Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2016
In reactie op de brief van de Eerste Kamer van 13 september 2016 bericht ik u als
volgt.
Op 6 september 2016 heeft overleg plaats gevonden tussen de huishoudelijke commissie
van de Eerste Kamer en ondergetekende. Onderwerp van gesprek was de renovatie van
het Binnenhof en het moment waarop het Binnenhof weer kan worden gebruikt voor het
landsbestuur.
Centraal stond de vraag hoe, binnen de kaders van het project, te weten een renovatieduur
van 5,5 jaar en een totale budgettaire ruimte van € 475 mln. (prijspijl 2015), tegemoet
kan worden gekomen aan de Eerste Kamer om eerder terug te keren. Dit tegen de achtergrond
van het belang van de renovatie en het uitgangspunt dat de parlementaire democratie
zoveel mogelijk zichtbaar is aan het Binnenhof.
Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft aangegeven de voorkeur te hebben voor de
variant van de verbouwing met een budgettaire ruimte van 475 miljoen en een renovatieduur
van 5,5 jaar. Naar aanleiding van het gesprek met de huishoudelijke commissie is het
mijn voornemen mij maximaal in te spannen binnen deze randvoorwaarden om de Eerste
Kamer eerder terug te laten keren dan pas na 5,5 jaar. Ik maak dit onderdeel van de
voorbereiding van het project, door dit op te nemen in het Programma van Eisen (gereed
eind 2018), in de planvorming met de uitvoerende partijen en zal het als één van de
toetsingscriteria hanteren bij het beoordelen van de voorstellen. Voorts zal ik in
samenspraak met uw Kamer en alle andere gebruikers van het Binnenhof een voorstel
doen voor de projectbesturing.
Ik zend deze brief in afschrift aan de Raad van State.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok