34 276 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014, L 359) en om uitvoering te geven aan de door de OESO ontwikkelde Common Reporting Standard (Wet uitvoering Common Reporting Standard)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 7 oktober 2015

De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

  • Inleiding

  • De door de OESO ontwikkelde mondiale standaard

  • Richtlijn 2014/107/EU

  • Implementatie in de nationale wetgeving; Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

  • Gegevensbescherming; inleiding

  • Inhoud van de gegevensverwerking; rekeninghouders  Financiële instellingen

  • Financiële instellingen → Belastingdienst

  • Belastingdienst → CA’s

  • Administratieve lasten, uitvoeringskosten en budgettaire effecten

  • Overig

  • Transponeringstabel

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met tevredenheid kennisgenomen van het voorstel Wet uitvoering Common Reporting Standard en hebben nog een aanvullende vraag.

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel. Automatische gegevensuitwisseling is een zeer belangrijk instrument in de strijd tegen belastingontduiking en belastingontwijking. Door automatisch gegevens uit te wisselen kan de Belastingdienst namelijk sneller zien of sprake is van ongeoorloofde of ongewenste ontwijking.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Wet uitvoering Common Reporting Standard(CRS). Deze leden hebben wel nog enkele vragen over het wetsvoorstel.

Een van de kernvragen van de leden van de CDA-fractie bij dit wetsvoorstel betreft de uitvoerbaarheid voor financiële instellingen. De regering wijst er onder andere op dat banken nu al zijn voorbereid door de uitvoering van de FATCA-wetgeving. Maar bij dit wetsvoorstel gaat het wel om een veel grotere doelgroep, namelijk alle klanten en niet alleen de klanten met de Amerikaanse nationaliteit. Hoe gaan banken bijvoorbeeld de door de CRS verplichte adresgegevens doorgeven van personen zonder vaste woon- of verblijfplaats?

Een aanzienlijk deel van de regels wordt gedelegeerd naar een AMvB en verwijst de regering ook een aantal keer naar de leidraad. Is de regering bereid de genoemde AMvB en de leidraad bij onderhavig wetsvoorstel aan de Kamer te doen toekomen?

Waarom voert Oostenrijk de CRS pas per 2017 in, terwijl alle andere EU-landen de CRS per 2016 invoeren, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel ter uitvoering van de Common Reporting Standard (CRS). Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het tegengaan van belastingontwijking- en ontduiking, een doel dat door deze leden van harte wordt gesteund.

De leden van de D66-fractie steunen de positie van Early Adopter, waarmee Nederland positie inneemt in de kopgroep van 51 landen die automatisch financiële inlichtingen zullen gaan uitwisselen op basis van de CRS. Deze leden hebben kennisgenomen van de tabel in de bijlage met een overzicht van landen die hebben toegezegd om automatisch gegevens uit te gaan wisselen op basis van de CRS en het jaar waarin die landen van plan zijn daarmee van start te gaan. Is de regering bereid om de Kamer op termijn te informeren over de voortgang van de implementatie in deze landen?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben enkele vragen over de Wet uitvoering Common Reporting Standard.

De door de OESO ontwikkelde mondiale standaard

In hoeverre sluit de door de OESO ontwikkelde standaard aan op FATCA, vragen de leden van de PvdA-fractie. Zijn bestaande systemen die zijn opgebouwd voor FATCA tevens bruikbaar voor de OESO standaarden?

Hoe verloopt de implementatie in andere staten? Hoeveel van de Early Adaptors hebben een voldoende gegevensbeschermingsniveau bereikt dat Nederland bereid is automatisch gegevens uit te wisselen? Is niet voldoen aan deze eisen een manier voor minder-coöperatieve landen om het proces te frustreren?

Wordt voor het bepalen of een rekening een lagewaarderingrekening is of een hogewaarderingrekening per rekening beoordeeld van welk type sprake is? Of kunnen bij deze beoordeling rekeningen van dezelfde rekeninghouder bij dezelfde bank opgeteld worden?

Op welke termijn acht de regering CRS werkende in de gehele EU? Is de doelstelling om gegevens over het jaar 2016 uit te wisselen haalbaar? Zijn deze gegevens compatibel met de Nederlandse IT-infrastructuur voor de inkomstenbelasting? Op welke termijn acht de regering het mogelijk bankgegevens die van andere lidstaten worden ontvangen op te nemen in de vooringevulde aangifte?

