Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2020
De vaste kamercommissie voor Defensie heeft in vragen over de brief d.d. 13 december
2019 inzake Vervanging Onderzeeboten (Kamerstuk 34 225, nr. 24) gevraagd om een aantal documenten over de onderzoeksfase van de Vervanging Onderzeeboten
openbaar aan de Kamer beschikbaar te stellen.
In de beantwoording van de vragen van uw Kamer heb ik op 5 maart j.l. (Kamerstuk 34 225, nr. 25) aangegeven dat de door u, in Kamervraag 23, opgevraagde rapporten niet openbaar
gedeeld kunnen worden, omdat rekening gehouden moet worden met de rubricering van
de rapporten en de non-disclosure agreements die met kandidaatwerven zijn aangegaan
c.q. de commercial in confidence basis waarop een deel van de informatie verkregen
is. In de beantwoording is tevens aangegeven, dat bekeken zou worden of en op welke
wijze uw Kamer ondanks de belemmeringen over de inhoud van de rapporten geïnformeerd
kan worden.
Dit leidt er toe dat, in dit geval, op basis van vertrouwelijke inzage, via de griffie,
vijf kerndocumenten uit de onderzoeksfase van Vervanging Onderzeeboten met u kan delen.
Tegelijkertijd met deze brief, bied ik u de volgende documenten vertrouwelijk via
de griffie ter inzage1 aan:
-
1. TNO-onderzoek naar onbemande onderzeeboten (TNO 2017 R11401);
-
2. Onderzoek mogelijkheden internationale samenwerking (CDS 2018);
-
3. Kosten-batenanalyse (DMO 2018);
-
4. Appreciatie resultaten rapport kosten-baten analyse van CDS (CDS2018, BS2018027574);
-
5. Maritiem advies onderzeeboten van CZSK (CZSK 2019, CZSK2019000740).
Deze documenten zijn departementaal vertrouwelijk gerubriceerd en zullen, conform
de werkwijze van bijvoorbeeld de vertrouwelijke bijlage van de inzetbaarheidsrapportage,
vertrouwelijk via de griffie door uw Kamer kunnen worden ingezien.
Deze documenten vallen niet onder de informatie die commercial in confidence dan wel
onder non-disclosure agreements door de werven is verstrekt. Informatie is daardoor
niet herleidbaar naar de werven.
Documenten 4 en 5 zijn aanvullende stukken die onlosmakelijk zijn verbonden aan document
3, de kosten-batenanalyse. Tezamen belichten deze stukken de keuzes voor de variant,
het aantal en het levensduurkostenbudget zoals deze in de B-brief van 13 december
2019 inzake Vervanging Onderzeeboten (Kamerstuk 34 225, nr. 24) zijn verwoord.
De andere door u opgevraagde stukken uit de B-fase, te weten het rapport «Werfselectie»
over de eigenschappen van de vier geselecteerde kandidaat-werven (2018), de appreciatie
mogelijkheden voor industriële samenwerking (2018) en het onderzoek naar de bijdragen
van kandidaat-werven aan het realiseren van de doelstellingen van de Defensie Industrie
Strategie (2019), bevatten informatie die commercial in confidence dan wel op basis
van non-disclosure agreements door de kandidaat-werven met Defensie is gedeeld. Deze
informatie is herleidbaar naar de werven. Bovendien zijn deze rapporten onderdeel
van het lopende aanbestedingsdossier en zijn daarom in deze fase niet beschikbaar
te stellen, ook niet vertrouwelijk. Hierbij hanteert Defensie de procedures zoals
deze ook gelden voor andere Defensie Materieel Proces (DMP)-plichtige projecten.
Op 25 juni a.s. vindt een Algemeen overleg Materieel Defensie plaats, waarbij ook
Vervanging Onderzeeboten geagendeerd is. In het besloten gedeelte van het AO ben ik
uiteraard bereid om eventuele vragen over de vertrouwelijk gedeelde documenten te
beantwoorden.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Bijlage 1: lijst van documenten
-
1. TNO-onderzoek naar onbemande onderzeeboten (TNO 2017 R11401);
-
2. Onderzoek mogelijkheden internationale samenwerking (CDS 2018);
-
3. Kosten-batenanalyse (DMO 2018);
-
4. Appreciatie resultaten rapport kosten-baten analyse van CDS (CDS2018, BS2018027574);
-
5. Maritiem advies onderzeeboten van CZSK (CZSK 2019, CZSK2019000740).