34 210 V Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 juni 2015

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 11 juni 2015 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 22 juni 2015 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Hoe is de toename van EUR 310.000 euro voor het EU-voorzitterschap tot stand gekomen?

Antwoord 1

De stijging van het budget wordt veroorzaakt doordat middelen, die gereserveerd waren voor 2014 maar niet in dat jaar zijn uitgegeven, via de eindejaarsmarge zijn toegevoegd aan het budget voor het EU-voorzitterschap in 2015. Op deze wijze blijft het budget beschikbaar voor het EU-voorzitterschap en kunnen de activiteiten plaatsvinden waarvoor de middelen bedoeld zijn. Het totaal beschikbare budget voor het EU voorzitterschap blijft hiermee gelijk.

Vraag 2

De subsidieaanvraag van de stichting Epafras in het kader van Extra Zorg voor bezoekwerk aan Nederlandse gedetineerden is afgewezen. Wat gebeurt er nu met de voor deze Extra Zorg gereserveerde gelden in 2015 (Euro 356.250,–) en 2016 (Euro 475.000,–)?

Antwoord 2

Reclassering Nederland ontvangt vanaf 2015 op twee onderdelen van het gedetineerdenbeleid subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, te weten voor resocialisatie en voor extra zorg. Reclassering Nederland voldeed in hun subsidieaanvragen aan de criteria zoals opgenomen in het Besluit Gedetineerdenbegeleiding 2015 – 2016 opgenomen. Daarom is een door Reclassering Nederland aangevraagd subsidiebedrag voor het onderdeel zorg toegekend van EUR 309.750 voor de periode 1 april 2015 tot 1 januari 2017. Het in het Besluit opgenomen bedrag voor zorg betreft een plafond, geen streefbedrag. De rest van de middelen zijn niet toegekend en kunnen binnen de begroting worden aangewend, ook aan gedetineerdenzorg.

Vraag 3

Zijn er andere aanvragen voor Extra Zorg ingediend en zo ja, door welke organisaties en tot welk bedrag? Betreft het hier organisaties met als deskundigheid geestelijke verzorging?

Antwoord 3

Ja. Drie organisaties hebben subsidie aangevraagd voor zorg op maatschappelijk, sociaal dan wel geestelijk vlak, te weten Stichting Epafras, Reclassering Nederland en Elizabeth Frey Stichting i.o. De aanvraag van de Elizabeth Frey Stichting i.o. voldeed niet aan de drempelcriteria zoals opgenomen in het Besluit Gedetineerdenbegeleiding 2015–2016. De aanvraag is daarom niet beoordeeld. De subsidieaanvragen van Epafras en Reclassering Nederland voldeden wel aan de drempelcriteria en zijn beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria zoals opgenomen in het voornoemde Besluit.

Deskundigheid op het gebied van geestelijke verzorging was geen criterium op zich, wel onder andere «de wijze waarop – en de mate waarin kan worden gewaarborgd dat de zorg zowel maatschappelijk, sociaal en geestelijk van aard is en de zorg via een lokaal netwerk en direct wordt verleend door middel van persoonlijke gesprekken.»

De drie genoemde organisaties hebben voor de periode 1 april 2015 – 1 januari 2017 subsidie aangevraagd voor de volgende bedragen: Reclassering Nederland: EUR 309.750, Epafras: EUR 710.695 en Elizabeth Frey i.o.: EUR 48.051.

Vraag 4

Wat doet het Ministerie van Buitenlandse Zaken met de gebleken behoefte van 1135 gedetineerden in 2014 aan geestelijke verzorging? Nu Epafras geen geld meer ontvangt voor het bezoekwerk is er dan een andere organisatie, die de geestelijke verzorging aan deze gedetineerden overneemt? Of worden deze gedetineerden nu van het ene op het andere moment aan hun lot overgelaten?

Antwoord 4

De Nederlandse gedetineerden in het buitenland die conform het beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in aanmerking komen voor gesubsidieerde extra zorg en die dat wensen te ontvangen kunnen deze extra zorg vanaf 2015 ontvangen van Reclassering Nederland. Deze door Buitenlandse Zaken gesubsidieerde extra zorg betreft sociale en maatschappelijke zorg. Gedetineerden die daarnaast geestelijke verzorging wensen, zullen een beroep moeten doen op de lokale geestelijke verzorgers die mogelijk verbonden zijn aan de gevangenissen.