De leden van de SP-fractie vragen de regering zo helder mogelijk aan te geven welke gegevens over financiële rekeningen die worden gehouden bij financiële instellingen precies worden gedeeld. Worden vermogensmutaties ook bijgehouden door financiële instellingen? Worden deze ook gedeeld? Wat bedoelt de regering precies met de zinsnede «en overige inkomsten die zijn gegenereerd met betrekking tot (activa die verbonden zijn met) een rekening»? Gaat het dan om vermogensinkomsten?

De leden van de SP-fractie vragen wat een uitgezonderde rekening precies is. Wanneer is een rekening uitgezonderd? En wanneer is een financiële instelling uitgezonderd van de rapportageplicht?

De leden van de SP-fractie lezen in de memorie van toelichting dat het Global forum gaat onderzoeken in hoeverre de landen die per 2017 informatie gaan uitwisselen, hun gegevensbeschermingsniveau op orde hebben. Is dit onderzoek al gestart? Richt het zich enkel op het niveau van gegevensbescherming of ook op andere zaken? Wordt de uitkomst van dit onderzoek openbaar gemaakt?

De leden van de SP-fractie merken op dat het al dan niet uitwisselen van informatie op vrijblijvende wijze geschiedt. Immers, wanneer Nederland aangeeft informatie te willen uitwisselen met een ander land, zal dit enkel gebeuren wanneer dit land ook Nederland uitkiest om informatie mee te gaan uitwisselen. De leden vragen hoe wordt tegengegaan dat een situatie ontstaat waarin landen andere landen gaan uitsluiten. Kan de regering hierop ingaan? Hoe wordt gegarandeerd dat landen informatie ontvangen, wanneer zij aan de genoemde voorwaarden voldoen?

In het verlengde hiervan vragen de leden van de SP-fractie de regering aan te geven met welke landen het informatie wil gaan uitwisselen. Zijn er ook landen die worden uitgesloten door Nederland, op andere gronden dan het niet voldoen aan de genoemde voorwaarden? Zo ja, welke zijn dat? Met welke landen is Nederland voornemens te gaan uitwisselen?

De leden van de fractie van het CDA vragen of de regering kan aangeven in welke situaties een entiteit kwalificeert als passieve niet financiële instelling? Het is natuurlijk ongewenst dat onderhavige wetgeving kan worden omzeild door het vermogen te verplaatsen naar een niet-CRS-land. Klopt het dat een financiële instelling in een niet-CRS-land altijd als een passieve NFE wordt aangemerkt?

En klopt het ook, zo vragen de leden van de CDA-fractie, dat een passieve NFE moet nagaan of zijn rekeninghouders woonachtig zijn in een CRS-land? Indien dit het geval is, de rekeninghouder woont bijvoorbeeld in Nederland, wie moet er dan gegevens over de rekening aan de Nederlandse fiscus verstrekken, de rekeninghouder of de buitenlandse instelling? En indien de buitenlandse instelling in een niet-CRS-land de gegevens moet verstrekken, op grond van welke wet kan een instelling in een niet-CRS-land daartoe gehouden worden?

De leden van de fractie van D66 constateren dat de OESO een mondiale standaard heeft ontwikkeld waarbij landen automatisch financiële inlichtingen uitwisselen naar het model van de FATCA. Voor daadwerkelijk tot informatie-uitwisseling over wordt gegaan, moeten landen nog wel aan bepaalde nadere voorwaarden voldoen om te voorkomen dat landen informatie met elkaar uitwisselen zonder dat de vertrouwelijkheid en de beveiliging van ontvangen gegevens voldoende gewaarborgd is. Deze leden lezen dat onder andere de nationale wetgeving op orde moet zijn, landen een adequaat gegevensbeschermingsniveau moeten hebben en moeten aangeven welk transmissiekanaal ze gaan gebruiken. Deze leden vragen in hoeverre dit inmiddels in de Verenigde Staten op orde is. Is de IGA die Nederland met de VS heeft gesloten voor de tenuitvoerlegging van de FATCA volledig geratificeerd en geïmplementeerd door de Amerikanen? Deze leden vragen hoe het staat met het voorstel van het Amerikaanse Ministerie van Financiën aan het Amerikaanse Congres om te komen tot een volwaardige vorm van wederkerigheid door de Amerikaanse Secretary of the Treasury de bevoegdheid te geven dit aan de hand van uitvoeringsvoorschriften te regelen? Deze leden vragen naar de voortgang van de toezegging van de VS van de in artikel 6 van de NL-IGA omschreven inspanningsverplichtingen.

Richtlijn 2014/107/EU

De leden van de PvdA-fractie vragen zich af in hoeverre de identificatievoorschriften afwijken van hetgeen financiële instellingen en andere dienstverleners reeds moeten bijhouden op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

De leden van de SP-fractie lezen in artikel 1 van de richtlijn welke inlichtingen door rapporterende financiële instellingen moeten worden verstrekt. Deze leden vernemen graag welke inlichtingen hierin ontbreken om een heffing op werkelijke vermogenswinsten te kunnen uitvoeren.

Onder deel VIII van de richtlijn worden de niet-rapporterende financiële instellingen genoemd. De leden van de SP-fractie vragen de regering uit te leggen waarom een vrijgesteld collectief beleggingsvehikel, genoemd in d, niet hoeft te rapporteren.

De leden van de SP-fractie vragen de regering tevens in te gaan op de sancties van het niet nakomen van de verplichtingen in de richtlijn. Kan de regering hierop ingaan? Klopt het dat, indien de verplichtingen voortvloeiende op de richtlijn niet worden nagekomen, de sancties worden bepaald door het land waarin het niet nakomen plaatsvindt? Zo ja, kan de regering ingaan op de verschillende sanctieregimes van de landen die deelnemen aan de CRS? Zijn deze in alle landen voldoende afschrikwekkend, vragen de leden? En welke sancties staan er op het niet nakomen van de verplichtingen, indien zich dit in Nederland voordoet? Waarom is niet gekozen voor het opnemen van een sanctieregime in de richtlijn?

Implementatie in de nationale wetgeving; Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

Waarom bevat de CRS in tegenstelling tot de FATCA geen sanctiemechanisme in de vorm van een bronbelasting? Is het mogelijk dit later alsnog toe te voegen mocht blijken dat de coöperatie van financiële instellingen tegenvalt, vragen de leden van de PvdA-fractie.

Is de regering bereid de Richtlijn als bijlage bij de wet op te nemen in verband met de verwijzingen bij de definities naar de Richtlijn, zo vragen de leden van de fractie van het CDA.

De leden van de SP-fractie vragen de regering om het overzicht van de gegevens die financiële instellingen aan de Belastingdienst moeten verstrekken dat in de WIB wordt opgenomen, nu alvast aan de Kamer te doen toekomen.

Gegevensbescherming; inleiding

Welke gegevensverstrekkingen waar onderhavig wetsvoorstel toe noopt, vloeien niet rechtstreeks voort uit Richtlijn 2014/107/EU, vragen de leden van de fractie van het CDA.

Inhoud van de gegevensverwerking; rekeninghouders → Financiële instellingen

De financiële instelling stelt de woonplaats van de rekeninghouder vast aan de hand van indicatoren, dit betreft een onderzoek naar de bij de instelling beschikbare gegevens en eventueel de verklaring van de rekeninghouder. De leden van de CDA-fractie hebben hier enkele vragen over.

Moet de financiële instelling ook onderzoek doen naar bij de instelling nog niet beschikbare gegevens, zoals een mogelijke inschrijving in het BRP? Wat is de definitie van woonplaats onder de CRS? Komt die overeen met de fiscale definitie zoals beschreven in de AWR? Wat gebeurt er, zo vragen de leden van de CDA-fractie, wanneer de rekeninghouder het niet eens is met het oordeel van de financiële instelling? Is er bezwaar en beroep mogelijk zoals bij onenigheid over de woonplaats tussen de belastingplichtige en de inspecteur?

De regels voor fiscaal inwonerschap zijn niet altijd zwart-wit, zo kan bijvoorbeeld doorslaggevend zijn waar iemand het middelpunt van zijn sociale leven heeft. Hoe moet een financiële instelling dat toetsen? Als het fiscaal inwonerschap van een rekeninghouder onderwerp is van discussie tussen de rekeninghouder (de belastingplichtige) en de inspecteur, hoe weet de rekeninghouder dan welk land de financiële instelling op basis van haar onderzoek als woonplaats heeft aangewezen? Het kan immers zo zijn dat de rekeninghouder dit wil controleren om te voorkomen dat zijn financiële gegevens bij de verkeerde belastingdienst terechtkomen. En als de discussie tussen de rekeninghouder en de inspecteur, al dan niet na tussenkomst van de rechter, beëindigd is en de fiscale woonplaats is vastgesteld, hoe komt de financiële instelling dan te weten met welke belastingdienst hij voortaan gegevens moet uitwisselen, vragen de leden van de fractie van het CDA.

Is de verplichting tot onderzoek door de financiële instelling een eenmalige of een continue verplichting? Stel dat de rekeninghouder emigreert en dit niet doorgeeft aan de financiële instelling. Wat zijn dan de gevolgen onder de Wet CRS voor de financiële instelling, vragen de leden van de CDA-fractie.

De indicatoren zijn echter niet doorslaggevend als de rekeninghouder een niet te rapporteren persoon is. In welke situaties kan het voorkomen dat de indicatoren wijzen op inwonerschap van een CRS-land, terwijl de rekeninghouder een niet te rapporteren persoon is? In welke gevallen is de eigen verklaring van de rekeninghouder voldoende om, in tegenstellen tot de uitkomst van de indicatoren, vast te stellen dat de rekeninghouder een niet te rapporteren persoon is, vragen de leden van de CDA-fractie.

Financiële instellingen → Belastingdienst

De leden van de SP-fractie merken op dat in Nederland ook rekeningen worden aangehouden door personen uit landen waarmee Nederland (nog) geen afspraken heeft over informatie-uitwisseling. Zij vragen de regering of financiële instellingen informatie over rekeninghouders en uiteindelijke belanghebbenden van alle rekeningen in één keer mogen verzamelen en opslaan, ook van rekeninghouders uit landen waarmee Nederland thans nog geen afspraken over informatie-uitwisseling heeft.

Belastingdienst → CA’s

Is zeker dat alle andere CRS-landen van mening zijn dat Nederland over een adequaat beschermingsniveau beschikt? Immers indien er een CRS-land is die een hoger beschermingsniveau heeft of op andere (al dan niet onterechte) gronden oordeelt dat Nederland niet over een adequaat beschermingsniveau beschikt, kunnen in Nederland wonende belastingplichtigen zwartsparen door hun vermogen in dat andere CRS-land te stallen, vragen de leden van de CDA-fractie.

Administratieve lasten, uitvoeringskosten en budgettaire effecten

De regering schat de administratieve lasten op € 30 miljoen en de uitvoeringskosten bedragen € 7 miljoen eenmalig en € 4 miljoen structureel. Heeft de regering een schatting gemaakt van de extra belastingopbrengsten die als gevolg van onderhavig wetsvoorstel door de Belastingdienst kunnen worden opgehaald, vragen de leden van de CDA-fractie.

Overig

De leden van de fractie van de VVD vragen de regering of zij kan bevestigen dat de gedeelde informatie alleen op vertrouwelijke basis tussen belastingdiensten wordt uitgewisseld?

De leden van de fractie van het CDA vragen de regering tevens in te gaan op de vragen en opmerkingen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs in hun commentaar op onderhavig wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering wanneer een vermogensbeheerder onder de Wet uitvoering Common Reporting Standard dient te renseigneren over de belangen in de fondsen die hij beheert?

Ook vragen de leden van de ChristenUnie-fractie wat de invloed is van de Wet uitvoering Common Reporting Standard op de inkeerregeling, mede in het licht van de onder richtlijn 2014/107/EU aanwezig zijnde verplichting om rekeninghouders te informeren dat informatie over hen ingevolge CRS wordt verzameld en kan worden doorgegeven aan de Belastingdienst?

In een bredere beschouwing van informatie-uitwisseling, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of de conclusie van advocaat-generaal Bot in zaak C-362/14 (Maximillian Schrems/Data Protection Commissioner) nog relevant is voor het verstrekken van fiscale gegevens aan de Verenigde Staten inzake FATCA?

Transponeringstabel

Klopt het dat elke inwoner van een CRS-land een «te rapporteren persoon» is, vragen de leden van de CDA-fractie.

Een «rapporterende financiële instelling» is elke financiële instelling in een lidstaat. Hoe verhoudt deze definitie zich tot de Nederlandse definitie? Zijn er toch nog instellingen of filialen die niet hoeven te rapporteren?

Onder de Wet CRS worden financiële instellingen verplicht om gegevens over de directe rendementen en de brutoopbrengst van vermogenstransacties aan de Belastingdienst te verschaffen. De leden van de CDA-fractie hebben echter begrepen dat er ook banken zijn die over de volgende stap nadenken, namelijk om de netto-opbrengst, de vermogenswinst, van vermogenstransacties bij te gaan houden. De leden van de CDA-fractie vinden dit zeer interessant, omdat dit betekent dat een vermogenswinstbelasting voor aandelen eenvoudig te realiseren zal zijn. Is het de regering bekend dat banken hiermee bezig zijn? Welke banken zijn momenteel al in staat om de netto-opbrengst bij te houden, zodat deze informatie bij volgende wetgeving aan de Belastingdienst kan worden geleverd, en welke banken zijn hier momenteel mee bezig? Is de regering in overleg met banken en andere financiële instellingen over deze ontwikkeling, vragen de leden van de CDA-fractie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Duisenberg

De griffier van de commissie, Berck

Naar boven