34 270 Uitvoering Wet raadgevend referendum

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2016

Bij brief van 17 november jl.1 heb ik u laten weten in overleg te zijn met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over vergoeding aan de gemeenten voor het organiseren van raadgevende referenda. Het kabinet hecht aan een zorgvuldig voorbereid en goed georganiseerd referendum, met adequate toegankelijkheid voor de kiezers. Tegelijk benadruk ik het belang van een kostenefficiënte organisatie van het referendum. Dat laatste is temeer belangrijk omdat onbekend is hoeveel referenda er in de toekomst zullen worden gehouden. Deze uitgangspunten worden door de VNG onderschreven.

Het kabinet heeft besloten de kosten die samenhangen met de voorbereiding en uitvoering door gemeenten van het referendum van 6 april a.s. over de wet die strekt tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne (Kamerstuk 34 116), tot een maximum van € 30 miljoen voor zijn rekening te nemen. Het kabinet stelt daarmee eenmalig maximaal € 10 miljoen extra ter beschikking, bovenop de reeds toegezegde € 20 miljoen voor dit referendum. Met de VNG is hierover overeenstemming bereikt.

Benadrukt zij dat hiermee niet wordt vooruitgelopen op de bekostiging van eventuele toekomstige referenda. Ik ben voornemens een onderzoek te laten verrichten naar de kosten die gemeenten maken voor het voorbereiden en organiseren van het referendum. Het onderzoek moet in kaart brengen hoe een referendum zorgvuldig maar sober kan worden georganiseerd. Een deskundige commissie zal het onderzoek begeleiden. De uitkomsten van het onderzoek zullen de basis vormen voor verder overleg met de VNG over de bekostigingswijze van toekomstige referenda, conform artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet. Ik verwacht de resultaten van het onderzoek na de zomer aan uw Kamer te kunnen doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 34 270, nr. 4.

Naar boven