Vraag 5

Mocht Epafras in staat zijn door giften en donaties en/of door het inzetten van lokale deskundige geestelijke verzorgers het bezoekwerk in aangepaste vorm door te kunnen zetten, is het Ministerie dan bereid om nog wel te faciliteren en te bemiddelen bij de toegang tot de gevangenissen? Of beschouwt het Ministerie met het afwijzen van de subsidieaanvraag voor het bezoekwerk de werkrelatie met Epafras als beëindigd en wil zij verder geen hulp meer verlenen bij het bemiddelen van de toegang tot de gevangenissen?

Antwoord 5

Vanaf 1 april 2015 kan de ambassade alleen faciliteren bij het regelen van een bezoek aan een Nederlandse gedetineerde door Epafras als de gedetineerde zelf aangeeft dit bezoek op prijs te stellen en het niet mogelijk is voor Epafras zelf om toestemming te regelen voor een dergelijk bezoek.

Vraag 6

Kunt u meer informatie verstrekken over de (wederom) verhoogde raming voor de nieuwbouw van het NAVO hoofdkantoor? Kunt u daarbij ook inzicht geven hoeveel Nederland in totaal bijdraagt aan de nieuwbouw van het NAVO hoofdkantoor?

Antwoord 6

Er is geen sprake van een wederom verhoogde raming voor de nieuwbouw van het NAVO hoofdkantoor. In de eerste suppletoire begroting 2015 is, in de toelichting onder artikel 2.1, aangegeven dat een deel van het oorspronkelijk geraamde budget is overgeheveld naar het artikel veiligheid en stabiliteit (2.4). Nederland draagt in totaal EUR 44,6 miljoen bij aan de nieuwbouw van het NAVO hoofdkantoor. Door een eerdere meevaller in 2010 blijven de totale kosten voor de nieuwbouw binnen de oorspronkelijke ramingen.

Vraag 7

Kunt u aangeven welke overhevelingen plaats hebben gevonden tussen de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot het Budget Internationale Veiligheid?

Vraag 8

Kunt u aangeven welke overhevelingen plaats hebben gevonden tussen de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie met betrekking tot het Budget Internationale Veiligheid?

Antwoord 7 en 8

Vanuit het Budget Internationale Veiligheid op de begroting van Defensie is EUR 60 miljoen overgeheveld naar de BZ-begroting op het onderdeel veiligheid, stabiliteit en rechtsorde (artikel 2.4). Vervolgens is hiervan EUR 30 miljoen overgeheveld naar de BHOS-begroting ten behoeve van de landenprogramma’s voor veiligheid, rechtsorde en wederopbouw (artikel 4.3). Daarnaast zijn uit het budget van EUR 60 miljoen middelen overgeheveld naar de begroting van Defensie voor de beveiliging van hoog-risico posten door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).

Vraag 9

Kunt u aangeven als gevolg van welke activiteiten het totaal budget van de NAVO is toegenomen?

Antwoord 9

Het totale budget van de NAVO is niet toegenomen als gevolg van extra activiteiten. De afgelopen jaren is gemiddeld ruim EUR 7 miljoen als bijdrage aan de NAVO betaald. In de begroting 2015 (en in eerdere jaren) was echter een reservering van ruim EUR 6 miljoen opgenomen. In de eerste suppletoire begroting 2015 is dit structureel aangepast. Er is dus sprake van een eenmalige aanpassing aan Nederlandse zijde om de meerjarenramingen in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.

Vraag 10

Bent u bereid om in het vervolg in de suppletoire begrotingen een meer gedetailleerde toelichting te geven op de ramingsbijstellingen van de EU-afdrachten, bij voorkeur uitgesplitst naar BNI afdracht, BTW-afdracht, Landbouwheffingen en Invoerrechten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

De toelichting, zoals deze is opgesteld bij de huidige suppletoire begroting, geeft duidelijk inzicht in wat de oorzaak is van de mutaties op de EU-afdrachten. Daarnaast is in de tabel «financiële gevolgen van beleid» de uitsplitsing naar de vier genoemde onderdelen opgenomen. Dit zal bij de volgende suppletoire begrotingen ook langs deze lijn worden opgesteld. Hiermee wordt voldaan aan het verzoek.

Naar boven