34 249 Verslag van een werkbezoek aan Brussel door een delegatie van de commissie Defensie

Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR DEFENSIE AAN BRUSSEL VAN 29 TOT EN MET 30 MAART 2015

Vastgesteld 2 juli 2015

Op 29 en 30 maart 2015 bracht een delegatie van de vaste Kamercommissie voor Defensie een werkbezoek aan Brussel. De delegatie bestond uit de leden Eijsink (delegatieleider, PvdA), Bosman (VVD), Vuijk (VVD), Hachchi (D66), Knops (CDA), delegatiegriffier Röling, parlementair vertegenwoordiger van de Staten-Generaal Nollen (op 29 maart) en medewerker parlementaire vertegenwoordiging van de Staten-Generaal Verheij (op 30 maart).

Op 29 maart begon het programma met een ontvangst door mevrouw De Kwaasteniet, Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Noord-Atlantische Raad. Eveneens aanwezig waren mevrouw Van Rijnsoever, ambassadeur bij het Politiek en Veiligheidscomité, mevrouw Schouten, plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Noord-Atlantische Raad, Lt. Gen. Broeks, permanent militair vertegenwoordiger van Nederland in de Militaire Comités van de Noord-Atlantische Raad en van de EU, en mevrouw Damen, defensieattaché. Tijdens een diner op haar residentie briefte mevrouw De Kwaasteniet de delegatie over de uitwerking van de conclusies van de NAVO-top in Newport (Wales) in september 2014. Ook onderwerp van gesprek waren de uitvoering van de conclusies van de Europese Raad van december 2013, waaronder de hervorming van de interne defensiemarkt, de «strategic review» van het GBVB die de Hoge Vertegenwoordiger/vicePresident ter hand heeft genomen en de inzet van flitsmachten.

Ochtendprogramma

Op maandagochtend 30 maart bezocht de delegatie het hoofdkwartier van de NAVO, alwaar de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging als gastheer optrad voor gesprekken met Gen. Bartels, voorzitter van de Noord-Atlantische Militaire Raad, de heer Vershbow, plaatsvervangend secretaris-generaal van de NAVO, en de heer Brauss, assistent-secretaris-generaal van de NAVO voor defensiebeleid en planning.

Gen. Bartels ging in zijn presentatie uitgebreid in op de geschiedenis van de twintigste eeuw. Hij stelde dat goed begrip van conflicten uit het verleden essentieel is voor het begrijpen van uitdagingen waar de NAVO heden ten dage voor staat. Daarnaast ging hij in op hoe de context waarin de NAVO bestaat is veranderd sinds de presentatie van het strategisch concept van 2010. Aan de hand van voorbeelden als de onverwachte val van het regime van Gadaffi in Libië en de annexatie van de Krim schetste hij een tijdperk van strategische verrassingen. Bartels ging in op hoe de NAVO zich op diverse scenario’s kan voorbereiden en hoe de lidstaten door samenwerking en planning hun defensiebudgetten effectiever kunnen besteden.

Met de heer Vershbow werd gesproken over de rol die de NAVO speelt aan de oost- en zuidgrenzen van Europa. Vershbow stelde dat de rol voor de NAVO aan de zuidgrenzen minder duidelijk is dan aan de oostgrenzen. Immers, in het oosten grenzen NAVO-lidstaten aan Rusland, terwijl de opkomst van ISIS in het Midden-Oosten zich buiten bondgenootschappelijk grondgebied afspeelt. Daarnaast spraken de leden met de heer Vershbow over de mogelijkheden tot de-escalatie die de Minskakkoorden bieden.

Met de heer Brauss wisselden de leden van gedachten over capaciteitsvraagstukken. Brauss betoogde dat in de afgelopen jaren veel inzet buiten bondgenootschappelijk grondgebied had plaatsgevonden die zich goed liet plannen en waarover parlementen op tijd geïnformeerd konden worden. Hij verwees hierbij naar de missies in Afghanistan, Libië en Bosnië-Herzegovina. In de toekomst zou inzet op kortere termijn nodig kunnen blijken, waardoor beslissingen daartoe onder hogere druk moeten worden genomen.

De delegatie sprak voorts over flitsmachten en de Nederlandse bijdrage daaraan. De heer Brauss stelde dat Nederland bekend staat als een betrouwbare bondgenoot die een substantiële bijdrage kan leveren. De deelname van Nederland aan de interim--VJTF zal dan ook belangrijk blijken bij het leren hoe het instrument werkt.

Daarna werd de delegatie ontvangen door het Europees Defensieagentschap (EDA) door de heer Domecq, de recent aangetreden executive van het EDA, en de heer Goos, zijn plaatsvervanger. De heer Domecq prees Nederland voor de samenwerking met de EDA. Daarnaast ging hij in op de rol van het EDA in Brussel: een kleine en daardoor behendige speler in Brussel die vooral de samenwerking moet zoeken en faciliteren. Het gesprek ging daarna onder andere over de hervorming van de defensiemarkt, in het bijzonder de preparatory action die de mogelijkheden voor dual-use-onderzoek in kaart moet brengen en de werking van richtlijn 81/2009.

Middagprogramma

Ambassadeur Schuwer bood een lunch aan waarbij de delegatie in gesprek ging met de heer Vandeput, Minister van Defensie van België. Het gesprek ging onder andere over de verregaande samenwerking met België en in Beneluxverband, zoals de gezamenlijke luchtruimbewaking en de marinesamenwerking BeNeSam. Daarnaast werd gesproken over vraagstukken als de in Wales overeengekomen 2%-begrotingsnorm, de toekomst van defensiesamenwerking in NAVO- en EU-verband en in het bijzonder de Nederlands-Belgische samenwerking.

Aansluitend ontmoette de delegatie Lt. Gen. Wosolsobe, directeur-generaal van de EU Militaire Staf, en Lt. Gen. Broeks, militair vertegenwoordiger van Nederland in het Militaire Comité van zowel de EU als de NAVO. Met Wosolsobe besprak de delegatie de uitdagingen waarvoor de EU op militair terrein staat en de herziening van de buitenland- en veiligheidsstrategie van HV Mogherini.

Daarna ontmoette de delegatie de heer de Gooijer, Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU en mevrouw Van Rijnsoever. De heer De Gooijer en mevrouw Van Rijnsoever spraken met de delegatie over de strategic review die de Hoge Vertegenwoordiger op de Europese Raad van juni 2015 zal presenteren en de verwachtte vervolgstappen die naar verwachting zullen uitmonden in het opstellen van een nieuwe veiligheidsstrategie van de Europese Unie. Ook ging hij in op het Nederlands voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in de eerste helft van 2016.

De delegatie dankt de Nederlandse vertegenwoordigingen in Brussel voor hun assistentie bij de voorbereiding van en hun gastvrijheid tijdens het bezoek.

De waarnemend voorzitter van de delegatie, Eijsink

De griffier van de delegatie, Röling

Naar boven