34 205 Bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale of geïnternationaliseerde straftribunalen (Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen)

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 26 juni 2015

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben enkele vragen.

De memorie van toelichting benoemt de ad hoc straftribunalen die sinds de jaren ’90 van de twintigste eeuw in Nederland zijn gevestigd: het Joegoslavië Tribunaal, het Rwanda Tribunaal, het Speciaal Hof voor Sierra Leone en het Speciaal Tribunaal voor Libanon. Al deze tribunalen hebben een tijdelijk karakter. Daarom is de uitvoeringswet restmechanismen nodig. Deze leden begrijpen dat het wetsvoorstel zo is ingericht dat in de toekomst in Nederland te vestigen restmechanismen van straftribunalen via een algemene maatregel van bestuur onder de werking van deze wet kunnen worden gebracht. Inmiddels is een permanent tribunaal opgericht, het Internationaal Strafhof. Nederland is gastheer van dit Hof. Voornoemde leden begrijpen dat het de ambitie van de Nederlandse regering is, dat zoveel mogelijk landen ter wereld zich bij het Internationaal Strafhof aansluiten. Hoe verhoudt deze ambitie zich tot het oprichten van ad hoc straftribunalen? Is het juist dat de aan het woord zijnde leden veronderstellen dat de oprichting van het Internationaal Strafhof betekent dat er minder ad hoc straftribunalen in Nederland zullen worden opgericht?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

Deze leden vragen of de regering meer in het algemeen kan reflecteren op de werkzaamheden en behaalde «successen» in de zin van rechterlijke uitspraken ten aanzien van het Joegoslavië Tribunaal, het Rwanda Tribunaal, het Speciaal Hof voor Sierra Leone en het Speciaal Tribunaal voor Libanon. Zij vragen ook hoe de regering actief werk bevordert dat Den Haag als internationaal erkende stad van vrede en recht ook in de toekomst aan vergelijkbare instituten ruimte kan bieden.

De aan het woord zijnde leden vragen of de regering bekend is met risico’s met betrekking tot de toewijzing van rechters die voortaan enkel naar de tribunalen in Nederland komen indien zich een zaak aandient. Zo ja, welke zijn dat? Deze leden verwijzen onder meer naar kritiek, zoals bijvoorbeeld bij de benoeming van de hoofdaanklager bij het Joegoslavië Tribunaal, over de wijze waarop buitenlandse regeringen middels de benoeming en toewijzing van rechters invloed trachten uit te oefenen op proces.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van bovengenoemd wetsvoorstel. Deze leden hebben hierbij nog enkele vragen.

2. De rechtsopvolgers van het Speciaal Hof voor Sierra Leone, het Joegoslavië Tribunaal en het Rwanda Tribunaal

De leden van de VVD-fractie merken op dat de regering aangeeft dat er nog enkele zaken in eerste aanleg aanhangig zijn bij het Joegoslavië Tribunaal. Uitspraken hiervan worden in 2015 en 2016 verwacht, de afronding van de hoger beroepen in 2017. Hoe kan de regering nu al uitgaan van een hoger beroep in deze zaken, als er nog geen uitspraak is in eerste aanleg?

De leden van de PVV-fractie vragen of ook is overwogen om na het beëindigen van de werkzaamheden van het Speciaal Hof voor Sierra Leone de resttaken over te dragen aan het Restmechanisme in Sierra Leone zelf aangezien het daar ook zijn hoofdzetel heeft, in plaats van het in stand houden van een interim-zetel in den Haag. Zo nee, waarom niet? Wordt met de interim-zetel het Restmechanisme bedoeld?

Hoeveel griffiers zijn bij het Residual Special Court for Sierra Leone gevestigd? In hoeverre draagt de Nederlandse staat bij aan het loon van de medewerkers van een Restmechanisme? Genieten de medewerkers van een Restmechanisme immuniteit?

De aan het woord zijnde leden vragen of Restmechanismen een nieuwe vervolgingsprocedure van verdachte personen (geen voortvluchtigen) kunnen starten. Zo ja, tegen hoeveel personen heeft het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone sinds de oprichting personen succesvol opgespoord en vervolgd?

Kan een limitatief overzicht worden gegeven van de taken van Restmechanismen?

Kan worden aangegeven wat de jaarlijkse kosten zijn voor de Nederlandse staat voor het in stand houden van het Residual Special Court for Sierra Leone sinds het moment dat het Restmechanisme de taken van het Speciaal Hof voor Sierra Leone heeft overgenomen?

Kan worden aangegeven wat de jaarlijkse baten zijn voor de Nederlandse staat voor het in houden van het Residual Special Court for Sierra Leone sinds het moment dat het Restmechanisme de taken van het Speciaal Hof voor Sierra Leone heeft overgenomen?

Voornoemde leden vragen of kan worden aangegeven wat de te verwachten jaarlijkse kosten voor de Nederlandse staat zijn indien afzonderlijk het Joegoslavië Tribunaal, het Rwanda Tribunaal en het Speciaal Tribunaal voor Libanon hun werkzaamheden afgerond hebben en de resttaken zullen overdragen aan de Restmechanismen.

Wie betaalt de kosten van het vervoer van de rechters naar Nederland indien een zaak zich aandient?

De leden van de PVV-fractie vragen welke taken, behalve de zaken die nog aanhangig zijn, het Restmechanisme nog niet van het Joegoslavië Tribunaal en het Rwanda Tribunaal heeft overgenomen.

Hoeveel hoger beroepen lopen er op dit moment nog bij het Joegoslavië Tribunaal?

Kan een overzicht worden gegeven van het aantal zaken die op dit moment in eerste aanleg aanhangig zijn en nog lopen bij het Joegoslavië Tribunaal?

De voorzitter van de commissie, Ypma

De griffier van de commissie, Hessing-Puts

Naar boven