34 200 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:

  • a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);

  • b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen van dit Ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

B. BEGROTINGSTOELICHTING

B1. LEESWIJZER

Budgettair kader

Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletoire begroting de begroting van de uitgaven voor 2014 met € 13,7 miljoen is verlaagd en dat de begroting van de ontvangsten voor 2014 met een bedrag van € 9,7 miljoen wordt verlaagd. Met deze mutaties uit de Slotwet 2014 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 7.787,8 miljoen en een ontvangstenbudget van € 291,0 miljoen. Het bedrag voor de in 2014 aan te gane verplichtingen wordt verhoogd met € 29,5 miljoen tot een bedrag van € 7.678,1 miljoen.

Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen

Het totaal aan mutaties gebruikmakend van de eindejaarsmarge van Defensie bedraagt – € 7,2 miljoen, bestaande uit € 2,9 miljoen voor exploitatie en – € 10,1 miljoen voor investeringen. Eén van de voornaamste oorzaken die het totale uitgavenbudget beïnvloedt is de doorwerking van de per saldo lagere ontvangsten van € 17,6 miljoen (exclusief ontvangsten HGIS). Het grootste deel hiervan zijn de lagere verkoopopbrengsten op het investeringsartikel 6 (€ 18,2 miljoen).

Bij de operationele commando’s betreffen de verschillen met name de uitgaven van het CLSK (– € 25,8 miljoen) en het CLAS (€ 19,9 miljoen). Bij het CLSK zijn de uitgaven bij de vliegopleidingen € 11,7 miljoen lager. Ook de instandhoudingsuitgaven bij het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn € 14 miljoen lager. De hogere uitgaven bij het CLAS betreffen met name de hogere uitgaven voor formatie (€ 7,4 miljoen) en instandhouding wapensystemen (€ 10,4 miljoen). Bij de ondersteunende dienst DMO is er een overschrijding van € 23,6 miljoen door hogere uitgaven bij ICT exploitatie (€ 17,9 miljoen), instandhouding (€ 6,2 miljoen) en overige exploitatie (€ 6,6 miljoen). Hier tegenover staan € 8,9 miljoen lagere uitgaven bij gereedstelling. De exploitatie-uitgaven van het CDC, onder meer bij de rechtspositie & juridische dienstverlening en de dienstverleningsactiviteit instroom en doorstroom, zijn € 10,8 miljoen lager uitgevallen. Bij het investeringsartikel is een overschrijding van € 10,1 miljoen gerealiseerd.

Voor HGIS is de eindejaarsmarge vastgesteld op € 37,8 miljoen. Deze eindejaarsmarge is bepaald op basis van de beschikbare budgetten conform de Najaarsnota (de kasschuif MINUSMA van € 10 miljoen) en de uiteindelijke realisatie van HGIS /BIV over 2014.

De hogere verplichtingen worden vooral veroorzaakt door minder investeringsverplichtingen op het gebied van groot materieel.

Toelichtingen

De mutaties in de Slotwet hebben een niet-beleidsmatig karakter en ontstaan door het verloop van de realisatie.

Mutaties

Bij de beleidsartikelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht. Het totaal van de mutaties sluit op de Slotwet, zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.

Baten-lastenagentschappen

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2014 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2014.

B2. ALGEMENE TOELICHTING

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2014 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van xxxxx, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.

Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.

Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening Defensiebegroting 2014.

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2014 ontstaat samenvattend het volgende beeld:

A. Uitgaven

Totaal van de (neerwaarts) bijgestelde uitgaven – € 13,660 miljoen

B. Ontvangsten

Totaal van de (neerwaarts) bijgestelde ontvangsten – € 9,743 miljoen

Ad A. Uitgaven

Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Bedragen x € 1 miljoen

artikel

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

 

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

Investeringen krijgsmacht

DMO

CDC

Algemeen

Centraal apparaat

Geheim

Nominaal en onvoorzien

Totaal

Begroting 2014

6,3

694,8

1.105,9

638,3

311,5

1.193,7

815,3

972,3

113,7

1.698,3

5,3

46,7

7.602,0

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2014

242,1

26,6

57,9

11,2

17,0

– 70,9

– 20,4

97,6

0,9

– 95,8

0,0

18,9

285,1

B. Beleidsmatige wijzigingen:

                         

