34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Nr. 12 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIK-FABER EN VAN VELDHOVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 7 april 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 3, derde lid, als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen h en i worden geletterd i en j.

2. Na onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • h. het monitoren van de veiligheid van in het buitenland gelegen inrichtingen in de nabijheid van Nederland.

Toelichting

Elk land is op het eigen grondgebied verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de (voormalige) inrichtingen waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen. Ongelukken in deze inrichtingen kunnen echter grote grensoverschrijdende gevolgen hebben.

Op grond van artikel 3, derde lid, onderdeel f, heeft de Autoriteit daarom tot taak samen te werken met vergelijkbare buitenlandse autoriteiten in de nabijheid van Nederlandse nucleaire inrichtingen. Met dit amendement krijgt de Autoriteit ook tot taak de ontwikkeling van de veiligheid van buitenlandse inrichtingen met het oog op het Nederlandse belang te monitoren. De Autoriteit is hierbij afhankelijk van de informatie die wordt verstrekt door de bevoegde buitenlandse autoriteit en van informatie verkregen uit het als waarnemer meelopen tijdens inspecties van deze bevoegde buitenlandse autoriteit. De indieners beogen met dit amendement te komen tot een collegiale monitoring van de veiligheid van inrichtingen tussen Nederland en haar buurlanden.

Dik-Faber Van Veldhoven


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging met van de ondertekening.

Naar boven