34 211 EU-voorstel: Strategie voor een digitale eengemaakte markt1

K VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 september 2017

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie2 hebben kennis kennisgenomen van de brief van de Minister van Economische Zaken van 23 juni 20173, met daarin een reactie op het verzoek om de Kamer op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen inzake de samenloop tussen het richtlijnvoorstel betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud4 en de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Naar aanleiding hiervan is op 14 juli 2017 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 20 september 2017 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Minister van Economische Zaken

Den Haag, 14 september 2017

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie hebben met belangstelling kennis

kennisgenomen van uw brief van 23 juni 20175, met daarin een reactie op het verzoek om de Kamer op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen inzake de samenloop tussen het richtlijnvoorstel betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud6 (hierna: richtlijnvoorstel) en de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. De leden van de VVD-fractie danken u hartelijk voor uw brief en hebben nog de navolgende vragen. De fractieleden van de SP sluiten zich graag aan bij de vragen van de VVD-fractieleden.

In de brief van 7 juni jl. vroegen de VVD-fractieleden of u hen op de hoogte wilde houden, mede naar aanleiding van de adviezen van de Juridische Dienst van de Raad7 en de Europese toezichthouder8, over de samenloop tussen het richtlijnvoorstel en de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens.9 U heeft daarop geantwoord dat er in de JBZ-Raad van 8 en 9 juni jl. overeenstemming is bereikt. Deze overeenstemming houdt volgens de brief in dat overlap van het richtlijnvoorstel met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) moet worden vermeden. Het richtlijnvoorstel is zodanig aangepast dat het geen overlap meer heeft. De voornoemde leden zouden graag kennisnemen van de nieuwe compromistekst van het richtlijnvoorstel, zodat zij zelf kunnen nagaan op welke wijze die overlap wordt vermeden.

Overigens is daarmee de zorg van de leden van de VVD-fractie nog steeds niet weggenomen, dat als consumenten eenmaal betaald hebben met hun persoonsgegevens en zij ontbinden de betreffende overeenkomst of de overeenkomst wordt vernietigd, het niet in alle gevallen mogelijk zal zijn hun persoonsgegevens «terug» of vernietigd te krijgen. De aanbieder van digitale inhoud kan immers deze persoonsgegevens inmiddels hebben verkocht en geleverd aan derden en ook deze derden kunnen op hun beurt deze persoonsgegevens weer aan andere derden hebben verstrekt. Op welke wijze voorziet het richtlijnvoorstel of de AVG er dan in dat deze gegevens «terugkomen» bij de consument of worden vernietigd? Wilt u hier nog eens op reflecteren?

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 1 september 2017.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2017

Hierbij beantwoord ik de vragen (kenmerk 159002.15u) naar aanleiding van de eerdere beantwoording van vragen van uw Kamer10 over twee richtlijnvoorstellen betreffende enkele contractuele aspecten bij de levering van digitale inhoud en de verkoop op afstand van goederen.11

De leden van de VVD- en SP-fractie vragen om nog eens te reflecteren op welke wijze het richtlijnvoorstel digitale inhoud of de Algemene Verordening Gegevensbescherming erin voorziet dat persoonsgegevens «terugkomen» bij de consument of worden vernietigd, als de overeenkomst wordt ontbonden of vernietigd. Daarnaast zouden zij graag kennisnemen van de tekst van het richtlijnvoorstel waarover de JBZ-Raad een compromis heeft bereikt.

De tekst van de algemene oriëntatie van het richtlijnvoorstel is online beschikbaar en als bijlage aan deze brief toegevoegd.12 De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geeft een alomvattend juridisch kader voor de bescherming van persoonsgegevens. De algemene oriëntatie van het richtlijnvoorstel digitale inhoud, vastgesteld op de JBZ-Raad van 8-9 juni 2017, doet geen afbreuk aan de bepalingen van de AVG. Bij de levering van digitale inhoud is de AVG dus onverkort van toepassing.

Bij de beantwoording van eerdere vragen is aangegeven dat de AVG zes gronden bevat waarop de verwerking van persoonsgegevens rechtmatig is (art. 6 AVG). Bij het wegvallen van een grond, mogen de persoonsgegevens die op basis van die grond werden verwerkt, niet langer worden verwerkt. Voor de twee gronden die vaak bij de levering van digitale inhoud door een leverancier aan een consument aan de orde zullen zijn, te weten «toestemming van de consument» en «noodzakelijkheid voor de uitvoering van de overeenkomst», werkt dat als volgt: Heeft de consument toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens (art. 6(1)(a)), dan mag ervan worden uitgegaan dat wanneer de consument de overeenkomst ontbindt, hij daarmee ook zijn toestemming intrekt voor de verwerking van zijn persoonsgegevens. Was de verstrekking van de persoonsgegevens noodzakelijk voor het uitvoeren van de overeenkomst (art. 6(1)(b)), dan geldt bij ontbinding van de overeenkomst dat verwerking van de persoonsgegevens niet langer noodzakelijk is.

Bij ontbinding vervallen deze verwerkingsgronden. De leverancier zal de persoonsgegevens dan ook moeten verwijderen. De consument kan de leverancier hier ook expliciet om vragen (art. 17(1)(a-b) jo. art. 15(1)(c) AVG).

Behalve bij de leverancier van de digitale inhoud, kunnen de persoonsgegevens van de consument zich ook bevinden bij een ander dan de leverancier: een verwerker of een derde die de persoonsgegevens zelf commercieel gebruikt. Heeft de leverancier de verwerking van persoonsgegevens uitbesteed aan een verwerker, dan moet de leverancier bij ontbinding van de overeenkomst deze verwerker instrueren de verwerking van de betreffende gegevens te stoppen.

De verwerker zal vervolgens de gegevens moeten verwijderen of deze aan de leverancier terugbezorgen en eventuele kopieën verwijderen (art. 28(3)(g) AVG). Heeft de leverancier de persoonsgegevens verstrekt aan een derde die deze gegevens zelf commercieel gebruikt, dan zal de leverancier bij de derde moeten melden dat de overeenkomst is ontbonden (art. 19 AVG). Deze derde zal dan ook de verwerking van de gegevens moeten stoppen en de gegevens moeten verwijderen. De consument kan de derde ook zelf expliciet verzoeken zijn persoonsgegevens te verwijderen (art. 17(1)(a-b) jo. art. 15(1)(c) AVG).

Daarnaast heeft de consument het recht om de leverancier van de digitale inhoud te vragen naar de verwerking van zijn persoonsgegevens (art. 15 AVG). Indien blijkt dat de verwerking niet is gestopt en de persoonsgegevens niet zijn verwijderd, kan de consument bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een klacht indienen over de leverancier, de verwerker en de derde.

De AVG legt dus verplichtingen op om de verwerking van persoonsgegevens te stoppen en geeft consumenten het recht om hier navraag naar te doen en een klacht in te dienen bij de AP. Op deze manier verschaft de AVG consumenten instrumenten om controle uit te oefenen over de verwerking van hun persoonsgegevens bij het ontbinden van een overeenkomst.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Zie dossier E150042 en E150043 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

Samenstelling:

Engels (D66), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Knip (VVD), Backer (D66), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Hoekstra (CDA), Schouwenaar (VVD), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van de Ven (VVD), Wezel (SP), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS)

X Noot
3

Kamerstukken I 2016/17, 34 211, J.

X Noot
4

COM(2015)634; zie voor de behandeling in de Eerste Kamer dossier E150042 op www.europapoort.nl.

X Noot
5

Kamerstukken I 2016/17, 34 211, J.

X Noot
6

COM(2015)634; zie voor de behandeling in de Eerste Kamer dossier E150042 op www.europapoort.nl.

X Noot
7

Doc. 15287/16.

X Noot
8

European Data Protection Supervisor, Opinion 4/2017 on the Proposal for a Directive on certain aspects concerning contracts for the supply of digital content.

X Noot
9

Kamerstukken I 2016/17, 34 211, J, p. 2.

X Noot
10

Kamerstuk 34 211, J.

X Noot
11

COM(2015) 634 en COM(2015) 635; zie voor de behandeling in de Eerste Kamer dossiers E150042 en E150043.

Naar boven