Stand Voorjaarsnota 2014

248,4

721,4

1.163,7

649,5

328,5

1.122,8

794,9

1.069,9

114,6

1.602,5

5,3

65,6

7.887,1

B. Beleidsmatige wijzigingen:

25,8

15,7

19,6

29,6

1,7

– 67,4

– 30,1

2,2

1,3

– 18,4

0,0

– 65,6

– 85,7

Stand Najaarsnota 2014

274,2

737,1

1.183,3

679,1

330,2

1.055,4

764,8

1.072,0

115,9

1.584,1

5,3

0,0

7.801,4

Nadere wijzigingen:

– 21,6

– 0,9

19,9

– 25,8

3,8

10,1

23,6

– 10,8

– 15,5

4,9

– 1,4

 

– 13,7

Stand slotwet 2014

252,6

736,2

1.203,2

653,3

334,0

1.065,5

788,5

1.061,2

100,4

1.589,0

3,9

0,0

7.787,7

opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget beïnvloeden ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletoire begroting 2014, samenhangend met de Najaarsnota 2014, zijn hieronder benoemd.

Wijzigingen

1. Realisatie uitgaven

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting betreffen de minderuitgaven € 13,7 miljoen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de uitsplitsing naar HGIS / BIV (€ 19,9 miljoen lagere uitgaven), MH-17 (lagere uitgaven € 3,7 miljoen) en defensie (€ 9,9 miljoen meeruitgaven).

De bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3 – Artikelsgewijze toelichting.

2. Vaststellen eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge HGIS/BIV, exploitatie en investeringen is als volgt samengesteld:

HGIS / BIV

Omschrijving

Totaal uitgaven

Kasschuif 2e suppletoire begroting 2014 minusma

€ 10.000

Bijstelling (minder) uitgaven Crisisbeheersingsoperaties

€ 19.196

Bijstelling (meer) ontvangsten

€ 7.838

Bijstelling (minder) uitgaven Attachés

€ 728

Totaal eindejaarsmarge HGIS

€ 37.762

Exploitatie

Omschrijving

Totaal uitgaven

Bijstelling (minder) uitgaven excl. HGIS

€ 128

Bijstelling (meer) ontvangsten excl. HGIS

€ 613

Totaal eindejaarsmarge Defensie

€ 741

Investeringen

Omschrijving

Totaal uitgaven

Kasschuif 2e suppletoire begroting 2014

€ 68.000

Bijstelling uitgaven investeringen

– € 10.120

Bijstelling (minder) ontvangsten

– € 18.194

Totaal eindejaarsmarge Defensie

€ 39.686

2. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten

Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2014 geldt ten opzichte van de tweede suppletoire begroting een verlaging van in totaal € 9,7 miljoen als gevolg van lager gerealiseerde ontvangsten. Deze verlaging wordt bij Wijzigingen ontvangsten toegelicht. Het uitgavenbudget wordt met dit bedrag verlaagd.

Ad B. Ontvangsten

Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk (eventueel afgerond) bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Bedragen x € 1 miljoen

artikel

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

 

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

Investeringen krijgsmacht

DMO

CDC

Algemeen

Centraal apparaat

Geheim

Nominaal en onvoorzien

Totaal

Begroting 2014

6,3

694,8

1.105,9

638,3

311,5

1.193,7

815,3

972,3

113,7

1.698,3

5,3

46,7

7.602,0

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2014

242,1

26,6

57,9

11,2

17,0

– 70,9

– 20,4

97,6

0,9

– 95,8

0,0

18,9

285,1

B. Beleidsmatige wijzigingen:

                         

Stand Voorjaarsnota 2014

248,4

721,4

1.163,7

649,5

328,5

1.122,8

794,9

1.069,9

114,6

1.602,5

5,3

65,6

7.887,1

B. Beleidsmatige wijzigingen:

25,8

15,7

19,6

29,6

1,7

– 67,4

– 30,1

2,2

1,3

– 18,4

0,0

– 65,6

– 85,7

Stand Najaarsnota 2014

274,2

737,1

1.183,3

679,1

330,2

1.055,4

764,8

1.072,0

115,9

1.584,1

5,3

0,0

7.801,4

Nadere wijzigingen:

