34 270 Uitvoering Wet raadgevend referendum

Nr. 14 MOTIE VAN HET LID TEN BROEKE

Voorgesteld 13 april 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de artikelen onder titel VI van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne spreken van «financiële bijstand» aan Oekraïne;

constaterende dat deze artikelen tot onduidelijkheid over de financiële consequenties ervan hebben geleid;

overwegende dat elke vorm van financiële bijstand als rechtstreeks gevolg van deze associatieovereenkomst of buiten de reeds gemaakte afspraken in IMF-verband of in het kader van EU-nabuurschapsbeleid om onwenselijk is;

verzoekt de regering, elke vorm van financiële bijstand aan Oekraïne buiten de reeds in IMF of EU-nabuurschapsverband gemaakte afspraken eerst aan de Kamer voor te leggen;

verzoekt de regering voorts, om de Kamer spoedig te informeren over de werkelijke financiële consequenties van dit verdrag,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ten Broeke

Naar boven