Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2023
Tijdens het Commissiedebat Spoor van 15 december jl. heb ik u aangegeven het als een
zeer serieuze inspanning te zien om middelen vrij te maken voor het zogenaamde «Minder
Hinder-pakket». Dat pakket is bedoeld om de toenemende overlast door omgeleide goederentreinen
door Zuid- en Oost-Nederland te beperken. Tijdens het Commissiedebat Spoor heb ik
mijn dilemma geschetst over het niet beschikken over budgettaire ruimte voor het «Minder
Hinder-pakket» en dat alleen met moeilijke keuzes ik een stap kan zetten. Dankzij
de brede oproep van de Tweede Kamer voel ik mij gesteund om die moeilijke keuze te
maken. Dat doe ik binnen mijn begroting door bestaande middelen vrij te maken binnen
het domein van de spoorgoederensector. Hierbij reserveer ik ook middelen om te zorgen
voor een verdere zachte landing voor een deel van de spoorgoederensector die sterke
kostenstijgingen ondervinden bij het parkeren en rangeren. Met deze brief informeer
ik u dat ik voornemens ben een start te gaan maken met het Minder Hinder pakket en
de effecten zal opvangen binnen de eigen begroting.
Minder Hinder-pakket
Ik ben voornemens om ca. € 10 miljoen vrij te maken om de toename in overlast gedeeltelijk
te voorkomen voor de omwonenden die te maken krijgen met extra treinen. In de Kamerbrief
voortgang spoorgoederen1 eerder deze maand heb ik u geïnformeerd over de geplande werkzaamheden aan het derde
spoor tussen Zevenaar en Oberhausen en het plan om de hinder hierbij voor o.a. omwonenden
zoveel mogelijk te beperken. Maatregelen bestaan bijvoorbeeld uit een alternatief
type overwegen en uit «under sleeper pads», rubberen matjes onder de dwarsliggers
van het spoor. Een deel van de maatregelen kan getroffen worden vóór de start van
de omleidingen, een ander deel zal vanaf 2026 worden vervangen. Ook zonder omleidingen
is de verwachting dat het aantal goederentreinen toeneemt, dus deze maatregelen zijn
ook op de langere termijn effectief om overlast voor omwonenden te beperken. Met de
genoemde € 10 miljoen zou het overgrote deel van het Plan van Aanpak van ProRail gerealiseerd
kunnen worden. Aan ProRail heb ik gevraagd om met deze financiering de maatregelen
te gaan uitwerken waarbij ik heb aangegeven dat het beperken van overlast voor omwonenden
het meest urgent is.
Concurrentiepositie spoorgoederenvervoer
Spoorgoederenvervoer is van groot economisch belang voor Nederland en draagt bij aan
klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen. Daarom ondersteun ik de sector onder andere
met subsidies voor «modal shift», met infrastructuurmaatregelen om 740 meter lange
treinen te kunnen rijden en met de Topsector Logistiek voor de inzet van logistieke
makelaars. Ik stel vast dat er zorgen in de sector zijn over de kostenstijgingen in
2023 voor het opstellen en rangeren van goederentreinen ten opzichte van dit jaar.
Om te zorgen voor een zachte landing heb ik reeds een subsidieregeling aangekondigd
voor het rangeren en opstellen die begin 2023 van kracht gaat. Omdat de zorgen desondanks
groot blijven, heb ik tijdens het Commissiedebat Spoor van 15 december jl. toegezegd
hier verder naar te kijken. Ook ben ik voornemens om bedrijven binnen de spoorgoederensector
die te maken krijgen met de grootste kostenstijging voor het parkeer- en rangeergebruik
van het spoor tegemoet te komen met ca. € 2 miljoen, dit mede in het kader van de
motie van het lid Minhas over de concurrentiepositie van de sector (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 48). De precieze invulling vraagt nog om een juridische en uitvoerbaarheidstoets, ik
informeer u daar spoedig over. Zoals ik uw Kamer heb toegezegd zal ik daarnaast in
het kader van de Toekomstbeeld Spoorgoederen verder kijken naar de concurrentiepositie
van de spoorgoederensector, en ook daar de motie van het lid Minhas bij betrekken.
Stoppen tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer
Door in de Tijdelijke subsidieregeling «stimulering goederenvervoer per spoor» het
subsidieplafond voor 2023 op nul te zetten, kan ik ca. € 12 miljoen vrijmaken om anders
in te zetten. De genoemde regeling had ten doel om het tarief voor het rijden van
treinen, het zogenaamde treinpadtarief, in de pas te laten lopen met Duitsland. Omdat
dit doel is bereikt, zal de subsidieregeling begin 2023 worden stopgezet, een jaar
eerder dan gepland.
Het beperken van de negatieve effecten voor omwonenden en het economisch belang van
spoorgoederenvervoer zijn beide zeer belangrijk. Het is een dilemma om te kiezen.
De genoemde keuzes die ik daarvoor wil maken zal ik aan u voorleggen bij de Voorjaarsnota.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen