34 225 Toekomst van de Nederlandse onderzeedienst

Nr. 46 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2023

Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van uw Kamer om een schriftelijke reactie op het nieuwsbericht van de Telegraaf op 28 februari jl. over het programma vervanging onderzeebootcapaciteit («Scheepsbouwer Damen dreigt mega-order onderzeeboten te missen: Franse lobby is ijzersterk»).

Zoals toegelicht in de brief van 15 juni 2023 over het proces tot gunning (Kamerstuk 34 225, nr. 44), is in de afgelopen periode de offertebeoordeling voor de levering van nieuwe onderzeeboten uitgevoerd. De offertes van de kandidaat-werven zijn conform de planning en de vastgestelde kaders zorgvuldig beoordeeld door Defensie, daarbij ondersteund door kennisinstituten zoals TNO en MARIN. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft in een gescheiden traject de voorstellen van de kandidaat-werven voor industriële samenwerking (ICA) beoordeeld.

Het streven is om uw Kamer medio maart met een D-brief over het voorlopig gunningsbesluit te informeren. Zoals verzocht in de motie Stoffer c.s. (Kamerstuk 36 200 X, nr. 41), zal in de D-brief ook op hoofdlijnen worden ingegaan op de beoordeling van de ICA-voorstellen. Omdat de besluitvorming over de D-brief nog niet is afgerond, kan ik niet vooruitlopen op een eventuele uitkomst.

Zoals gebruikelijk bij materieelprojecten zal de D-brief eerst parlementair worden behandeld, alvorens het gunningsbesluit definitief wordt en Defensie het contract met de winnende werf kan tekenen. Defensie geeft graag gehoor aan het verzoek van uw Kamer om in de week na het versturen van de D-brief in een (vertrouwelijke) technische briefing een nadere toelichting te geven op de uitkomst van het offertetraject.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat

Naar boven