34 249 Verslag van een werkbezoek aan Brussel door een delegatie van de commissie Defensie

Nr. 3 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR DEFENSIE AAN BRUSSEL VAN 27 TOT EN MET 28 JANUARI 2019

Vastgesteld 8 februari 2019

Een delegatie uit de vaste commissie voor Defensie heeft op zondag 27 en maandag 28 januari 2019 een werkbezoek gebracht aan Brussel. Het doel van het werkbezoek was om meer inzicht te verkrijgen in de laatste ontwikkelingen op het terrein van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie.

De delegatie bestond uit de leden Aukje de Vries (delegatieleider; VVD), Bosman (VVD), Anne Mulder (VVD), Bruins Slot (CDA), Belhaj (D66) en Krol (50PLUS). De delegatie werd ambtelijk begeleid door de griffier van de commissie, de heer De Lange, de EU-adviseur van de commissie, mevrouw Prenger en de parlementair vertegenwoordiger van de Staten-Generaal in Brussel, mevrouw Timmer.

De delegatie brengt als volgt verslag uit van dit werkbezoek.

De delegatie werd op de residentie van de Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de NAVO ontvangen door het Hoofd Permanente Militaire Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU en NAVO Militaire Comités, viceadmiraal Bekkering. Verder waren aanwezig de heer In den Bosch, hoofd afdeling Directie Defensiebeleid & Plannen, mevrouw Sillevis, Defensieraad, de heer Fiévez, stafofficier EU en de heer Jacobs, stafofficier EU. Tijdens deze ontvangst werd de delegatie gebrieft over actuele ontwikkelingen in het GVDB. Daarbij is onder meer gesproken over het Europees Defensiefonds, de Europese vredesfaciliteit, het Europees krachtenveld in het GVDB en de samenwerking tussen de EU en de NAVO.

Op maandagochtend 28 januari bezocht de delegatie het Europees Defensie Agentschap (EDA), alwaar het een gesprek had met de uitvoerend directeur, de heer Domecq. De heer Domecq beschreef de grote vooruitgang die sinds de publicatie van de EU Global Strategy in 2016 is gemaakt op het terrein van het GVDB. Daarbij ging hij in op de rol die EDA speelt in de uitvoering van verschillende initiatieven zoals PESCO, CARD en PADR. Volgens de heer Domecq moet de focus nu liggen op de implementatie en een goede coherentie tussen de verschillende initiatieven. EDA draagt hier op verschillende manieren aan bij, onder meer door het goed in kaart brengen en op elkaar afstemmen van defensiecapaciteiten van de lidstaten. Daarnaast sprak de delegatie met de heer Domecq over de definitie van de term «Europese strategische autonomie». Volgens de heer Domecq is de kern van Europese strategische autonomie dat de EU niet afhankelijk is van anderen. Hiervoor zijn voldoende financiële middelen en de bereidheid van de lidstaten om te willen samenwerken, essentieel.

Aansluitend had de delegatie een gesprek met de heer Alexis, Head of Unit van DG Grow van de Europese Commissie en mevrouw Tigchelaar, werkzaam bij de afdeling defensie van DG Grow. In het gesprek stond de vraag hoe het Europees Defensiefonds (EDF) kan bijdragen aan het daadwerkelijk competitiever maken van de Europese defensie-industrie centraal. Volgens de heer Alexis zijn in het EDF een aantal belangrijke waarborgen ingebouwd. Zo wordt bijvoorbeeld alleen financiering verstrekt aan projecten die worden uitgevoerd door ondernemingen uit tenminste drie verschillende lidstaten en wordt grensoverschrijdende deelname van het MKB gestimuleerd. Tegelijkertijd erkende de heer Alexis ook dat met het EDF geen einde wordt gemaakt aan het staatseigendom van bedrijven in defensie-industrie, die vaak tegen een veel lagere prijs kunnen concurreren. Volgens de heer Alexis zijn vertrouwen en de bereidheid om te willen samen te werken cruciaal om de concurrentie in de Europese defensie-industrie te vergroten. Dit kost tijd, maar het EDF kan daar volgens de heer Alexis een belangrijke bijdrage aan leveren.

Tijdens de lunch sprak de delegatie met de heer Ioan Mircea Pascu (S&D, Roemenië), vicevoorzitter en lid van de subcommissie Defensie van het Europees parlement. Volgens de heer Pascu is het parlementair toezicht op EU-niveau ten aanzien van het GVDB niet langer voldoende. In dit verband pleitte hij voor de instelling van een volwaardige commissie voor veiligheid en defensie in het nieuwe Europees parlement, dat tot op heden enkel een subcommissie is. Verder lichtte de heer Pascu het standpunt van het Europees parlement, evenals zijn eigen visie, op diverse defensieonderwerpen toe.

Daarna werd de delegatie ontvangen door twee functionarissen van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO), de heer Van Aubel, voorzitter van de Politiek Militaire Groep (PMG) en de heer Huiskes, Head of Unit van de afdeling Resources Support. De heer Van Aubel lichtte de totstandkoming en de laatste stand van zaken van PESCO toe. Volgens de heer Van Aubel ligt de focus het komende jaar op de implementatie van de gemaakte afspraken en de uitvoering van de projecten. Een moeizame discussie die nog loopt is de deelname van derde landen aan afzonderlijke PESCO-projecten. Een aantal lidstaten zou dit graag zien, terwijl andere lidstaten zeer terughoudend zijn.

Vervolgens ging de heer Huiskes in zijn bijdrage uitgebreid in op de initiatieven die zijn genomen om de militaire mobiliteit in de EU te verbeteren. Centraal hierbij staat de uitvoering van de «military mobility pledge», die op initiatief van Nederland in juni 2018 zowel in EU- als in NAVO-verband, werd bekrachtigd.

Tot slot bracht de delegatie een bezoek aan de voorzitter van het EU Militair Comité (EUMC), Generaal Graziano. Aldaar werd de delegatie gebrieft over de taken en verantwoordelijkheden van het EUMC, de lopende operaties en missies, en de laatste ontwikkelingen in het GVDB, waaronder PESCO, CARD en de Europese vredesfaciliteit. In zijn bijdrage benadrukte de heer Graziano dat de toenemende activiteiten van de EU op defensieterrein niet concurreren met de NAVO, maar de NAVO juist versterken.

De delegatie dankt de Nederlandse vertegenwoordigingen in Brussel voor hun assistentie bij de voorbereiding van en hun gastvrijheid tijdens het bezoek.

De delegatieleider, Aukje de Vries

De griffier van de delegatie, De Lange

Naar boven