– 21,6

– 0,9

19,9

– 25,8

3,8

10,1

23,6

– 10,8

– 15,5

4,9

– 1,4

 

– 13,7

Stand slotwet 2014

252,6

736,2

1.203,2

653,3

334,0

1.065,5

788,5

1.061,2

100,4

1.589,0

3,9

0,0

7.787,7

Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

Wijzigingen ontvangsten

De per saldo lagere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, het uitgavenbudget met eveneens € 9,7 miljoen verlagen, vinden vooral hun oorzaak bij de Investeringen Krijgsmacht (lagere verkoopopbrengsten van € 18,2 miljoen). Daarentegen zijn de ontvangsten bij het artikel inzet € 7,8 miljoen hoger uitgevallen, zijnde de VN-bijdrage voor MINUSMA (€ 5,4 miljoen), hogere ontvangsten uit contributies (€ 1,4 miljoen) en de meerontvangst van rederijen voor de inzet van de VPD’s (€ 1 miljoen). De overige kleinere (meer of minder) ontvangsten komen voort uit personele en materiële ontvangsten bij de defensieonderdelen.

Voor een meer uitgebreide toelichting op de mutaties van de ontvangsten wordt verwezen naar B3 – Artikelsgewijze toelichting.

B3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2014 worden op het niveau van artikel de verschillen toegelicht als die groter zijn dan of gelijk zijn aan 5 procent of € 5 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Inzet

Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

274.187

263.764

– 10.423

Programma-uitgaven

274.187

252.576

– 21.611

Opdracht Inzet

     

– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS)

245.572

228.517

– 17.055

– waarvan financiering nationale inzet krijgsmacht

2.500

1.939

– 561

– waarvan overige inzet

26.115

22.120

– 3.995

       

Programma-ontvangsten

3.807

11.645

7.838

– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS)

1.407

8.293

6.886

– waarvan overige inzet

2.400

3.352

952

Verplichtingen

De realisatie van de totale verplichtingen van het artikel Inzet is € 10,4 miljoen lager dan de tweede suppletoire begroting. Dit heeft als oorzaak dat er minder verplichtingen voor de missie ISAF en de strijd tegen ISIS in Irak in 2014 zijn aangegaan dan was voorzien in de raming.

Uitgaven

De realisatie van de totale uitgaven van het artikel Inzet is € 21,6 miljoen lager ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Diverse operaties en contributies (HGIS)

De HGIS-realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 228,5 miljoen. Dit is € 17,1 miljoen lager ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Dit verschil wordt veroorzaakt door minder uitgaven voor de strijd tegen ISIS in Irak (– € 14 miljoen) en Afghanistan (– € 8 miljoen) en de hogere uitgaven voor MINUSMA (€ 7,7 miljoen).

Overige inzet

Onder de post «overige inzet» worden de Nuclear Security Summit, de uitgaven vanuit de ramp met de MH-17 en de Vessel Protection Detachment (VPD’s) verantwoord. Voor de inzet van VPD’s is de realisatie € 2,1 miljoen lager dan was voorzien in de tweede suppletoire begroting. Er zijn minder inzetten uitgevoerd dan waar rekening mee werd gehouden. Tevens is de realisatie van MH-17 met € 3,7 miljoen lager dan geraamd. Verder is voor de NSS conferentie € 0,9 miljoen meer uitgegeven.

Ontvangsten

De HGIS-ontvangsten komen € 7,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De ontvangsten van de rederij voor de vergoeding van de inzet van VPD’s ter bestrijding van de piraterij in Somalië vallen met € 1 miljoen hoger uit. Daarnaast is de VN-bijdrage voor MINUSMA van € 5,4 miljoen eerder ontvangen. Deze was niet voor 2014 geraamd maar voor latere jaren. Verder is er sprake van restitutie van VN-contributies (€ 1,4 miljoen).

Beleidsartikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

737.050

750.869

13.819

Uitgaven

737.050

736.193

– 857

       

Programma uitgaven

141.274

133.877

– 7.812

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK

141.274

133.877

– 7.812

– waarvan inzet en gereedstelling

18.590

20.161

1.571

– waarvan bijdragen aan SSO's1

16.619

16.204

– 415

– waarvan instandhouding

106.065

97.097

– 8.968

       

Apparaatsuitgaven

595.776

602.316

6.540

Staven

9.386

10.035

649

Operationele eenheden Commando ZSK

586.390

592.281

5.891

       

Apparaat per uitgavencategorie

595.776

602.316

6.540

personele uitgaven

534.609

534.497

– 112

– waarvan eigen personeel

501.211

504.028

2.817

– waarvan operationele toelage

29.698

27.818

– 1.880

– waarvan externe inhuur

3.700

2.651

– 1.049

materiele uitgaven

61.167

67.819

6.652

– waarvan bijdragen aan SSO's2

2.800

6.917

4.117

– waarvan huisvesting en infrastructuur

4.672

5.925

1.253

– waarvan ICT

3.018

3.308

290

– waarvan overige exploitatie

50.677

51.669

992

       

Apparaatsontvangsten

19.951

19.714

– 237

X Noot
1

Shared Service Organisatie Rijkswaterstaat corporate dienst

X Noot
2

Shared Service Organisatie Paresto

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2014 bedraagt € 13,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door meer aangegane verplichtingen binnen het apparaat en voor magazijnvoorraden van CZSK.

Uitgaven

De uitgaven zijn met € 0,8 miljoen lager gerealiseerd dan het budget van de tweede suppletoire begroting.

De instandhoudingskosten zijn € 8,9 miljoen lager uitgevallen door het niet in 2014 betalen van facturen voor het uitbestede onderhoud en instandhouding van de ZrMs «Rotterdam» (€ 4 miljoen) en de aanschaf van single eye acquistion systems (€ 2,7 miljoen). Met de betaling van deze facturen was in de tweede suppletoire begroting wel rekening gehouden.

De lagere uitgaven worden voor het merendeel gecompenseerd door hogere apparaatsuitgaven van € 6,6 miljoen voor gebruik infrastructuur, kleding en hogere uitgaven voor catering Paresto. De omzet ten behoeve van de voeding en catering is in 2014 met € 4,1 miljoen gestegen als gevolg van meer uitzendingen en oefeningen.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn met € 0,2 miljoen neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Beleidsartikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.183.368

1.290.862

107.494

Uitgaven

1.183.368

1.203.245

19.877

       

Programma uitgaven

133.496

139.710

6.214

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS

133.496

139.710

6.214

– waarvan gereedstelling

52.392

49.031

– 3.361

– waarvan instandhouding

81.104

90.679

9.575

       

Apparaatsuitgaven

1.049.872

1.063.535

13.663

Staven

3.734

3.666

– 68

Operationele eenheden Commando LAS

1.046.138

1.059.869

13.731

       

Apparaat per uitgavencategorie

1.049.872

1.063.535

13.663

personele uitgaven

979.127

986.631

7.504

– waarvan eigen personeel

937.368

939.518

2.150

– waarvan operationele toelage

36.180

42.618

6.438

– waarvan externe inhuur

5.579

4.495

– 1.084

materiele uitgaven

70.745

76.904

6.159

– waarvan bijdragen aan SSO's1

8.400

9.151

751

– waarvan overige exploitatie

62.345

67.753

5.408

       

Apparaatsontvangsten

20.523

21.691

1.168

X Noot
1

Shared Service Organisatie Paresto

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 107,5 miljoen hoger dan werd voorzien ten tijde van de tweede suppletoire begroting. Dit betreft voornamelijk de verwerving van reservedelen ten behoeve van de instandhouding van de wapensystemen door het Materieellogistiek Commando Land, hogere personele en materiele exploitatie en een technische mutatie.

Uitgaven

De uitgaven voor instandhouding zijn € 9,6 miljoen hoger uitgevallen bij het Materieellogistiek Commando Land, te wijten aan drie oorzaken. Allereerst is de realisatie op bestaande onderhoudscontracten aanzienlijk hoger geweest dan gepland. Ten tweede is de beschikbare verwervingscapaciteit beter ingericht waardoor snellere totstandkoming van nieuwe overeenkomsten mogelijk bleek dan bij de 2e suppletoire begroting was voorzien. Ten derde is er sprake geweest van een hogere doorbelasting vanuit het Marinebedrijf dan waar in de tweede suppletoire begroting rekening mee was gehouden.

