34 270 Uitvoering Wet raadgevend referendum

Nr. 7 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE KIESRAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2016

Ter voldoening aan artikel 38, tweede lid, van de Wet raadgevend referendum deel ik u mee dat ik de inleidende verzoeken tot het houden van een raadgevend referendum over onderstaande wetten niet heb toegelaten, omdat hiervoor niet het wettelijk voorgeschreven aantal verzoeken van 10.000 is ingediend.

De Wet houdende goedkeuring van het op 29 november 2012 te Washington tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking betreffende nationale en civiele veiligheid (Kamerstuk 33 815). Met betrekking tot deze wet zijn in totaal 2 verzoeken ingediend, die door omstandigheden die niet waren voorzien later bekend zijn geworden.

De Wet houdende goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 14 februari 1972 te Rabat tot stand gekomen Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko en het op 3 november 1972 te Rabat tot stand gekomen Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Kamerstuk 34 052). Met betrekking tot deze wet zijn in totaal 1.971 verzoeken ingediend.

De voorzitter van het centraal stembureau voor het houden van een referendum, H.R.B.M. Kummeling

Naar boven