerstuk 34 293, nr. 3), geeft een overzicht van de scope van het project.

7

Bent u bekend met de plannen van de gemeente Den Haag om de aantrekkingskracht van het gebied rond het Binnenhof substantieel te vergroten, ook tijdens de bouw? Bent u bereid hierover in overleg te gaan met de gemeente?

De plannen van de gemeente zijn mij bekend. Met de gemeente vindt constructief overleg plaats over de renovatie. De attractieve functie van het Binnenhof en het omliggende gebied voor de inwoners van de stad en (internationale) toeristen is één van de onderwerpen waarover wordt gesproken. Gemeente en Rijk hebben afgesproken om – samen met partijen zoals ProDemos, ondernemersverenigingen in de binnenstad, culturele instellingen, de toeristenbranche en marketingpartijen zoals Den Haag Marketing – een gezamenlijk plan van aanpak te maken. Dit plan is erop gericht om het Binnenhof ook tijdens de renovatie zo veel mogelijk een publiekstrekker te laten blijven en mogelijk zelfs extra bezoekers te trekken.

8

Hoe is het gelet op het feit dat uit de stukken blijkt dat de renovatie van het Binnenhof technisch noodzakelijk is, mogelijk dat bijvoorbeeld een plaat natuursteen bij de balie naar beneden valt? Is in dit geval geen sprake van achterstallig onderhoud?

In het genoemde voorbeeld van de losgekomen plaat natuursteen bleek de ophangconstructie niet meer te functioneren. Ophangconstructies van gevel- en natuursteenplaten gaan gewoonlijk 45 tot 50 jaar mee, zonder specifiek onderhoud nodig te hebben. In dit geval is geen sprake van achterstallig onderhoud.

9

Kan verklaard worden waarom, nadat het gebouwencomplex van de Kamer 25 jaar geleden in gebruik zijn genomen, nu al een ingrijpende renovatie nodig is?

Technische installaties gaan gemiddeld 15 tot 20 jaar mee. Gedurende die periode dient dagelijks onderhoud en ook vervangingsonderhoud plaats te vinden (het vervangen van slijtagegevoelige onderdelen). Na de genoemde periode zijn de installaties aan het einde van de technische levensduur en dienen zij om de bedrijfszekerheid te waarborgen vervangen te worden. Verder neemt de technische beschikbaarheid van onderdelen af. Vervanging is nu aan de orde. Ook voldoen veel installaties niet meer aan de huidige wet- en regelgeving en is vervanging vanuit dat perspectief noodzakelijk. De installaties van de Tweede Kamer zullen op het beoogde tijdstip van de start van de bouw (2020) 28 jaar oud zijn.

10

Zijn er plannen om een duur aardwarmtenet aan te leggen? Kunt u dit bevestigen?

Het complex zal een systeem krijgen dat alle gebouwdelen voorziet van warmte en koude. Het systeem moet gevoed worden en dat kan op veel manieren. Er is een voorstudie gedaan naar toepassing van warmte-koudeopslag (WKO). Dat kan een oplossing of deel daarvan zijn. Het is nog niet besloten welk systeem zal worden toegepast. Dat zal het systeem zijn dat het meest doelmatig is, bedrijfszeker is en voldoet aan wet- en regelgeving en rijksrichtlijnen. Het systeem wordt bovendien zo ingericht dat het te onderhouden is zonder grote hinder voor de bedrijfsvoering, zo veel mogelijk onafhankelijk per gebouw, en zodanig dat een terugval mogelijk is bij uitval. Het niet toepassen van een WKO betekent dat een andere voeding van het energiesysteem nodig is. Dit heeft geen effect op de voorliggende kostenramingen zoals die in deze fase opgesteld zijn.

11

Veel van de voorbeelden welke genoemd zijn in het advies renovatie Binnenhof betreffen achterstallig onderhoud. Waarom is dit achterstallig onderhoud ontstaan? En waarom wordt dit achterstallig onderhoud niet onmiddellijk verholpen?

Uit alle onderzoeken wordt duidelijk dat de gebreken elkaar versterken. Ook het afgelopen jaar hebben zich incidenten voorgedaan die laten zien dat renovatie nodig is. Bijvoorbeeld: storingen en opsluitingen van personen in liften van het gebouwdeel Hotel, het naar beneden vallen van een stuk natuursteen bij de balie van de Tweede Kamer (ingang Plein), het loskomen van de stoelen op de publieke tribune van de Tweede Kamer, een bij inspectie niet functionerend noodstroomaggregaat bij de grafelijke zalen en loslatende tegels en betonrot in de gevel van gebouwdeel Hotel. De voorbeelden betreffen geen achterstallig onderhoud maar vervangingsonderhoud. Ondanks regulier onderhoud treedt veroudering van installatiedelen op. Als meerdere delen van een installatie een kritische grens van levensduur hebben bereikt, dient de gehele installatie vervangen te worden. Zo moeten bijvoorbeeld de meeste liften geheel vervangen worden. Het gaat dan niet alleen om vervanging van de liftkooi, maar ook de versleten techniek erachter in liftschachten en liftmachinekamers. De liftinstallaties zijn dan in hun geheel aan het einde van hun levensduur en dienen geheel vervangen te worden. Per lift is dit een aanzienlijke ingreep.

12

Bent u bereid een scenario voor te leggen waarin alleen (achterstallig en regulier) onderhoud wordt uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?

Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Wel is vervangingsonderhoud noodzakelijk en moet aan wet- en regelgeving worden voldaan. De enige technisch haalbare vorm om dit te doen is renovatie. De delen van de installaties die vervangen moeten worden zijn talrijk, de installaties bedienen meerdere delen van het complex en zijn geheel verweven met de gebouwen. Dit maakt dat voor de vervanging wanden, plafonds en op sommige plekken vloeren opengemaakt moeten worden. Deze ingrepen zijn zo omvangrijk en zo langdurig dat dit niet in het reguliere onderhoud meegenomen kan worden. De asbestsanering die aan de werkzaamheden voorafgaat, maakt de tijdsduur van de werkzaamheden langer.

13

Waarom wordt er in het plan uitgegaan van nieuwe fysieke internetbedrading en niet van draadloze verbindingen of een nieuwe glasvezeltechniek?

In een volgende fase van het project wordt een keuze gemaakt over de aard van het ICT-systeem en de daarbij behorende bekabeling. Genoemde opties zullen daarbij zeker in beeld zijn. De uiteindelijke keuze wordt met de gebruikers bepaald.

14

In hoeverre is het mogelijk om de plenaire zaal zoveel mogelijk in gebruik te laten tijdens de renovatie (bijvoorbeeld door middel van een andere ingang via het Spui) terwijl de rest verbouwd wordt?

Het voortgezet gebruik van de plenaire zalen van Eerste Kamer en Tweede Kamer is technisch niet mogelijk. In beide zalen en in de omgeving van de zalen is omvangrijk werk nodig. De technische installaties van de zalen zijn verweven met de overige gebouwinstallaties. Dat maakt dat het uitvoeren van de werkzaamheden in weekenden of recessen niet haalbaar is. Dit zal het voortgezet gebruik van beide plenaire zalen tijdens deze werkzaamheden onmogelijk maken. De plenaire zaal Tweede Kamer is gesitueerd in gebouwdeel N. Om de plenaire zaal van de Tweede Kamer liggen ruimten zoals de hal en de gangen. Deze ruimten vormen samen met de passage de logistieke «hoofdweg» van de renovatie. Het is onwerkbaar die ruimtes tijdens de renovatie permanent beschikbaar te houden voor het parlementaire proces. In de Eerste Kamer zal de boven de plenaire zaal liggende dakconstructie verbeterd worden, waarvoor een forse ingreep nodig is. Dit zal het gebruik van de plenaire zaal Eerste Kamer tijdens deze werkzaamheden onmogelijk maken.

15

Wat voor onderzoek komt er naar alternatieve energiebronnen op het Binnenhof?

Zie de beantwoording van vraag 10.

16

Wat zijn de kosten van de ingrepen van optie vier (historische, symbolische en monumentale waarden)?

Die kosten zijn zonder veel nader onderzoek niet te ramen. Ook een bandbreedte is hierin niet te geven. Het betreft vele schilderijen, kunstwerken, monumentale plafonds, wanden en wandbekledingen etc. In sommige gevallen is alleen op archiefmateriaal te zien hoe de oorspronkelijke situatie was.

Zaken die niet in de reikwijdte van de renovatie zitten (zoals het oorspronkelijke plafond in het Mary Stuart-kabinet bij de Eerste Kamer terugbrengen, of de renovatie van de handelingenkamer/bibliotheek van de Tweede Kamer) zijn niet verder geraamd en gedetailleerd.

17

Kunt u de grondwaterproblematiek rondom het Binnenhof verder uiteenzetten?

De grondwaterproblematiek is ontstaan in de periode dat in de stad Den Haag verschillende kelders en tunnels (bouw tramtunnel 1998–2004) gebouwd zijn en ook de Hofvijver uitgebaggerd is (1998). Door een hogere grondwaterstand ontstonden in de verschillende kelders vochtproblemen. Niet alleen in de kelders langs de randen van het Binnenhofcomplex doen zich vochtproblemen voor. Ook kelders in bijvoorbeeld de oude delen van het Tweede Kamercomplex die nu geheel inpandig zijn is sprake van vochtproblematiek.

Vocht in constructies kan op lange termijn vermindering van de constructieve draagkracht geven. Dit dient voorkomen te worden.

Nader onderzoek zal duidelijkheid moeten geven over de aanpak om van dit probleem.

18

Kunt u commentaar geven op de aanbeveling in de door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) opgestelde de Objectvisie Binnenhof, dat zoveel mogelijk compartimentsgewijze/bouwdeelgewijze problemen dienen te worden opgelost?

De Objectvisie doet over compartimentering een aantal algemene uitspraken met betrekking tot architectuur, techniek en functionaliteit. Uit oogpunt van techniek zijn de aanbevelingen om waar mogelijk de grenzen van de compartimenten samen te laten vallen met de gebouwgrenzen en om installaties als zelfstandige eenheid vorm te geven. Met als resultaat dat doorvoeren van installatieleidingen door brandwerende scheidingen en consequenties van eventuele storingen of uitval beperkt kunnen blijven tot het desbetreffende compartiment. Compartimentering is een van de manieren waarop de genoemde beperkingen bereikt kunnen worden. Mogelijk zijn er andere ontwerpoplossingen. Dit moet in de ontwerpfase blijken.

Het RVB zal beide aanbevelingen in het Programma van Eisen opnemen. Het Programma van Eisen dient als uitgangspunt voor het ontwerpteam. In de planvormingfase zal het ontwerpteam tijdens het ontwerpproces de verschillende mogelijkheden onderzoeken. Na weging zal de meest doelmatige oplossing in het ontwerp opgenomen worden.

19

Hoe is in de voorgenomen projectopzet rekening gehouden met de aanbeveling uit de Objectvisie Binnenhof: «Uit technisch oogpunt is het ook aan te bevelen om elk compartiment wat installatie betreft, zoveel mogelijk als zelfstandige eenheid vorm te geven. Doorgangen door grenzen van compartimenten, met name doorvoeren voor leidingen, zijn berucht, waar het hun bijdrage aan de uitbreiding van brand betreft» (...) Een ander voordeel is dat uitval van installaties vanwege storing of onderhoud veelal beperkt kan blijven tot een compartiment»?

Zie de beantwoording van vraag 18.

20

Hoe is in de voorgenomen projectopzet rekening gehouden met de aanbeveling uit de Objectvisie Binnenhof: «Slim installeren, zowel in de zin van «slank» als «vernuftig», is zeker binnen monumentenzorg het aanbevelen waard. De moderne techniek komt ook steeds meer aan die wens tegemoet, bijvoorbeeld moet «miniaturisering» en draadloos dataverkeer. Installatietechniek hoeft indien men het maar slim ontwerpt geen vijand van het monument te zijn»? Zo niet, waarom niet?

De aanbeveling is gestoeld op de gedachte de opbouw van de oude monumentale panden maximaal te gebruiken zodat aanpassingen aan die panden beperkt kunnen blijven. Bijvoorbeeld de brandscheidingen zo leggen dat ze gelijk vallen met de constructieve wanden. Ook kunnen holle ruimten (bijvoorbeeld ruimten tussen de vloerbalken) gebruikt worden om techniek buiten het zicht in onder te brengen. Deze aanbeveling uit de objectvisie wordt onderdeel van het op te stellen Programma van Eisen. In de volgende fase van het project zal juist op dit onderdeel onderzocht worden welke mogelijkheden en beperkingen het Binnenhofcomplex heeft.

21

Wat betekent in concreto in het bovenstaande geval bij de planvorming van het RVB, zoals vermeld in het Advies Renovatie Binnenhof van mevrouw Spies (paragraaf 2 Reikwijdte), het onderscheid tussen «need to have» en «nice to have»? De schetsen in het Advies Renovatie Binnenhof zijn immers onbegrijpelijk. Onbekendheid met de analyse van het RVB (en het Masterplan) maakt een beoordeling onmogelijk van de stellingen en aannames van het Advies Renovatie Binnenhof. Kennisneming van die analyse in behoorlijke mate van detail is essentieel voor een verantwoord oordeel. Graag ontvangt de commissie de analyses, het Masterplan of anderszins onderliggende stukken die tot de voorgenomen projectopzet hebben geleid.

Het RVB heeft een overzicht opgesteld van mogelijke ingrepen. Deze zijn onderverdeeld in noodzakelijk vanwege herstel van gebreken of voldoen aan wet- en regelgeving en mogelijke functionele verbeteringen. Het kabinet heeft besloten met de renovatie alle gebreken te herstellen en te voldoen aan wet- en regelgeving, en functionele verbeteringen mee te nemen voor zover ze doelmatig zijn. De stukken op basis waarvan het Advies Renovatie Binnenhof onder leiding van mevrouw Spies tot stand i gekomen zijn aan de Kamer verstrekt. Zie ook de beantwoording van vraag 6.

22

Kan het onderscheid «need to have» en «nice to have» worden onderbouwd met een gedetailleerde «kruisjeslijst», waar eerder al sprake van is geweest bij de voorbereiding van het Advies Renovatie Binnenhof op ambtelijk/technisch niveau? Waarop baseert u uw veronderstelling dat de exercitie van de kruisjeslijst met de betrokkenen is afgerond? Is er een document waaruit de consensus zou blijken of waaruit een schriftelijk akkoord blijkt?

De kruisjeslijst is aan de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst verstrekt voorafgaand aan de technische briefing van 13 oktober 2015. Ambtelijk is met alle gebruikers in de bestuurlijke stuurgroep renovatie Binnenhof vastgesteld dat het onderscheid tussen herstel gebreken en wet- en regelgeving versus mogelijke functionele verbeteringen juist gemaakt is.

Verder verwijs ik naar de factsheet 3 «Reikwijdte renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 bijgevoegd is.

23

Hoe dient de observatie in het rapport van Twijnstra Gudde («Validatie Renovatie Binnenhof» d.d. 29 mei 2015) dat «prioritering en gebruikers overlegstructuur onhelder zijn hetgeen grote risico’s met zich kan meebrengen» te worden verstaan? Graag een toelichting op deze mededelingen in het rapport.

Twynstra Gudde (« Validatie Renovatie Binnenhof» definitieve versie d.d. 1 juli 2015) wijst op de noodzaak van een goede besluitvormingsstructuur met de gebruikers om risico’s in de uitvoeringsfase te beperken. De besluitvormingsstructuur moet het mogelijk maken dat over de integrale en overkoepelende ingrepen wordt besloten en dat tegelijkertijd de individuele belangen geborgd worden. Deze complexe structuur is gelegen in het feit dat het een renovatie van een complex van gebouwen is, en niet een optelling van naast elkaar gelegen, individuele huisvesting van gebruikers. Twynstra Gudde wijst terecht op het risico dat indien vooraf niet voldoende duidelijk wordt hoe deze complexe besluitvorming georganiseerd wordt, het project op onderdelen onbeheersbaar kan worden. Nadat de politieke keuzes inzake de renovatie gemaakt zijn wordt dit ingevuld in overleg met de gebruikers van het complex.

24

Twynstra Gudde maakt ook een voorbehoud, namelijk dat onderliggende brondocumenten niet door hen zijn gevalideerd; verder: (sub 1.5.3 TG) «Zo zijn bepaalde documenten pas na gespreken beschikbaar gekomen en zijn nieuwe varianten aangeleverd». Kunt u toelichten wat de betekenis hiervan is? Dient op grond van deze voorbehouden de betekenis van de conclusies niet zeer gerelativeerd te worden?

Twynstra Gudde heeft de beschikking gehad over alle documenten die in het rapport genoemd zijn. De validatie-opdracht richt zich op de onderzoeken en renovatiemogelijkheden die het RVB onderzocht heeft om te borgen dat de mogelijkheden tot renovatie voldoende breed verkend zijn alvorens tot besluitvorming zou worden overgegaan. Op basis van de primair bestudeerde documenten heeft Twynstra Gudde in gesprekken aanvullende stukken opgevraagd en in 2e of 3e ronde bestudeerd. In aangehaalde alinea geeft Twynstra Gudde daarover aan dat niet alle rapporten (bijvoorbeeld technische inspecties) zijn bestudeerd, omdat de conclusies van deze technisch inhoudelijke rapporten zijn opgenomen in de wel bestudeerde stukken.

25

Kunt u een toelichting geven op de observatie van Twynstra Gudde: «Hoewel wij de relevante aspecten in de varianten waarnemen, is het onderscheidend zijn van de varianten voor finale besluitvorming lastig te beoordelen, gegeven het ons ontbrekende inzicht in de besluitvorming tot op heden» (...) «De vraag of de varianten evenwichtig en onderscheidend zijn (gepresenteerd) is op basis van de beschikbare documenten lastig te beantwoorden». Zijn dergelijke varianten voor de uitvoering van de renovatie – die een technische/bouwkundige en wellicht ook logistieke logica en samenhang vertonen, maar niet uitgaan van de premisse dat het in één keer moet maar ook in fasen kan – nimmer ter toetsing is voorgelegd? Bent u alsnog toe bereid daartoe opdracht te geven? Zo nee, waarom niet?

Het RVB heeft de varianten op alle relevante aspecten beoordeeld. Twynstra Gudde schrijft over een evenwichtige presentatie van met name de drie hoofdvarianten die onderzocht zijn (kort, lang en een tussenvariant). Twynstra Gudde concludeert dat inhoudelijk gezien het werk correct gedaan is.

In de eerder aangehaalde alinea schrijft Twynstra Gudde hierover dat «geconstateerd kan worden dat de varianten kwalitatief onderscheidend genoeg zijn beschreven op aspecten als planning, kosten en impact voor bewoners.» Daarnaast is Twynstra Gudde gevraagd of zij suggesties heeft welke variant aanvullend uitgewerkt kan worden. Daarover schrijft ze «Gezien de variëteit aan bouwdelen […] in combinatie met het mogelijk verdelen van de opgave in bouwdelen en meerdere bouwstromen zal de uitvoeringsduur per bewoner of per bouwdeel mogelijk verschillen. Dat kan een snellere inhuizing van bewoners mogelijk maken « (pagina 26/27 rapport Twynstra Gudde).

Arcadis heeft onder andere deze variant in haar rapport onderzocht. In paragraaf 5.1.3. wordt een variant deeloplevering beschreven waarin de gebruikers Eerste Kamer, Raad van State en AZ eerder terugverhuizen. In paragraaf 5.1.4. wordt een variant beschreven waarin gebouwdeel N Tweede Kamer eerder in gebruik genomen kan worden.

De opdracht aan Arcadis was om onderzoek te doen in de volle breedte van uitvoeringmogelijkheden. In haar rapportage is zowel naar alternatieven gezocht op de lange variant (waarbij het parlementaire proces op het Binnenhof blijft plaatsvinden) als de korte variant.

26

Arcadis geeft aan dat de geanticipeerde bouwtijd in de zgn. korte variant van 5,5 jaar «optimistisch» is. Welke conclusie verbindt u aan deze observatie? Welke uitloop van de geschatte bouwtijd acht u gezien de complexiteit en gehoord de adviezen wel realistisch?

Arcadis heeft geconcludeerd, ik citeer «optimistisch te noemen zonder passende maatregelen» en dat er mogelijkheden zijn om op de bouwtijd in te lopen waardoor een bouwtijd van 5,5 jaar realistisch is. In deze bouwtijd zijn 8 maanden opgenomen voor onvoorziene omstandigheden.

27

Kunt u de commissie informeren over de beleidsdoelstellingen van het RVB ten aanzien van de bezettingsgraad van gebouwen, de herinrichting en verhuur c.q. verkoop van afgestoten Rijksgebouwen, de targets van de directie bij deze onderscheiden doelstellingen en eventuele beloningseffecten bij behaalde resultaten, de projectstructuur van het RVB voor de renovatie van het Binnenhof en maatregelen ter voorkoming van de Fyra-achtige ontsporing van het project?

De Hoge Colleges van Staat, waaronder Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en Raad van State, en het Ministerie van Algemene Zaken maken geen onderdeel uit van het Rijkshuisvestingsstelsel. Deze instanties stellen derhalve zelf de kaders waaraan de huisvesting dient te voldoen, met dien verstande dat de ministeries van BZK en Financiën vanuit hun toezichthouderschap een toetsende rol hebben.

Het RVB is een batenlastendienst en functioneert volgens de regels van batenlastendiensten. Het RVB heeft geen winstoogmerk, en werkt vanuit kostenneutraliteit.

De renovatie wordt grondig voorbereid. Daarvoor is de periode tussen nu en geplande start werkzaamheden in 2020 te gebruiken. Daarbij worden ook goede afspraken met de direct belanghebbenden uit de omgeving gemaakt en wordt voorbereidend onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld archeologisch. Daarnaast wordt een goed projectbeheersingssysteem gebruikt, waarbij afwijkingen meteen worden gesignaleerd en vervolgacties zo nodig genomen.

Voor de renovatie is rekening gehouden met onzekerheden, zowel in geld (post onvoorzien) als in tijd (extra bouwtijd geraamd). Risico- en omgevingsmanagement maken deel uit van de projectbeheersing.

28

Hoe worden de criteria «doelmatig en sober» toegepast? Wat zijn daarbij de criteria?

De criteria sober en doelmatig worden over de volle breedte van het renovatieproject toegepast.

De doelmatigheid ziet op het voorkómen van hoge kosten op de middellange termijn. Bij de categorisering zijn alle noodzakelijke ingrepen (herstel gebreken en wet- en regelgeving) tot een aparte groep samengevoegd. Indien ingrepen uit deze groep niet uitgevoerd worden is na de renovatie sprake van een complex dat niet aan wet- en regelgeving voldoet en gebreken vertoont die een normale bedrijfsvoering van het parlementaire proces in de weg staan. De voorstellen om tegelijkertijd met de noodzakelijke ingrepen een aantal functionele verbeteringen in de renovatie mee te nemen worden in de volgende fase onderzocht op doelmatigheid. Alleen de doelmatige ingrepen zullen worden meegenomen. De monumentale, historische en symbolische waarden worden niet teruggebracht (optie 4 in de categorisering van de reikwijdte). Van deze categorie is op voorhand te zeggen dat er geen noodzaak tot uitvoering is en de ingrepen later uit te voeren zijn.

Het criterium sober is terug te zien in de opbouw van de kostenkengetallen. Soberheid ziet op een zo goedkoop mogelijke effectieve oplossing. Twynstra Gudde schrijft daarover: «Over de gehele linie herkennen wij in de kengetallen voor de renovatie […] een reëel en marktconform prijsniveau. Deze zijn bovendien passend bij de opgave van een grootschalige renovatie en de hoge moeilijkheidsgraad. Naar onze mening is zeker niet te ruim geraamd.» (citaat pagina 24 rapport validatie Twynstra Gudde). In de volgende fase van het project zal op basis van kosten-batenanalyses duidelijk worden welke functionele verbeteringen doelmatig zijn en meegenomen worden in de renovatie.

Verder verwijs ik naar de factsheets 3 «Reikwijdte renovatie» en 6 «tijdelijke huisvesting» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd zijn.

29

Kan bij alle genoemde voorbeelden die de noodzaak van de renovatie aantonen, ook aangegeven worden in hoeverre door goed onderhoud de noodzakelijke renovatie voorkomen had kunnen worden?

De genoemde voorbeelden (zoals overvolle kabelgoten, vochtoverlast, geen brandcompartimenteringen) die de noodzaak van de renovatie aantonen hebben geen relatie met het uitgevoerde reguliere onderhoud. Goed regulier onderhoud laat onverlet dat elke installatie een beperkte levensduur heeft. Veel installaties dienen na circa 15 tot 20 jaar vervangen te worden omdat zij «op» zijn, zeker in situaties waar uitval onaanvaardbare consequenties heeft voor het gebruik van de ruimtes. Verder neemt de technische beschikbaarheid van onderdelen af en speelt het effect van voldoen aan (gewijzigde) wet- en regelgeving. In 2010 hebben de gebruikers van het Binnenhof vastgesteld dat veel installaties aan vervanging toe zijn en een renovatie nodig is. Het reguliere onderhoud aan het Binnenhofcomplex is normaal uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om de installaties tot aan de renovatie draaiende te houden en verstoringen voor de bedrijfsvoering te minimaliseren. Veel installaties voldoen niet meer aan de huidige wet- en regelgeving. Om hoge kosten voor tijdelijke voorzieningen te voorkomen wordt sinds 2010 het reguliere onderhoud waar dit verantwoord is uitgesteld om gelijk meegenomen te kunnen worden bij de renovatie.

30

In welke mate wordt nu niet voldaan aan de wettelijke voorschriften? Kan een overzicht worden verstrekt van deze overschrijdingen met daarbij het oordeel van de handhavende instantie?

Voorbeelden waar niet voldaan wordt aan regelgeving zijn: brandcompartimentering (ontbreken van brandscheidingen), niet-gecertificeerde sprinklerinstallatie, elektrische installaties/NEN3140 (o.a. volle kabelgoten), klimaatvoorzieningen (o.a. te weinig ventilatie in gebouw Hotel), lift Raad van State (ontbreken van dubbele deuren), het ontbreken of niet meer functioneren van brandscheidingen, eisen routing HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points, een risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen). Bij renovatie/vervangingsonderhoud zal aanvullend voldaan moeten worden aan vigerende wet- en regelgeving. Tot de renovatie is wetgeving van de datum van ingebruikname van toepassing. Inzicht in de gebreken wordt gegeven door de inspectierapporten. De inspectierapporten zijn vertrouwelijk beschikbaar gesteld tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer. Verder verwijs ik naar factsheet 1 «Nut en noodzaak renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

31

Kunt u uiteenzetten op welke manier de bedragen van € 475 miljoen en de extra € 125 miljoen tot stand zijn gekomen? Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Voor het opstellen van de bouwkostenraming zijn de belangrijkste parameters: de uitvraag (reikwijdte), de omvang van het object en de staat waarin het object zich bevindt. De staat waarin het object zich bevindt en het soort object (monumentaal, nieuwbouw) is bepalend voor de hoogte van de kosten-kengetallen. De raming is opgezet conform de elementenmethode (NEN 26991), zoals gebruikelijk in deze fase van een project. Per element worden de kosten geraamd. Hierover worden met marktconforme percentages de aannemersopslagen berekend zoals de bouwplaatskosten en winst en risico. Ten slotte worden de kosten voor adviseurs en architecten, leges, financieringskosten, kunst en BTW berekend. Het totaal resulteert in een investeringsbedrag.

Het financiële verschil van € 125 mln. prijspeil 2015 tussen de lange en korte variant is voor drie onderdelen geraamd:

  • 1. de meerkosten van de renovatie zelf als gevolg van het afronden van een deelproject en weer opstarten van het volgende deelproject en extra bouwplaatskosten. Het saldo hiervan is € 26 mln. (dit zijn dus extra kosten van variant 1 ten opzichte van variant 3, waarbij tevens rekening is gehouden met minder kosten voor tijdelijke huisvesting in de lange variant).

  • 2. de extra instandhoudingkosten van het oude deel van het Binnenhofcomplex resulterend in € 85 mln. voor 13 jaar.

  • 3. de aanvullende beveiligingkosten voor de scheiding tussen bouwplaats en in gebruik zijnde delen («werkplekken») van het complex, zijnde € 14 mln.

Verder verwijs ik naar mijn brief d.d. 18 november 2015 en de daarbij gevoegde factsheet 4 «Kostenopbouw».

32

Sinds wanneer zijn de reguliere onderhoudsprojecten opgehouden? Wie heeft daartoe de opdracht gegeven en wie is daarover geraadpleegd?

Regulier onderhoud is niet opgehouden, dit vindt nog steeds plaats. In 2010 hebben de gebruikers met het RVB geconcludeerd dat renovatie nodig is. Om onnodige kosten te voorkomen wordt sinds 2010 het regulier onderhoud waar dit verantwoord is uitgesteld om gelijk meegenomen te kunnen worden bij de renovatie.

33

Welke gezondheidsgebreken bevat het gebouwencomplex? Kunt u aangeven hoe vaak deze voorkomen, en of het ziekteverzuim bij de Kamer aantoonbaar hoger ligt in vergelijking met andere bedrijfstakken?

Gezondheidsrisico’s richten zich met name op de aanwezigheid van asbest.Rapportages van alle inventarisaties zijn vertrouwelijk beschikbaar gesteld tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer. Daarnaast zijn er delen in het complex waar beperkt geventileerd kan worden en vertonen gebouwdelen warmte- en koudeklachten in respectievelijk zomer- en winterperiode. De werkplekken op het Binnenhof zijn veilig en voldoen aan de daaraan te stellen eisen op het gebied van gezondheid. Het streven is om dit zo te houden.

34

Waar schieten de brandwerende voorzieningen te kort? En bent u bereid de rapportage van de brandweer naar de Kamer te sturen?

De brandsignalering- en ontruimingsinstallaties zijn aan vervanging toe. Dit deel van de installatie werkt naar behoren en wordt continu gemonitord om te borgen dat personen bij brand veilig kunnen vluchten. De brandcompartimenten (brandscheidingen tussen gebouwdelen) zijn niet op orde of niet aanwezig. Een beginnende brand zal daardoor snel om zich heen kunnen grijpen. Dit herstellen is een ingrijpende operatie die tijdens gebruik van het pand niet uitgevoerd kan worden. De inspectierapporten zijn vertrouwelijk overhandigd tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer en de brandweer is van deze situatie op de hoogte.

De brandweer ziet toe op het bij brand in veiligheid brengen van aanwezige personen en daarna het blussen van de brand. Behoud van panden heeft daarin niet de eerste prioriteit. De brandweer heeft hier geen rapportages van gemaakt.

De brandweer heeft eerder aangegeven dat het bevoegd gezag desgevraagd bereid is een toelichting te geven.

Verder verwijs ik naar factsheet 2 «Brandveiligheid» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

35

Waarom is bij het bedrag van € 125 miljoen alleen het prijspeil van 2015 opgenomen? Hoeveel is het prijspeil in 2025? En in 2032?

De uiteindelijke kosten zullen op het prijspeil van de oplevering zijn. De oplevering van de tijdelijke huisvesting zal 2020 zijn en de oplevering van de renovatie 2025 in de korte variant. Om tot een prijspeil van jaar van oplevering te komen wordt geïndexeerd met een bouwkostenindex (BDB-index) van 2,5% per jaar.

De investeringssom van € 475 mln. komt in prijspeil oplevering (2025) overeen met € 559 mln. Het bedrag van € 125 mln. prijspeil 2015 is geïndexeerd naar prijspeil 2025 en 2032 respectievelijk € 160 mln. en € 190 mln.

36

Hoe worden soberheid en doelmatigheid getoetst aangezien deze niet zijn meegenomen in de scope-matrix?

Zie het antwoord op vraag 28.

37

Hoe lang is het Binnenhof al aan renovatie toe? Oftewel hoe lang voldeed het gebouwencomplex niet aan de wettelijke standaarden? Hoe wordt dit in de toekomst voorkomen?

In 2010 hebben de gebruikers van het Binnenhof gezamenlijk geconcludeerd dat vervanging van installaties nodig is en dit alleen met een renovatie op te lossen is. Ten behoeve van het reguliere onderhoud worden periodiek inspecties uitgevoerd en dit zal na de renovatie gecontinueerd worden. Daarnaast zal bij de invoering van nieuwe wetgeving op basis van een implementatieplan uitvoering gegeven worden aan de dan gestelde eisen.

38

Kunt u aangeven wat de tijdswinst zou zijn als er geen functionele aanpassingen worden gedaan (optie 1,2,3,4 per optie)?

De renovatie richt zich hoofdzakelijk op het herstel van gebreken en noodzakelijke ingrepen om aan wet- en regelgeving te voldoen. Deze groep van ingrepen is bepalend voor de doorlooptijd van de renovatie. De (doelmatige) functionele verbeteringen vormen integraal deel van de renovatie. Het weglaten van deze functionele verbeteringen levert geen substantiële versnelling op.

39

Welke activiteiten verstoren het werk in de Kamer zo significant dat de werkzaamheden moeten worden neergelegd? Hoeveel tijd gaan deze activiteiten kosten?

In de sterk gefaseerde variant (lang) zal per fase gerenoveerd worden. De bouwlogistiek kan dan niet in en door de gebouwen plaatsvinden en zal buitenom gelegd moeten worden (via de gevels). Dit geeft overlast voor de omgeving. Ook voor de gebruikers zal in deze variant overlast optreden. Ondanks stofschotten of andere maatregelen zal er overlast zijn van geluid, (fijn)stof en mogelijk uitval van installaties. De combinatie van het politieke proces met het bouwproces geeft verhoogde veiligheids- en beveiligingsrisico's. De doorlooptijd van de sterk gefaseerde variant is minimaal 13 jaar. De overlast zal zich gedurende deze gehele periode voordoen.

40

Voor een verantwoorde afweging van de voorgenomen renovatie van de gebouwen aan het Binnenhof waarin de Tweede Kamer, Eerste Kamer, Ministerie van Algemene Zaken en Raad van State zijn gehuisvest, staat inzicht in de eerste «bouwsteen» van de planvorming centraal: het plan van eisen (de scope of work) dat zal gaan leiden tot verdere plan- en projectvorming (zoals een Voorlopig Ontwerp). In het Advies Renovatie Binnenhof wordt melding gemaakt van «nauwe afstemming met de bewoners van het Binnenhof». Heeft die nauwe afstemming geleid tot een door alle betrokken gebruikers (bewoners) geaccordeerd plan van eisen (scope of work) voor de renovatie per onderdeel, per gebouw en/of van het totaal? Zo ja, dan ontvangt de commissie gaarne dit document (of deze documenten).

De nauwe samenwerking heeft geleid tot een «kruisjeslijst» voor het totaal en met een specificatie per gebruiker. De kruisjeslijst is aan de commissie verstrekt voorafgaand aan de briefing op 13 oktober 2015 (brief van de directeur-generaal RVB aan de commissie voor Wonen en Rijksdienst, d.d. 12 oktober 2015). Het Programma van Eisen voor zowel de renovatie als de tijdelijke huisvesting wordt vervaardigd in de eerstvolgende fase en is het startpunt voor de verdere planvorming (de ontwerpfase). Zie ook het antwoord op vraag 22.

41

Indien u c.q. het RVB niet over een document of documenten van een geaccordeerd plan van eisen (scope of work) voor de renovatie per onderdeel, per gebouw en/of van het totaal beschikt, wat is dan de bouwsteen waarop u uw planvorming baseert?

De Reikwijdte (de «kruisjeslijst») is gebaseerd op de intentieovereenkomst (de overeenkomst tussen vertegenwoordigers van Eerste en Tweede Kamer, Raad van State, AZ en de Rgd – nu RVB –, waarin renovatie noodzakelijk wordt geacht), een veelheid aan technische onderzoeken, de objectvisie, de gegevens (conceptambitiedocumenten) aangeleverd door de gebruikers en overleg met de gebruikers. Het Programma van Eisen voor zowel de renovatie als de tijdelijke huisvesting wordt vervaardigd in de eerstvolgende fase en is het startpunt voor de verdere planvorming (de ontwerpfase).

42

Hoe past het plan van eisen (zo dit in enigerlei vorm bestaat) in de Algemene Uitgangspunten Objectvisie Binnenhof, waarin o.a. wordt beschreven dat bij gebouwen met grote monumentale waarde (als complex) de bouwwerkzaamheden geen toekomstige gebruiksmogelijkheden mogen blokkeren en vooraf archeologisch onderzoek dient te worden gedaan? Zou dit nog eventuele vertraging met zich mee kunnen brengen en is hiermee rekening gehouden in het bepalen van de tijdsduur van de renovatie?

Bij het opstellen van het Programma van Eisen zal rekening gehouden worden met de aanbevelingen die worden gedaan in de Objectvisie Binnenhof. In de planning van de bouwtijd voor de diverse varianten is een tijdsreservering voor «onvoorzien» van 8 maanden opgenomen. De renovatie wordt grondig voorbereid. Daarvoor is de periode tussen nu en geplande start werkzaamheden in 2020 te gebruiken. Daarbij worden ook goede afspraken met de omgeving gemaakt en wordt voorbereidend onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld archeologisch.

Daar waar de grond geroerd zal worden wordt archeologisch vooronderzoek gedaan. De gemeentelijke archeologische afdeling en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed worden daarbij betrokken. Hiermee wordt vertraging tijdens de renovatie als gevolg van archeologische verrassingen zo veel mogelijk voorkomen.

43

Acht u het een aanvaardbaar risico dat bij een renovatie in één keer archeologische vondsten het gehele project gaan vertragen?

Zie het antwoord op vraag 42.

44

Waaruit blijkt de noodzaak om de renovatie integraal en in één keer uit te voeren, aangezien in het Advies Renovatie Binnenhof daarover geen dragende argumenten zijn aan te treffen. Klopt het dat in de discussie en de voorgenomen projectopzet de variant van renovatie «in een keer» een axioma is geworden, en doordat hieraan een kostenvoordeel wordt toegeschreven, als voorkeursvariant is gepresenteerd? Zou u de volgende zaken kunnen onderbouwen?

Het Advies Renovatie Binnenhof richt zich op drie hoofdzaken: de reikwijdte van de renovatie, de beste manier om de renovatie uit te voeren en de kosten. De reikwijdte bevat in hoofdzaak ingrepen die voor het kabinet niet ter discussie staan omdat ze bedoeld zijn om gebreken te herstellen en te voldoen aan wet- en regelgeving. Voor deze reikwijdte zijn verschillende renovatievarianten onderzocht, waarbij doorlooptijden, risico’s en ook kosten zijn betrokken. Een aantal varianten bleek technisch niet haalbaar. In het Advies Renovatie Binnenhof is geadviseerd om alles overziende te kiezen voor de korte variant. Het kabinet heeft dit advies overgenomen. Verder verwijs ik naar mijn brief d.d. 18 november 2015 waarin de 11 onderzochte varianten toegelicht worden.

  • a) Is de technische verbondenheid van kabels en leidingen in het hele complex zodanig dat elke professionele partij van goede naam eenzelfde conclusie zou trekken, namelijk dat alle gebouwen in eenzelfde bouwstroom dienen te worden aangepakt? Zo niet voor alle, voor welke gebouwen geldt dit zeker wel?

    De technische verknoping van installaties geldt voor alle gebouwen.

  • b) Indien er deze verbondenheid is, zijn er technische tijdelijke oplossingen denkbaar waardoor het project toch in vijf of acht deelprojecten kan worden opgedeeld?

    Een dergelijke oplossing is uitgewerkt in variant 1 (sterk gefaseerd). De doorlooptijd voor deze variant is geschat op minimaal 13 jaar (inclusief 20 maanden onvoorzien) en de kosten op circa € 600 mln. prijspeil 2015.

  • c) Is de staat van de leidingen (inclusief riool) in alle gebouwen van eenzelfde kwaliteit, zodanig dat er geen prioritering mogelijk is? Wat is de belemmering deze prioritering aan te brengen als de technische noodzaak er niet zou zijn?

    Alle leidingen zijn aan vervanging toe.

  • d) Is voor het RVB de zgn. total cost of ownership voor de eigen bedrijfsvoering doorslaggevend? Zo ja, is denkbaar dat voor historische gebouwen met een andere benadering kan worden gewerkt gezien andere belangen die relevant zijn (voortgaand gebruik of bereikbaarheid)?

    Nee, die is niet doorslaggevend. In de overwegingen zijn kosten één van de vele betrokken factoren.

  • e) Geldt dat ook voor de ICT, brandveiligheidsvoorzieningen en verwarming-/koelvoorzieningen?

    Het kabinet beoogt met de renovatie te allen tijde veilige en verantwoorde werkomstandigheden te creëren. De ICT, verwarmings- en koelinstallaties zullen geheel vernieuwd worden.

  • f) In welke mate zou het installeren van een warmtekrachtinstallatie (in één of twee varianten) beslissend zijn voor de projectopzet «in één keer» en zo nee, waarom niet?

    Dat is niet doorslaggevend. Uit onderzoek blijkt dat het toepassen van een WKO geen invloed heeft op de doorlooptijd van de renovatie maar wel een langere voorbereidingstijd eist. Genoemde installatie is niet kritisch binnen de planning. Zie ook de beantwoording van vraag 10.

  • g) In welke mate geldt dat ook voor de keuze voor een ringleiding? Welke technische onderbouwing noopt tot een dergelijke aanpak en zijn er alternatieven denkbaar? Zo ja, wat zijn de voordelen en nadelen en wat is de impact op de projectopzet van elke variant?

    Die keuze is evenmin doorslaggevend. Nog niet bekend is welke infrastructurele voorziening toegepast zal worden. In de ontwerpfase zal duidelijk worden wat die alternatieven zijn, wat de voor- en nadelen hiervan zijn en wat uiteindelijk de beste (exploitatiekosteneffectieve) oplossing is.

    Een voordeel van een ringleiding of soortgelijke infrastructurele voorziening is dat de toepassing van een redundant systeem mogelijk wordt (een back up). Bij uitval van het ene systeem zal het andere systeem inschakelen en de werking overnemen. Hierdoor neemt de bedrijfszekerheid toe. Een ander voordeel is dat in de exploitatiefase regulier onderhoud aan en wijzigingen van de installaties makkelijker en met minder overlast voor de gebruikers uitvoerbaar is. In de toekomst is het dan mogelijk zaken te vervangen met weinig overlast voor de gebruikers.

  • h) Kunt u toelichten of u ook heeft gekeken naar de mogelijkheid om de renovatie niet in één keer, maar in delen uit te voeren (bijvoorbeeld eerst Algemene Zaken, Eerste Kamer en Raad van State, vervolgens delen van de Tweede Kamer (Hotel, Koloniën en Justitie bijvoorbeeld) en daarnaast het algemene gedeelte met o.a. de plenaire zaal)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was hier de uitkomst van?

    Er zijn in totaal 11 varianten onderzocht waaronder een variant met deeloplevering van AZ, EK en RvS en een variant waarbij de Tweede Kamer, met name de plenaire zaal en de ondersteunende ruimtes, eerder terugkeert. Uit dit onderzoek blijkt dat deze varianten omwille van de bouwlogistiek zeer grote ingrepen in monumentale gevels vragen en er sprake zal zijn van substantiële overlast voor de eerder teruggekeerde gebruikers door werkzaamheden aan de andere bouwdelen. De totale bouwtijd van beide varianten is langer (totaal respectievelijk circa 6,4 en circa 6,7 jaar). De eerste gebruikers kunnen respectievelijk na circa 2,7 jaar en na circa 3 jaar terugkeren, maar zullen tot aan de eindoplevering continue overlast ervaren als gevolg van de doorlopende bouwstromen.

    Verder verwijs ik naar mijn brief d.d. 18 november 2015 waarin de onderzochte varianten toegelicht worden.

45

Kan expliciet aangegeven worden welke aanpassingen functioneel zijn? Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen dat die aanpassingen noodzakelijk zijn?

Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het aanpassen van de verschillende entrees voor bezoekers en medewerkers. Hiermee worden logistieke stromen beter georganiseerd en beveiligingseisen zoals scanstraten, beveiligingsbalies en toegangspoorten beter ingepast. Ook op het facilitaire vlak zijn logistieke verbeteringen door te voeren. Door bijvoorbeeld het centraliseren van keuken- en restaurantvoorzieningen zullen transport- en looplijnen korter worden en kan een verbeterslag in de bedrijfsvoering worden gerealiseerd. Verder verwijs ik naar de factsheet 3 «Reikwijdte renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

In de volgende fase van het project zal op basis van business cases duidelijk worden of alle voorgenomen functionele verbeteringen doelmatig zijn. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zal de verbetering niet meegenomen worden in de renovatie

46

Mogen we uit het feit dat niet wordt gesproken over restauratie van monumentale delen opmaken dat hier geen sprake van zal zijn?

Bestaande monumentale delen (ornamenten e.d.) zullen hersteld en geconserveerd worden als daar werkzaamheden aan verricht worden vanuit wet- en regelgeving of het herstel van gebreken. Wat niet meegenomen wordt is het terugbrengen van nu niet meer aanwezige waarden (bijvoorbeeld het oorspronkelijke plafond in het Mary Stuartkabinet of de voormalige Poort van Oostervank). Ook worden geen schilderijen en andere kunstvoorwerpen gerestaureerd. Wel zal de renovatie zo worden uitgevoerd dat restauraties in de toekomst niet onmogelijk worden gemaakt.

Verder verwijs ik naar de factsheet 3 «Reikwijdte renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

47

Is bij de berekening van de meerkosten van de 13-jaar-variant rekening gehouden met het feit dat halverwege het renovatieproces nieuwe inzichten zullen ontstaan bijvoorbeeld wat betreft ICT, beveiliging en restaurants? Zo ja, hoe wordt hiermee omgegaan?

Gezien de doorlooptijd van 13 jaar zullen verschillen in toe te passen techniek een gegeven zijn. Dit is een nadeel van deze variant. De verschillende technieken moeten te zijner tijd wel aan elkaar gekoppeld worden omdat anders risico’s ontstaan bij installaties waarbij centrale aansturing noodzakelijk is (bijvoorbeeld brandmeld- en ontruimingsinstallaties). In de voorbereiding wordt daarom zoveel mogelijk toegewerkt naar het toepassen van één techniek. Vooraf is het moeilijk de consequenties in tijd en geld te ramen. Mede gezien het bovenstaande heeft het kabinet niet voor deze variant gekozen.

48

Wat zijn de totale kosten voor de uithuisplaatsing naar de panden van de Hoge Raad en het Ministerie van Buitenlandse Zaken – inclusief verbouwing, infrastructuur, verhuizingen en dergelijke – voor de periode van de verbouwing?

Voor de aanpassingen van beide panden is € 52 mln. geraamd. Voor de fysieke verhuizing en die van ICT is € 12,5 mln. gereserveerd (bedragen prijspeil 2015). Verder verwijs ik naar mijn brief d.d. 18 november 2015 en de daarbij gevoegde factsheet 4 «Inzicht in de kostenopbouw».

49

Is het gebouwencomplex momenteel als brandveilig aan te merken?

In 2015 is integraal onderzoek gedaan om het veilig vluchten zeker te stellen. Het gaat om veilig vluchten in de hele keten, van brandmelding tot opengaan van deuren. In alle bouwdelen zijn (meer dan) voldoende vluchtwegen aanwezig en de (aan veiligheid bijdragende) installaties worden integraal getest, de daaruit voortkomende defecten worden direct aangepakt. Het veilig vluchten is integraal geborgd, met structurele dan wel tijdelijke voorzieningen. Er is gestart met de vervanging van brandveiligheidsinstallaties, vooral op het gebied van brandmelding.

De brandcompartimentering is niet op orde. Daardoor kan een brand zich snel uitbreiden. De essentie is dat bij brand personen veilig kunnen vluchten maar een groot deel van het monumentale complex en de inrichting verloren zal gaan.

50

Voor welke onderdelen zijn reeds gedoogbeschikkingen van toepassing omdat brandveiligheidseisen niet worden nageleefd? Welke voorwaarden zijn aan die gedoogbeschikking verbonden? Liggen er nog gedoogbeschikkingen in het verschiet?

Er is regelmatig overleg met de brandweer van de Veiligheidsregio Haaglanden. Deze is op de hoogte van de situatie. Personen kunnen veilig vluchten als er brand uitbreekt maar het behoud van het monumentale complex is niet de eerste prioriteit. De brandweer zal handhavend optreden indien zij vindt dat de situatie dit vereist. De brandweer heeft aangegeven dat ze in haar overwegingen de voortgang van de renovatie meeweegt.

51

Op welke manier kan het publiek de vergaderingen van de Kamer aan de Bezuidenhoutseweg bijwonen? In aparte zaaltjes? Vanaf een publieke tribune in de zalen?

Het voornemen is dat de Eerste Kamer en Tweede Kamer tijdelijk worden gehuisvest in het pand aan de Bezuidenhoutseweg. In het pand is voldoende ruimte aanwezig om beide plenaire zalen te realiseren uitgaande van de huidige opstellingen. De plenaire zalen zullen beide voorzien worden van een apart toegankelijke tribune. De plenaire zaal van de Eerste Kamer kan ondergebracht worden in de huidige Van Kleffenszaal; een publieke tribune is hier reeds aanwezig. De plenaire zaal van de Tweede Kamer kan in zijn geheel nagebouwd worden in de expeditieruimte, de publieke tribune kan gesitueerd worden achter de laatste stoelenrijen van het plenairezaalgedeelte. Van beide zalen zijn impressies gemaakt; die van de plenaire zaal Tweede Kamer is ter beschikking gesteld aan de griffier tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer.

52

Welke verstoring levert het jaarlijks openstellen van de Ridderzaal voor Prinsjesdag op? En welke kosten? Is overwogen de Prinsjesdagceremonie naar een andere locatie te verplaatsen? Zo nee, waarom niet?

De verwachting is dat mits daar vanaf het begin rekening mee wordt gehouden de verstoring beperkt is. Het continueren van de Prinsjesdagceremonie is een belangrijke manier om het belang van het Binnenhof te blijven benadrukken.

53

Is het Ministerie van Buitenlandse Zaken het enige alternatief? Zijn er andere panden van het Rijk beschikbaar?

Het pand aan de Bezuidenhoutseweg is het alternatief dat voldoende groot is en het meest nabij de binnenstad en de ministeriekernen van Den Haag staat. Het pand staat op de afstootlijst van het RVB. De afstoot zal worden aangehouden voor de tijdelijke huisvesting van Eerste en Tweede Kamer. Andere panden die op dit moment beschikbaar zijn (bijvoorbeeld het voormalige pand van het ministerie vna Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Rijkswaterstaat) zijn minder geschikt of verder weg van het Binnenhof.

54

Als sprake is van eerder terugverhuizen, aan welke tijdswinst wordt dan gedacht en hoe wordt bepaald welke onderdelen dan als eerste terug gaan? Is het mogelijk dat de Eerste Kamer dan bij voorrang terugkeert?

Zie het antwoord op vraag 44h.

55

Kan nader uiteengezet worden waarom er een periode van vijf jaar nodig is tussen het moment van besluitvorming en de daadwerkelijke start? Zou dat, gelet op het feit dat reeds veel onderzoek is verricht, korter kunnen?

De voorbereidingstijd is nodig om de complexe renovatie goed voor te bereiden, de benodigde vergunningprocedures te doorlopen, de juiste marktpartij(en) te selecteren en te contracteren en daarmee uitvoeringsrisico’s te verkleinen, en om de tijdelijke huisvesting gereed te maken. Voor beide onderdelen geldt dat deze tijd nodig is. Een eerdere start van de renovatie Binnenhof dan 2020 is daarom niet mogelijk. Verder verwijs ik naar de factsheet 5 «Planning» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

56

Kan bij «opslag kunst en interieurs» ook gedacht worden aan gebruik van kunst en interieurs op de tijdelijke locaties?

Dit is mogelijk en zal deels ook plaatsvinden.

57

Is het mogelijk om het interieur van de plenaire zaal (vrijwel) geheel naar de tijdelijke locatie te verhuizen zodat «het beeld» (look and feel) van de Tweede Kamer op televisie en internet (vrijwel) gelijk blijft?

Het is het voornemen daar zoveel als mogelijk uitvoering aan te geven. Een impressie hiervan is gemaakt en ter beschikking gesteld aan de griffier tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer.

58

Is het mogelijk om de Ridderzaal, nu die buiten de renovatie blijft, te benutten voor meer activiteiten van de Kamer (bijzondere vergaderingen van Eerste of Tweede Kamer)?

De Ridderzaal zal tijdens de verbouwing alleen bereikbaar zijn via het bouwterrein. Voor Prinsjesdag wordt het bouwterrein tijdelijk aangepast zodat dit hoogtepunt door kan gaan. Overig gebruik is praktisch onmogelijk.

59

Welke verbouwings-, restauratie- en onderhoudsactiviteiten zouden ook tijdens de vergaderingen van de Kamer kunnen plaatsvinden, zonder dat zij het proces ernstig verstoren?

Het kabinet geeft in zijn brief aan dat het niet gewenst is het parlementaire werk te vermengen met bouwwerkzaamheden. De ingrepen zijn te groot en te overlastgevend om te combineren met het parlementaire proces. Bij een gefaseerde uitvoering zal zorgvuldig gecompartimenteerd moeten worden. Het zorgvuldig scheiden van bouw- en parlementair proces biedt geen garantie voor het uitblijven van overlast en verstoringen. De combinatie van het politieke met het bouwproces geeft bovendien verhoogde veiligheids- en beveiligingsrisico's.

60

Indien één van de componenten duurder uitvalt, gaat dit dan ten koste van andere componenten, of leidt dit meteen tot een hoger totaalbudget?

Juist om dit soort situaties op te kunnen vangen wordt in deze fase van het project een post onvoorzien van 20% aangehouden. Deze post onvoorzien is niet bedoeld om wijzigingen in scope te financieren.

61

In hoeverre is zeker dat de gezondheidsgebreken, zoals de aanwezigheid van asbest, grondreiniging en dergelijke afdoende in kaart zijn gebracht? Wordt rekening gehouden met eventuele meerkosten? Zo ja, welke?

Juist op het gebied van gezondheid en met name asbest zijn onderzoeken uitgevoerd en worden deze indien van toepassing geactualiseerd. De rapporten zijn vertrouwelijk overhandigd tijdens de technische briefing op 13 oktober jl. aan uw Kamer. Een aantal plekken in het complex is onbereikbaar voor onderzoek zonder schade aan te richten (bijvoorbeeld achter monumentale plafonds of wandbespanningen). Ook deze plekken worden in de inspectierapporten opgesomd. Bij de renovatie zal alle aanwezige asbest verwijderd worden.

De post onvoorzien is ook bedoeld om zaken die tijdens de bouw pas aan het licht komen op te lossen.

62

Is er een onderhoudsreserve voor het gebouwencomplex Binnenhof? Zo nee, waarom niet? En hoe zit dit met andere panden van het RVB? Zijn er nog meer tegenvallers te verwachten?

De huidige systematiek valt uiteen in twee delen. Enerzijds worden investeringskosten over vaste periodes afgeschreven. De periode is verschillend voor de verschillende bouwdelen en installaties (installaties worden in 15 tot 20 jaar afgeschreven, casco in 60 jaar). Aan het eind van de afschrijvingsperiode van bijvoorbeeld installaties ontstaat een vrijval in kosten waarmee vervanging gefinancierd kan worden. Over de nog niet afgeschreven som wordt rente betaald. Anderzijds wordt voor het regulier onderhoud door het RVB een opslag gerekend per vierkante meter vloeroppervlak, waarmee onder andere het regulier onderhoud gefinancierd wordt. Beide kostenposten worden gewoonlijk bij de gebruiker in rekening gebracht. In het geval van de Hoge Colleges van Staat worden de huisvestingskosten bij Wonen en Rijksdienst in rekening gebracht.

Omdat er niet eerder (grootschalig) op het Binnenhof is gerenoveerd sinds de invoering van deze systematiek in 2010, is er geen vrijval van budgetten na afronding van de afschrijvingstermijnen. De budgetten voor de financiering van de vervangingsinvesteringen dienen daarom apart geregeld te worden.

63

Welke afspraken zijn gemaakt over de wijze van communicatie naar de stad en buurt?

Het kabinet heeft in het kabinetsbesluit van 25 september 2015 aangegeven het van het grootste belang te vinden dat de communicatie rond de renovatie van het Binnenhof tijdig, zichtbaar en structureel wordt aangepakt in samenwerking met alle betrokken partijen. Het RVB werkt hierbij samen met onder meer de gemeente Den Haag en Bureau Binnenstad Den Haag. Hierover zal ik afspraken maken met het college van B&W en direct betrokkenen. Het voornemen daartoe hebben de gemeente en ik schriftelijk bevestigd. Het RVB heeft diverse gesprekken gevoerd met naaste buren van het Binnenhof en vertegenwoordigers van o.a. ondernemers- en bewonersverenigingen uit de binnenstad en dit zal worden vervolgd.

64

Welke voorkeur en ideeën heeft u voor publiekstrekken? Hoeveel geld is hiervoor?

Het kabinet vindt het belangrijk dat het Binnenhof ook tijdens de renovatie aantrekkelijk blijft om te bezoeken. De renovatie biedt bovendien een kans is om het Binnenhof als hart van de Nederlandse democratie extra onder de aandacht te brengen van het Nederlandse publiek. Ik denk daarbij in ieder geval aan publieke voorzieningen in de vorm van een informatiecentrum en rondleidingen. Ook steunt het kabinet het idee om luchtbrug te bouwen over het Binnenhof heen, zodat bezoekers een blik op het Binnenhof als bouwplaats kunnen werpen met de skyline van Den Haag als decor.

Met de wethouder Binnenstad, Stadsontwikkeling Kerngebieden en Buitenruimte van de gemeente Den Haag heb ik afgesproken om – samen met partijen zoals ProDemos, ondernemersverenigingen in de binnenstad, culturele instellingen, de toeristenbranche en marketingpartijen zoals Den Haag Marketing – een gezamenlijk plan van aanpak te maken. Dit plan is erop gericht om het Binnenhof ook tijdens de renovatie een publiekstrekker te laten blijven en mogelijk zelfs extra bezoekers te trekken. (zie ook vraag 7). In de kostenraming is hiervoor circa € 2,5 mln. (incl. BTW, prijspeil 2015) opgenomen.

65

Kan de Kamer inzicht krijgen in de raming van het RVB en de onafhankelijke raming en wat is het verschil hiertussen?

Het dossier waarin de verschillende onafhankelijke ramingen samenkomen in de definitieve eindraming is beschikbaar. Deze ramingen zijn van dermate detailniveau dat aannemers hun prijsstelling daarop kunnen richten. De detailgegevens zijn daarom alleen vertrouwelijk in te zien door de Kamer. Ik zal u deze vertrouwelijk doen toekomen.

66

Kan de Kamer inzicht krijgen in de gehele definitieve kostenraming van het kabinet?

Deze ramingen zijn van dermate detailniveau dat aannemers hun prijsstelling daarop kunnen richten. De detailgegevens zijn daarom alleen vertrouwelijk in te zien door de Kamer. Ik zal u deze vertrouwelijk doen toekomen.

67

Kunt u toelichten of en zo ja met welke documentatie, de externe kostendeskundigen hun oordeel hebben kunnen vormen?

De kostendeskundigen van het RVB en van het externe bureau Vitruvius hebben gelijke informatie waarop zij hun ramingen gebaseerd hebben. De informatie betrof alle onderzoeken aangevuld met locatiebezoeken. De omvang van de reikwijdte zoals ook aan de Kamer beschikbaar is gesteld is het uitgangspunt van de ramingen.

Twynstra Gudde heeft voor het valideren van de ramingen dezelfde informatie gekregen.

68

Wat is de reactie van de gemeente Den Haag en hoe groot acht zij de kans dat de vergunningen voor een dergelijk ruimtebeslag en verkeersgeweld zonder beperkingen zullen worden afgegeven? Welke vergunningsbeperkingen en -voorwaarden zouden een impact kunnen hebben op de bouwtijd? Wat zou een aannemelijke impact zijn en welke consequenties kan dit hebben voor de planvorming?

De gemeente Den Haag heeft schriftelijk gesteld dat met het oog op het beperken van overlast voor de omgeving er niet gewerkt mag worden in de avond en nacht. Uitgebreid werken buiten normale werktijden is hierdoor niet mogelijk.

Beperkende voorwaarden worden voorts verwacht met betrekking tot ingrepen aan de monumentale gebouwen. In een aantal renovatievarianten is uitgegaan van het aanbrengen van grote uitsparingen in de gevels van monumentale gebouwen van AZ en de Eerste Kamer ten behoeve van logistieke routes vanaf die zijde. Indien de grote uitsparingen niet gemaakt kunnen worden, dan zal de bouwtijd met minimaal een jaar toenemen.

De gemeente zal verder voorwaarden stellen aan de plaatsen van een overslagterrein voor materieel en materiaal (het onderzoek door Arcadis gaat uit van een overslag buiten het centrum), de toevoerroutes en de inrichting van het bouwterrein.

69

Is er ook met de gemeente Den Haag gesproken over de impact die een mogelijke afsluiting van het Binnenhof heeft op de bedrijvigheid, bouwprojecten in de nabijheid, het toerisme, de ambities en de uitstraling van Den Haag? Kunt u de briefwisseling of gespreksverslagen met de gemeente Den Haag hierover delen met de Kamer?

Zie antwoord op vraag 7.

70

Wordt gedurende het gehele project een onvoorziene kostenpost van 20% aangehouden of wordt dit afgebouwd naarmate het project vordert?

Dit wordt afgebouwd via het project. De ervaring leert dat de post onvoorzien noodzakelijk is voor het opvangen van tegenvallers (onverwachte omstandigheden) in het project, en dat deze daardoor procentueel zal afnemen gedurende de voorbereiding en uitvoering. Hiervoor zal een besluitvormingsproces worden ingericht. Middelen worden niet voor andere doelen ingezet en vallen aan het eind van het project vrij als ze niet worden gebruikt.

71

Wat zijn de exacte ingeschaalde kosten voor de bouwkundige-, technische-, ICT-, beveiligings-, veiligheids-, en gezondheidsgebreken?

De informatie beperkt zich tot het aangeven van de verhouding tussen de verschillende elementgroepen. De verhoudingen tussen de verschillende elementgroepen bedragen: Bouwkundig werk: 59%. Werktuigbouwkundig: 17%. Elektrotechniek: 18%. Lift en transport:1%. Vaste inrichting: 3%. Terrein en parkeren: 2%. Verder verwijs ik naar de factsheet 4 «Inzicht in de kostenopbouw» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is. Detailinformatie is beschikbaar maar vertrouwelijk van aard omdat anders aannemers hun prijsstelling hierop richten. Deze informatie zal ik u vertrouwelijk doen toekomen.

72

Kunt u aangeven welk plan van eisen – ervan uitgaande dat dit er is – de basis heeft gevormd van de financiële onderbouwing die eerst in het Advies Renovatie Binnenhof (paragraaf 5 Kostenraming) en vervolgens in de voorgenomen projectopzet is opgenomen? Met welk percentage nauwkeurigheid dienen deze bedragen te worden bezien: 25%, 40%, 60% of een ander percentage?

In de definitiefase waar het project zich in bevindt is de projectomvang (reikwijdte) eerst bepaald op basis van een groot aantal onderzoeken aangevuld met eisen en wensen vanuit (concept) ambitiedocumenten en gebruikerswensen.

Om een goed beeld te krijgen van het noodzakelijke deel van de reikwijdte is het totaal van eisen en wensen gecategoriseerd. Deze delen zijn het uitgangspunt voor de kostenramingen. Ik verwijs u ook naar de factsheet 3 «Reikwijdte renovatie» die als bijlage bij mijn brief d.d. 18 november 2015 gevoegd is.

In de definitiefase is het gebruikelijk een percentage van 20% onvoorzien in de kostenramingen aan te houden. Dit is ook in de gepresenteerde kostenraming het geval.

Na de definitiefase zal het Programma van Eisen worden opgesteld. Op basis hiervan zal een ontwerpteam het renovatie-ontwerp maken (beginnend bij een schetsontwerp, dan een voorlopig ontwerp en uiteindelijk een definitief ontwerp). Bij elke ontwerpstap worden de kosten geraamd. Het definitief ontwerp vormt de onderlegger voor «bestek en tekeningen» waarbij een zeer nauwkeurige directiebegroting wordt opgesteld. Op basis van het bestek en tekeningen vindt de aanbesteding van de uiteindelijke uitvoerende partijen (bouwkundige aannemer en installateurs) plaats.

Naar boven