De hogere apparaatsuitgaven van € 13,7 miljoen worden voor het merendeel veroorzaakt door hogere uitgaven aan operationele toelagen (€ 6,4 miljoen). De hogere realisatie ten opzichte van de tweede suppletoire begroting heeft twee oorzaken: ten eerste hebben er in het laatste kwartaal relatief meer grote oefeningen plaatsgevonden dan in de eerdere kwartalen en daarnaast hebben er in de laatste maanden van 2014 meer dan verwacht betalingen plaatsgevonden waarvan een deel oorspronkelijk in 2015 was gepland. De overige exploitatie is € 6 miljoen hoger uitgekomen. Deze hogere uitgaven betreffen catering en operationele voeding van Paresto, bedrijfshulpverleningsartikelen en hogere uitgaven voor kleding.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten bedragen € 1,2 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2014.

Beleidsartikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

679.077

704.621

25.544

Uitgaven

679.077

653.271

– 25.806

       

Programma uitgaven

166.294

147.339

– 18.955

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK

166.294

147.339

– 18.955

       

– waarvan gereedstelling

13.138

9.562

– 3.576

– waarvan instandhouding

153.156

137.777

– 15.379

       

Apparaatsuitgaven

512.783

505.932

– 6.851

Staven

21.349

10.265

– 11.084

Operationele eenheden Commando LSK

491.434

495.667

4.233

       

Apparaat per uitgavencategorie

512.783

505.932

– 6.851

personele uitgaven

410.756

413.109

2.353

– waarvan eigen personeel

401.719

404.707

2.988

– waarvan operationele toelage

5.044

4.679

– 365

– waarvan externe inhuur

3.993

3.724

– 269

materiele uitgaven

102.027

92.823

– 9.204

– waarvan bijdragen aan SSO's1

1.850

3.856

2.006

– waarvan overige exploitatie

100.177

88.967

– 11.210

       

Apparaatsontvangsten

14.540

13.052

– 1.488

X Noot
1

Shared Service Organisatie Paresto

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2014 bedraagt € 704,6 miljoen. De € 25,5 miljoen hogere realisatie van de verplichtingen komt voort uit de verantwoording van reparatie- en onderhoudsopdrachten voor vliegtuigen en helikopters (open werkorders). Tevens zorgt een technische correctie voor een verhoging.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2014 zijn € 25,8 miljoen lager dan verwacht. Dit komt met name door lagere uitgaven aan vliegopleidingen (€ 11,7 miljoen) en lagere instandhoudingsuitgaven bij het Logistiek Centrum Woensdrecht (€ 14 miljoen).

Ontvangsten

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting is € 1,5 miljoen minder ontvangen.

Beleidsartikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (CKmar)

Artikel 5 Taakuitvoering Marechaussee (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

330.231

337.665

7.434

Uitgaven

330.231

333.990

3.759

       

Programma uitgaven

2.282

1.617

– 665

Opdracht Inzet KMAR

2.282

1.617

– 665

– waarvan gereedstelling

2.282

1.617

– 665

       

Apparaatsuitgaven

327.949

332.373

4.424

Staven

9.293

35.817

26.524

Operationele eenheden KMAR

318.656

296.556

– 22.100

       

Apparaat per uitgavencategorie

327.949

332.373

4.424

personele uitgaven

294.469

297.663

3.194

– waarvan eigen personeel

290.059

293.639

3.580

– waarvan operationele toelage

3.910

3.744

– 166

– waarvan externe inhuur

500

280

– 220

materiele uitgaven

33.480

34.710

1.230

– waarvan bijdragen aan SSO's1

300

753

453

– waarvan overige exploitatie

33.180

33.957

777

       

Apparaatsontvangsten

4.950

6.529

1.579

X Noot
1

Shared Service Organisatie Paresto

Verplichtingen

De realisatie van verplichtingen is € 7,4 miljoen hoger dan in de tweede suppletoire wet. Dit houdt verband met hogere apparaatsuitgaven, het onderhoudscontract voor motorfietsen en een leasecontract voor bootjes.

Uitgaven

De realisatie komt € 4,4 miljoen hoger uit dan het budget van de tweede suppletoire begroting als gevolg van een hogere personele bezettingsgraad. Daarbij zijn er verschillen binnen formatie ontstaan tussen staf en operationele eenheden. Met het omklapmoment van de reorganisatie zijn de uitgaven van OTCKmar ten onrechte ten laste gekomen van de staf, waar deze op de operationele eenheden terecht moest komen. Daar het onderscheid op formatie tussen staf en operationele eenheden in de begroting 2015 verdwijnt, zijn er geen correcties meer uitgevoerd binnen het personele en financiële systeem.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 1,6 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn vooral het gevolg van de inzet van het Kmar-personeel in het Caribisch gebied en voor civiele politiemissies.

Beleidsartikel 6 Investeringen Krijgsmacht

Beleidsartikel 6 Investeringen Krijgsmacht

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

902.526

996.956

94.430

Uitgaven

1.055.360

1.065.480

10.120

       

Programmauitgaven

1.055.360

1.065.480

10.120

6.1 Opdracht Voorzien in nieuw materieel

595.570

604.014

8.444

6.2 Opdracht Voorzien in infrastructuur

303.800

309.820

6.020

– waarvan bijdragen SSO (DVD)

27.143

27.353

210

6.3 Opdracht Voorzien in ICT

62.761

64.938

2.177

– waarvan bijdragen SSO (DTO)

51.735

68.113

16.378

6.4 Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

62.800

59.403

– 3.397

6.5 Bijdrage aan de NAVO

30.429

27.305

– 3.124

       

Programmaontvangsten

137.814

119.620

– 18.194

– waarvan verkoopopbrengsten groot materieel

116.218

92.946

– 23.272

– waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur

15.700

20.417

4.717

– waarvan overige ontvangsten

5.896

6.257

361

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen zijn € 94,4 miljoen hoger dan begroot. Dit heeft als belangrijkste oorzaak (€ 80 miljoen) de verantwoording van de aangegane verplichtingen door de DVD voor het voorzien in infrastructuur. De overige verhoging komt voort uit hogere verplichtingen voor het voorzien in nieuw materieel.

Uitgaven

De investeringen zijn in totaal € 10,1 miljoen ten opzichte van het budget van de tweede suppletoire begroting gerealiseerd. Daarvan betreft € 8,4 miljoen overrealisaties bij projecten voor Voorzien in Nieuw Materieel, waarvan de grootste met een overrealisatie van € 3,1 miljoen betrekking heeft op het project Chinook. Het overige deel betreft kleine overschrijdingen bij een groot aantal projecten. Voorzien in Infrastructuur en Voorzien in ICT hebben respectievelijk € 6,0 en € 2,2 miljoen meer gerealiseerd door het sneller opleveren van een aantal kleinere projecten. Daartegenover staan onderrealisaties van respectievelijk € 3,4 en € 3,1 miljoen voor de bekostiging van het wetenschappelijk onderzoek en de bijdrage aan de NAVO-investeringen.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten is € 18,2 miljoen lager dan het budget bij de tweede suppletoire begroting.

De verkoopopbrengsten groot materieel zijn met € 23,7 miljoen achtergebleven. Door externe factoren die invloed hebben gehad op het verkoopproces, zoals vertraging in het tekenen van contracten en het wachten op vergunningen door externen, is € 6,2 miljoen minder ontvangen. Verder is € 6,8 miljoen minder ontvangen door te laat ontvangen betalingen ingevolge lopende contracten. Daarnaast zijn de verwachte ontvangsten van royalty’s (in totaal € 10,3 miljoen) vertraagd. Hierdoor vallen deze ontvangsten in 2015.

De ontvangsten vanuit de verkoop van onroerende goederen zijn € 4,7 miljoen hoger uitgevallen.

Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie

Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

764.808

606.479

– 158.329

Uitgaven

764.808

788.427

23.619

       

Programma uitgaven

296.152

293.389

– 2.763

Opdracht Logistieke ondersteuning

296.152

293.389

– 2.763

– waarvan gereedstelling

223.717

214.792

– 8.925

– waarvan instandhouding

72.435

78.597

6.162

       

Apparaatsuitgaven

468.656

495.038

26.382

Staven

7.185

8.382

1.197

Ondersteuning operationele eenheden

461.471

486.656

25.185

       

Apparaat per uitgavencategorie

468.656

495.038

26.382

personele uitgaven

190.441

192.287

1.846

– waarvan eigen personeel

169.794

172.534

2.740

– waarvan operationele toelage

312

180

– 132

– waarvan externe inhuur

20.335

19.573

– 762

materiele uitgaven

278.215

302.751

24.536

– waarvan ICT / bijdrage SSO DMO /OPS

210.845

228.784

17.939

– waarvan bijdragen aan SSO Paresto1

300

363

63

– waarvan overige exploitatie

67.070

73.604

6.534

       

Programma ontvangsten

     

Apparaatsontvangsten

26.197

25.189

– 1.008

X Noot
1

Shared Service Organisatie IVENT en Paresto

Verplichtingen

Met de suppletoire begrotingen zijn uitgavenbudgetten met de daarbij behorende verplichtingen van DMO ontvlochten naar het CLAS voor de instandhouding van de Landsystemen en naar het CLSK voor de types NH-90 en KDC-10. Door deze technische mutatie is het verplichtingenbudget voor 2014 gestegen bij het CLAS en CLSK en gedaald bij de DMO. Dit is een technische mutatie, die voor het totaal van de verplichtingen van Defensie geen gevolg heeft. Tevens zijn voor ICT en overige exploitatie meer verplichtingen aangegaan dan werd voorzien bij de tweede suppletoire wet.

Uitgaven

De uitgaven zijn per saldo € 23,6 miljoen hoger uitgevallen dan voorzien bij de tweede suppletoire begroting. Dit komt met name door de hogere ICT exploitatie-uitgaven. Gedurende het jaar had de SSO’s DTO (DMO OPS) achterstand in het factureren van het ICT diensten. Na de opstelling van de tweede suppletoire begroting is deze achterstand onverwacht ingelopen.

Ontvangsten

De personele en materiele ontvangsten zijn € 1 miljoen lager uitgekomen dan werd verwacht in de tweede suppletoire begroting.

Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Diensten Centra

Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.072.054

1.057.642

– 14.412

Uitgaven

1.072.054

1.061.257

– 10.797

       

Programmauitgaven

 

12

12

Opdracht Dienstverlenende eenheden

 

12

12

– waarvan gereedstelling

 

1

1

– waarvan instandhouding

 

11

11

       

Apparaatsuitgaven

1.072.054

1.061.245

– 10.809

Staf CDC

15.802

9.706

– 6.096

Ondersteuning operationele eenheden

1.037.674

1.033.689

– 3.985

Attachés

18.578

17.850

– 728

       

Apparaat per uitgavencategorie

1.072.054

1.061.245

– 10.809

personele uitgaven

442.069

443.228

1.159

– waarvan eigen personeel

412.392

414.134

1.742

– waarvan operationele toelage

248

1.037

789

– waarvan attachés

10.429

11.841

1.412

– waarvan externe inhuur

19.000

16.216

– 2.784

materiele uitgaven

629.985

618.017

– 11.968

– waarvan huisvesting en infrastructuur (incl. bijdrage SSO DVD)

383.560

385.000

1.440

– waarvan bijdrage SSO DVD huisvesting en infrastructuur)

141.761

193.218

51.457

– waarvan overige exploitatie (incl bijdrage SSO Paresto)

238.276

227.008

– 11.268

– waarvan bijdrage door SSO Paresto (catering; overige exploitatie)

35.140

31.013

– 4.127

– waarvan overige exploitatie attachés

8.149

6.009

– 2.140

Apparaatsontvangsten

49.785

49.243

– 542

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van het CDC kent een onderrealisatie ten opzichte van de tweede suppletoire begroting van € 14,4 miljoen, samenhangend met de verlaging van uitgaven.

