Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2017
Bij brief van 29 augustus 2016 is de evaluatie van het raadgevend referendum van 6 april
2016 aan uw Kamer gestuurd. In die brief is onder meer aandacht gevraagd voor het
feit dat de bepalingen in het Besluit raadgevend referendum over de controle van de
ingediende referendumverzoeken methodologisch voor verbetering vatbaar zijn.1 De Kiesraad is, als centraal stembureau, belast met deze controle. De Raad gaat daarbij
na of de verzoeken voldoen aan de in de Wet raadgevend referendum (Wrr) opgesomde
criteria.2 De Raad kan ervoor kiezen om bij een deel van die controle een steekproef te gebruiken,
in plaats van alle verzoeken te controleren. In het Besluit raadgevend referendum (een algemene maatregel
van bestuur) staat hoe de steekproef moet worden uitgevoerd. Gebleken is dat toepassing
van de voor de steekproef voorgeschreven formule leidt tot een onderschatting van
het aantal meervoudig ingediende verzoeken.
Ik heb in het najaar van 2016 aan prof. dr. E.C. Wit, hoogleraar statistiek en stochastiek
aan de Rijksuniversiteit Groningen, gevraagd om mij te adviseren over verbetering
van de formule. Prof. Wit heeft in juli jl. als alternatief een stabielere schattingsprocedure
voorgesteld. Die is in sommige gevallen echter ook bewerkelijker. Dat heeft consequenties
voor de Kiesraad, die bij de controle van de verzoeken is gebonden aan beslistermijnen
van één week (inleidende verzoeken om een referendum te houden, waarvoor ten minste
10.000 geldige verzoeken nodig zijn) respectievelijk twee weken (definitieve verzoeken,
waarvoor ten minste 300.000 geldige ondersteuningsverklaringen nodig zijn).3
Ik ben thans met de Kiesraad en prof. Wit in gesprek om te bezien wat er nodig is
om op korte termijn te komen tot een regeling die voorziet in een adequate steekproefprocedure,
die kan worden uitgevoerd binnen de wettelijke termijnen. Totdat de formule is verbeterd,
zal de controle van lopende referendumverzoeken dus plaatsvinden op basis van de huidige
bepalingen van het Besluit raadgevend referendum. Dat geldt dus ook voor referendumverzoeken
over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), maar evenzeer voor de
controle van eventuele referendumverzoeken over andere wetten die op dit moment kunnen
worden ingediend.4 De Kiesraad heeft mij laten weten dat hij controle van alle ingediende referendumverzoeken niet mogelijk acht zonder in strijd te komen met de
eerdergenoemde wettelijke termijnen.
Ik wijs erop dat het strafbaar is om meer dan één verzoek in te dienen of meer dan
één ondersteuningsverklaring af te leggen.5 Bij de controle van de verzoeken ten behoeve van het inleidende verzoek om een referendum
te houden over de Wiv, heeft de Kiesraad vier gevallen van dubbele indiening aangetroffen.
De Raad heeft daarvan aangifte gedaan bij de officier van justitie.6
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk