34 251 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Nr. 56 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 42

Ontvangen 3 februari 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde derde lid in het eerste onderdeel vervalt: ten minste tweemaal per jaar.

2. In het voorgestelde zesde lid in het tweede onderdeel vervalt: ten minste tweemaal per jaar.

II

In artikel II, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde derde lid: ten minste tweemaal per jaar.

III

Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde derde lid in het eerste onderdeel vervalt: ten minste tweemaal per jaar.

2. In het voorgestelde zesde lid in het tweede onderdeel vervalt: ten minste tweemaal per jaar.

IV

In artikel IV, onderdeel D, vervalt in het voorgestelde achtste lid in het tweede onderdeel: ten minste tweemaal per jaar.

V

Artikel V, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige aanhef wordt de aanduiding «2» geplaatst en in de tekst wordt «Aan artikel 9.8» vervangen door: Er.

2. Voor het tweede onderdeel (nieuw) wordt ingevoegd:

Artikel 9.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt: ten minste twee keer per jaar.

VI

In artikel V, onderdeel K, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. In het vijfde lid (nieuw) vervalt: ten minste twee keer per jaar.

VII

Artikel V, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige aanhef wordt de aanduiding «2» geplaatst en in de tekst wordt «Aan artikel 11.6» vervangen door: Er.

2. Voor het tweede onderdeel (nieuw) wordt ingevoegd:

Artikel 11.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt: ten minste twee keer per jaar.

VIII

In artikel VII, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde derde lid in het eerste onderdeel: ten minste tweemaal per jaar.

IX

In artikel VIII, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde derde lid in het eerste onderdeel: ten minste tweemaal per jaar.

Toelichting

Ondergetekende ziet onvoldoende noodzaak om de frequentie van het overleg tussen de raad van toezicht en de medezeggenschapsraad in de wet op te nemen. Het is aan de medezeggenschapsraad en de raad van toezicht om hieraan uitwerking te geven. Bovendien kan ook in codes goed bestuur aandacht besteed worden aan de frequentie van dit overleg.

Bisschop

Naar boven