Uitgaven

De uitgaven zijn per saldo € 10,8 miljoen lager dan in de tweede suppletoire begroting. De uitgaven voor huisvesting en infrastructuur zijn € 1,4 miljoen hoger. Het budget voor de instandhouding van de infrastructuur, dat door de SSO DVD wordt uitgevoerd bleek ontoereikend voor de instandhouding van de totale vastgoed portefeuille en is verhoogd (€ 51,5 miljoen). Deze technische mutatie betreft een interne herschikking binnen huisvesting en infrastructuur, doordat minder is uitgegeven aan vooral huren, energie en water. Verder is bij de dienstverleningsactiviteiten Rechtspositie & Juridische Dienstverlening (– € 6,1 miljoen), Instroom en Doorstroom (– € 4,6 miljoen), Energie & Water (– € 5,5 miljoen) en Overig (– € 3,5 miljoen) sprake van lagere uitgaven. Bij Niet Operationeel Dienstvervoer (€ 2,7 miljoen) en Opleidingen (€ 1,9 miljoen) was sprake van hogere uitgaven.

Ontvangsten

De personele en overige ontvangsten zijn nagenoeg op het budget gerealiseerd.

Niet-beleidsartikel 9 Algemeen

Artikel 9 Algemeen

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

115.880

81.246

– 34.634

Programma-uitgaven

     

Subsidies en bijdragen

25.132

22.104

– 3.028

Bijdrage NAVO en internationale samenwerking

38.006

37.001

– 1.005

Overige uitgaven

52.742

41.265

– 11.477

Totaal programma-uitgaven

115.880

100.370

– 15.510

Totaal ontvangsten

0

0

0

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 34,6 miljoen lager dan in de tweede suppletoire begroting was opgenomen. Dit betreft voornamelijk overige Departementsbrede uitgaven, waarop onder meer de schadeclaims verantwoord worden.

Uitgaven

De realisatie van de uitgaven is € 15,5 miljoen lager uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting was voorzien. Bij subsidies en bijdragen is de bijdrage aan STOAG lager uitgevallen dan geraamd. Bij overige uitgaven is de lagere realisatie een gevolg van het doorschuiven van de claim van het Nationaal Militair Museum naar 2015 (€ 3,5 miljoen), lagere milieu uitgaven (€ 2,5 miljoen) en verder de lager dan geraamde schadeclaims (€ 5 miljoen).

Niet-beleidsartikel 10 Centraal Apparaat

Artikel 10 Centraal apparaat

Stand 2e suppletoire begroting 2014

Stand Slotwet 2014

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.584.132

1.584.117

– 15

Apparaatsuitgaven

     

Bestuursstaf

76.240

74.754

– 1.486

Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst

67.322

62.522

– 4.800

Pensioenen en uitkeringen1

1.226.357

1.237.183

10.826

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

214.213

214.590

377

Totaal apparaatsuitgaven

1.584.132

1.589.049

4.917

Apparaat per uitgavencategorie

1.584.132

1.589.049

4.917

personele uitgaven

1.566.860

1.575.860

9.000

– waarvan eigen personeel

121.879

121.615

– 264

– waarvan eigen inhuur

4.411

2.472

– 1.939

– waarvan pensioenen, wachtgelden en uitkeringen

1.440.570

1.451.773

11.203

materiele uitgaven

17.272

13.189

– 4.083

– waarvan bijdragen aan SSO's2

170

498

328

– waarvan overige exploitatie

17.102

12.691

– 4.411

Totaal ontvangsten

23.219

24.360

1.141

X Noot
1

Waarvan niet relevant:

X Noot
2

Shared Service Organisatie Paresto

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is uitgekomen op het niveau van de tweede suppletoire begroting.

Uitgaven

De uitgaven komen € 4,9 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor de ereschulden, veteranen en waardeoverdrachten van pensioenen. Dit is voor een deel gecompenseerd door de lagere uitgaven binnen de exploitatie, met name bij overige exploitatie.

Ontvangsten

De realisatie van de personele ontvangsten bedraagt € 1,1 miljoen meer dan was geraamd bij de tweede suppletoire begroting.

Baten-lastenagentschappen

Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2014 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2014.

Naar boven