Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34264 nr. AC |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34264 nr. AC |
Vastgesteld 17 juli 2017
De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, met uitzondering van de leden van de fracties van de VVD en de PVV, hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 mei 2017 inzake de juridische redenering transparantie kosten programmering.2
Naar aanleiding hiervan is op 12 juni 2017 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris.
De Staatssecretaris heeft op 12 juli 2017 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Boer
Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Den Haag, 12 juni 2017
De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met uitzondering van de leden van de fracties van de VVD en de PVV, hebben met aandacht kennisgenomen van uw brief van 16 mei 2017 inzake juridische redenering transparantie kosten programmering.3 Daarmee kan toezegging T022164 als voldaan worden beschouwd, maar deze leden wensen te markeren dat zij uw interpretatie aangaande de informatieverplichtingen in de Mediawet niet delen. Zij onderschrijven daarmee uw conclusie dat wij op dit punt fundamenteel van mening verschillen.
De leden van de PVV-fractie wensen nog het volgende op te merken. De publieke media-instellingen en de NPO dienen de burger objectief, neutraal en onpartijdig te informeren. In de praktijk is de publieke omroep echter allesbehalve pluriform en geeft in de programmering een te eenzijdig beeld van de werkelijkheid die veelal partijpolitiek is gekleurd en daarmee dus geen afspiegeling van de samenleving is. Daar is publiek geld, waarmee de publieke omroep wordt gefinancierd, dan ook niet voor bedoeld.
De publieke media-instellingen en de NPO verwaarlozen daarmee hun wettelijke taken op ernstige wijze, en maken daardoor oneigenlijk gebruik van de beschikbaar gestelde publieke middelen. Het gaat hier dus niet om overheidsbemoeienis met de redactionele inhoud van het media-aanbod, maar over het afleggen van financiële verantwoording, het verstrekken van adequate informatie door publieke media-instellingen en de NPO over inzet en gebruik van publieke middelen voor gemaakte programmakeuzes die niet voldoen aan de publieke mediaopdracht in Hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008.
De leden van de PVV-fractie wensen daarom de volgende vragen te stellen. Deelt u de stelling dat de informatieplicht, ook over alle financiële aangelegenheden, van de NPO des te zwaarder weegt, naarmate de programmering een eenzijdig en gekleurd karakter heeft? En zo niet, waarom niet? Bent u bereid om deze zorg onder de aandacht te brengen van de landelijke publieke media-instellingen en de NPO? En zo niet, waarom niet? Kunt u de NPO houden aan haar wettelijke taken, met als uitgangspunt de financiering van bepaalde programma’s van de NPO die niet beantwoorden aan de publieke mediaopdracht zoals deze staat vermeld in hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008? En zo niet, waarom niet?
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. de Vries-Leggedoor
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2017
In deze brief geef ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden van de PVV-fractie zoals gesteld in de bovenvermelde brief van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de juridische redenering ten aanzien van transparantie van programmakosten.
De genoemde leden vragen of ik de stelling deel dat de informatieplicht, ook over alle financiële aangelegenheden, van de NPO des te zwaarder weegt, naarmate de programmering een eenzijdig en gekleurd karakter heeft, en zo niet, waarom niet. Ik deel deze stelling niet. De informatieplicht is niet selectief, is niet afhankelijk van vermeende politieke gekleurdheid van programma’s en kan ook niet door overheid of politiek ingezet worden om controle uit te oefenen op de inhoud van programma’s.
De leden van de PVV-fractie vragen verder of ik bereid ben om deze zorg onder de aandacht te brengen van de landelijke publieke media-instellingen en de NPO zo niet, waarom niet. Ik neem aan de genoemde leden doelen op hun zorg dat de programmering van de publieke omroep een bepaalde te eenzijdige kleur heeft. Deze zorg is genoegzaam bij de NPO – en bij mij – bekend.
Tot slot vragen de genoemde leden of ik de NPO kan houden aan haar wettelijke taken, met als uitgangspunt de financiering van bepaalde programma’s van de NPO die niet beantwoorden aan de publieke mediaopdracht zoals deze staat vermeld in hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008, en zo niet, waarom niet. Uiteraard zal ik de publieke omroep houden aan zijn wettelijke opdracht op een manier die past bij de ministeriële verantwoordelijk, de (grond)wettelijke kaders en de bestuurlijke instrumenten die er zijn om de ministeriële verantwoordelijkheid waar te maken. Die instrumenten liggen niet op het vlak van specifiek toezicht op de programmering of programma’s. Het is in eerste instantie aan de publieke omroep om zich te verantwoorden over de wijze waarop hij zijn opdracht uitvoert, in de eerste plaats aan het publiek. Recente wijzigingen van de Mediawet 2008 hebben tot doel om de taakopdracht aan te scherpen. Daarbij zijn ook maatregelen getroffen om het publiek beter te betrekken bij de programmering, om de verantwoording te verstevigen en om de uitvoering van de taakopdracht beter toetsbaar te maken. Ook in de Prestatieovereenkomst zal ik met de NPO afspraken over verantwoording vastleggen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker
Samenstelling:
Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Köhler (SP), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV)
«De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Sent (PvdA), toe de juridische redenering over transparantie van de kosten van de programmering aan de Kamers te sturen en daarbij onafhankelijke juridische experts te betrekken.» Zie https://www.eerstekamer.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34264-AC.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.