34 200 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2014

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2015

In de memorie van toelichting behorende bij de Slotwet over het jaar 2014 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 34 200 V, nr. 4) is bij de verantwoording over de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie en in de Verticale Toelichting van het Financieel Jaarverslag 2014 (Bijlage 4 bij Kamerstuk 34 200, nr. 1) een toelichting opgenomen die niet correct is. Deze toelichting informeert alleen over de naheffing uit oktober 2014 en legt ten onrechte een relatie tussen de naheffing en de andere mutaties die in de raming van de Nederlandse afdrachten in 2014 hebben plaatsgevonden, waaronder de mutaties van 133 miljoen euro. De toelichting heeft daarmee gezorgd voor onduidelijkheid over de oorzaken van de omvang van de Nederlandse afdrachten.

Via deze brief stuur ik u de volledige toelichting bij de realisatie van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie over het jaar 2014. Deze toelichting kan worden betrokken bij de behandeling in uw Kamer van de Slotwet over het jaar 2014 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Toelichting EU-afdrachten (beleidsartikel 3.1, memorie van toelichting bij de Slotwet over het jaar 2014 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken)

In 2014 is een aantal mutaties verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie. Het betreft met name de vertraging van de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit en de naheffing uit oktober 2014. Deze mutaties zijn respectievelijk in de eerste en in de tweede suppletoire begroting verwerkt.

Naast de verwerking van een aantal realisaties is in medio december 2014 een akkoord bereikt over de aanvullende begrotingen over 2014. Nederland heeft aangegeven in dit pakket niet in te kunnen stemmen met de derde aanvullende begroting; Nederland heeft ingestemd met de overige aanvullende begrotingen. De uitkomsten van dit akkoord zijn opgenomen in het verslag van de Eurogroep/Ecofin van december 2014. Hierover is de Kamer geïnformeerd in het verslag van de Eurogroep/Ecofin van 8 december 2014 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1214). Omdat de Raad en het Europees parlement pas begin december een akkoord bereikte over de aanvullende begrotingen voor 2014, zijn de budgettaire effecten van dit akkoord doorgeschoven naar het jaar 2015. Onderdeel van het pakket waren additionele inkomsten voor de EU begroting die leiden tot lagere afdrachten bij de lidstaten. Deze lagere afdrachten waren reeds verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten voor 2014 en worden doorgeschoven naar 2015.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven