34 246 Voorstel van wet van de leden Ypma, Voordewind en Rog houdende wijziging van de Wet primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra ten einde levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs op openbare scholen te bekostigen

Nr. 11 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 november 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de aanhef van artikel I wordt «Wet Primair Onderwijs» vervangen door: Wet op het primair onderwijs.

B

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

Aan hoofdstuk I wordt na artikel 184a een artikel toegevoegd, luidend:

Artikel 184b. Bekostiging godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

1. Onze Minister verstrekt bekostiging voor het geven van het onderwijs, bedoeld in artikel 50, eerste en tweede volzin, aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens zijn statuten ten doel stelt het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 50, eerste en tweede volzin, voor zover dit wordt gegeven door leraren als bedoeld in artikel 51.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gegeven of voorwaarden worden gesteld voor de bekostiging van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

C

Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:

B

Aan titel IV wordt na artikel 170a een artikel toegevoegd, luidend:

Artikel 170b. Bekostiging godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

1. Onze Minister verstrekt bekostiging voor het geven van het onderwijs, bedoeld in artikel 53, eerste en tweede volzin, aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens zijn statuten ten doel stelt het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 53, eerste en tweede volzin, voor zover dit wordt gegeven door leraren als bedoeld in artikel 54.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gegeven of voorwaarden worden gesteld voor de bekostiging van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt een meer uitgewerkte bekostigingsgrondslag in het wetsvoorstel opgenomen. De indieners zijn van mening dat op deze manier de structurele bekostiging van het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk onderwijs aan openbare scholen (gvo en hvo) beter gewaarborgd wordt. Met deze wijziging wordt op wetsniveau geregeld dat de Minister één rechtspersoon bekostigt voor het geven van gvo en hvo, mits dat onderwijs wordt gegeven door bevoegde leraren.

Onderdeel A

Dit is een technische wijziging: met deze wijziging wordt de juiste citeertitel van de Wet op het primair onderwijs in het wetsvoorstel opgenomen.

Onderdelen B en C

In deze onderdelen worden de artikelen vervangen die alleen een delegatiebepaling bevatten om de bekostiging van gvo en hvo bij of krachtens AMvB te regelen. Met het huidige voorstel wordt een artikel ingevoegd – de artikelen voor de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) zijn met uitzondering van de verwijzingen gelijkluidend – waarin wordt bepaald dat de Minister aan één enkele rechtspersoon bekostiging verstrekt en dat bij AMvB of ministeriële regeling nadere regels kunnen worden gegeven.

Eerste lid

In het eerste lid wordt bepaald dat de bekostiging wordt verstrekt aan een rechtspersoon die als statutair doel heeft het verzorgen van gvo en hvo aan openbare scholen, en wel op de manier die reeds in de wet is geregeld – namelijk door leraren die bevoegd zijn en die hun bekwaamheid onderhouden.

De Minister wijst op grond van het eerste lid één rechtspersoon aan die in aanmerking komt voor de bekostiging. De afgelopen jaren heeft de Stichting Dienstencentrum gvo en hvo subsidie ontvangen voor het verzorgen van gvo en hvo. In beginsel zal het Dienstencentrum dan ook de rechtspersoon zijn die bekostigd wordt. Indien het Dienstencentrum echter om welke reden dan ook niet meer in aanmerking komt voor de bekostiging, dan kan de Minister een andere organisatie aanwijzen.

Overigens kunnen op grond van de artikelen 50 en 51 van de WPO (en gelijkluidende artikelen in de WEC) ook andere zendende instanties gvo of hvo verzorgen, mits zij voldoen aan de eisen die in die artikelen worden gesteld. Andere organisaties dan de rechtspersoon die op grond van dit wetsvoorstel wordt bekostigd, ontvangen daarvoor echter geen subsidie.

Tweede lid

In het tweede lid wordt bepaald dat de bekostiging van gvo en hvo bij of krachtens algemene maatregel van bestuur verder kan worden uitgewerkt. Daarbij valt onder meer te denken aan onderwerpen die de afgelopen jaren in de subsidiebeschikking van de Stichting Dienstencentrum gvo en hvo werden opgenomen:

  • doel van de subsidie,

  • de wijze van aanvragen en verantwoorden,

  • een opsomming van de activiteiten die moeten worden uitgevoerd,

  • wijze waarop de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd wordt,

  • maatregelen wanneer niet aan de voorwaarden of de eisen van de wet wordt voldaan,

  • de verplichting om feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidie te melden,

  • de hoogte van de subsidie, met inachtneming van een eventueel subsidieplafond,

  • nadere voorwaarden, bijvoorbeeld een minimum groepsgrootte.

Ypma Voordewind Rog

Naar boven