Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2015
Op 7 september 2015 is de Verzamelwet SZW 2016 ingediend bij de Tweede Kamer. Op 12 november
2015 is het wetsvoorstel als hamerstuk aangenomen door de Tweede Kamer. Nadere overweging
van een aantal elementen uit de Verzamelwet SZW 2016 naar aanleiding van het verslag
heeft enige tijd gevergd, hierdoor is het helaas pas mogelijk gebleken om de nota
naar aanleiding van het verslag in te dienen voor de procedurevergadering van 27 oktober
2015.
Onderstaand licht ik toe waarom afhandeling van dit wetsvoorstel voor 1 januari 2016
een spoedeisend belang heeft.
Dit wetsvoorstel behelst noodzakelijke reparatiewetgeving. De Verzamelwet brengt kleine,
maar belangrijke wijzigingen aan in reeds bestaande of pas gewijzigde wetgeving en
wetgeving die op 1 januari 2016 in werking treedt. Voor de kostendelersnorm in de
Participatiewet geldt bijvoorbeeld dat het van groot belang is dat de wetgeving zo
snel mogelijk wordt verbeterd; een omissie in de Participatiewet is voor een (kleine)
groep burgers nadelig, omdat zij volgens de wet een bijstandsnorm krijgen die voor
hen te laag is. Tegelijkertijd krijgt een kleine groep, op basis van de huidige wet,
een te hoog bedrag. Aangezien de Participatiewet het sociaal vangnet is, moet dit
zo snel mogelijk worden gerepareerd. Uitvoeringsinstanties gaan er daarnaast van uit
dat de voor hen relevante wijzigingen 1 januari 2016 ingaan en passen hun werkprocessen
hierop aan.
Ik verzoek u op grond van voorgaande overwegingen, ondanks het feit dat de deadline
van 16 oktober niet is gehaald, uw medewerking te verlenen aan een spoedige behandeling
van het wetsvoorstel opdat dit wetsvoorstel toch op 1 januari 2016 in werking kan
treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher