34 253 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE1

Vastgesteld 21 februari 2017

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog de volgende vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De curator wordt verplicht bij het beheer en de vereffening van de boedel te bezien of zich onregelmatigheden voordoen. Hij dient vervolgens de rechter-commissaris vertrouwelijk te informeren over de onregelmatigheden en doet, zo hij of de rechter-commissaris dit nodig acht, melding of aangifte ervan bij de bevoegde instanties. Wat moet precies worden verstaan onder «onregelmatigheden»? Moet dan altijd sprake zijn van handelingen die strafbare feiten kunnen opleveren? Hoe zit het met aandeelhouders, bestuurders, commissarissen, vennoten of feitelijk opdrachtgevers die bijvoorbeeld overeenkomsten zijn aangegaan of daarvan op de hoogte waren dan wel goedkeuring daaraan hebben verleend waaruit betalingsverplichtingen voortvloeiden, terwijl zij wisten of hadden kunnen weten dat deze niet meer voldaan zouden kunnen worden, of althans dat er een aanzienlijk risico daarop bestond? Zij lopen eerder een aansprakelijkheidsrisico op grond van het bepaalde in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan een risico om strafrechtelijk veroordeeld te worden. Gelden deze gedragingen of kunnen deze gedragingen ook gaan gelden als onregelmatigheden als bedoeld in het voorgestelde artikel 68, tweede lid, van het wetsvoorstel?

In het wetgevingsoverleg dat gevoerd is op 12 december 2016 in de Tweede Kamer, is gesproken over het nemo-teneturbeginsel. Een verdachte hoeft niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken. De Minister heeft in het wetgevingsoverleg aangegeven dat dit beginsel ook de eigen verklaring van de failliet raakt, maar niet de administratie. Dit betreft zogeheten wilsonafhankelijke informatie en die mag wel als bewijs worden gebruikt. Als de gefailleerde zijn hart uitstort bij de curator, krijgt hij volgens de Minister, zoals betoogd bij het wetgevingsoverleg, geen «strafrechtelijke immuniteit».2 Dat begrijpen de leden van de VVD-fractie. Maar dient de gefailleerde wel op vragen van de curator te allen tijde te antwoorden? En hoever reikt de plicht van de gefailleerde om uit eigen beweging inlichtingen te verstrekken? De curator kan geen cautie geven. Toch kan er een situatie ontstaan dat de gefailleerde zoveel informatie verstrekt, dat hij onbewust wel degelijk meewerkt aan zijn eigen veroordeling. Wil de regering nog eens ingaan op de toepassing van het nemo-teneturbeginsel en de afbakening daarvan? Wanneer zal daar wel sprake van zijn en wanneer niet meer?

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Duthler

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Engels (D66), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vicevoorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Backer (D66), Knip (VVD), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Hoekstra (CDA), Popken (PVV), Schouwenaar (VVD), Schrijver (PvdA), Bikker (CU), Bredenoord (D66), Van Dijk (SGP), Markuszower (PVV), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van Weerdenburg (PVV), Wezel (SP), Van de Ven (VVD)

X Noot
2

Kamerstukken II 2016/17, 34 253, nr. 13, p. 11.

Naar boven