34 189 Regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 19 oktober 2015

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog een aantal vragen.

De fractieleden van de SP hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Gelet op de regionale belangen, zou het logisch zijn om de regionale bijdragen te verhogen in plaats van een complex systeem van tolheffing in te voeren. Kan tolheffing niet achterwege blijven als deze infrastructuurprojecten worden betaald uit de ruime provinciale middelen, zoals de NUON-gelden in Gelderland?

Volgens de memorie van toelichting is er geen fysieke ruimte voor tolpleinen2, maar worden ten behoeve van eenmalige betaling zonder gebruikersaccount wel fysieke betaalpunten overwogen3. Is voor deze betaalpunten wel fysieke ruimte beschikbaar en hoeveel ruimte is daarvoor nodig zonder de doorstroming van het verkeer te hinderen?

Volgens de memorie van toelichting moet voor de eenmalige betaling zonder gebruikersaccount de betaalvorm nog worden uitgewerkt.4 Hoe kan de privacy worden gewaarborgd indien de vorm nu nog niet bekend is?

In de reactie van de regering op het advies van de Raad van State is te lezen dat de kentekenregistratieapparatuur bijna altijd correct werkt, behalve bij mist of sneeuwval.5 Hoe moet de registratie plaatsvinden bij dergelijke weersomstandigheden?

De memorie van toelichting loopt vooruit op eventuele algemene EU-regels voor betalingen door buitenlandse kentekens. Is er al concreet zicht op dergelijke regels en hoe wordt invordering van geldschuld geregeld voor niet-EU-kentekens?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Volgens artikel 5, derde lid, onder b, van het wetsvoorstel zal er tol worden geheven naar euro-emissieklasse. Kan de regering aangeven hoe houdbaar deze bepaling nog is, gezien de recente berichten over «sjoemeldiesels»?

Wordt ook aan motoren een categorie toegekend? Immers, deze staan vaak als zeer vervuilend te boek.

Volgens artikel 8, eerste lid, van het wetsvoorstel wordt een aanmaning alleen gezonden aan de verschuldigde van het toltarief wiens woon- en verblijfplaats bekend is. Los van het feit dat het moeilijk is een aanmaning te sturen aan degene van wie dit niet bekend is, vragen de SP-fractieleden zich af of er al meer duidelijkheid bestaat over het innen van tol voor buitenlandse kentekens. Uit de Handelingen valt namelijk op te maken dat daar nog geen helderheid over was.6 Mocht die helderheid er nog niet zijn, hoe houdbaar is het dan om de tolheffing in te voeren?

De tolwegen kunnen omzeild worden. Tegelijkertijd is bekend dat de inwoners van de gebieden niet gelukkig zijn met de invoering van tolheffing. Kan de regering aangeven of er is gekeken naar de druk op het alternatieve wegennet? En welke consequenties dit zal hebben uit het oogpunt van milieu en uitstoot?

Weggebruikers betalen op verschillende manieren mee, bijvoorbeeld door accijnzen en wegenbelasting, aan de aanleg en het onderhoud van het wegennet. In haar beantwoording in de Tweede Kamer geeft de Minister aan dat wanneer er niet tot tolheffing wordt overgegaan, er een gat in de begroting ontstaat, en dat het niet per se om deze twee wegen hoeft te gaan, maar dat men ook tot andere prioritering zou kunnen komen.7

Gebruikers van de ViA15 en de Blankenburgtunnel, waarschijnlijk veel omwonenden, gaan nu een extra bijdrage betalen voor deze wegen. Duidt het feit dat ook voor andere wegen gekozen had kunnen worden, niet op willekeur? Deze bewoners betalen immers evenveel mee aan andere wegen als alle andere weggebruikers. Is het dan niet vreemd om hen ook nog voor hun eigen wegen te laten betalen, en ook bij te laten dragen aan wegen die zij niet of nauwelijks gebruiken? Is de regering het met de SP-fractieleden eens dat hiermee de onderlinge solidariteit wordt ondermijnd? Is er een schatting gemaakt van hoeveel de inwoners van de aanliggende gebieden gemiddeld extra zullen bijdragen?

Blijkbaar is het geld voor weginfrastructuur gestoken in andere projecten, waardoor er geld tekort was voor de aanleg van de ViA15 en de Blankenburgtunnel. Deze andere projecten hadden dus een hogere prioritering. Kan de regering duidelijk maken waarom deze wegdelen blijkbaar niet hoog genoeg zijn geprioriteerd om door het Rijk gefinancierd te worden, terwijl men wel van mening is dat ze aangelegd dienen te worden? Met hoeveel jaar zouden deze projecten moeten worden uitgesteld om ze wel via de Rijksbegroting te financieren?

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 6 november 2015.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, Sent

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), De Grave (VVD), Schouwenaar (VVD), Schrijver (PvdA), Sent (PvdA) (voorzitter), Vos (GL), Kops (PVV), Atsma (CDA), Dercksen (PVV), Van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vice-voorzitter), Van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken II 2014/15, 34 189, nr. 3, p. 15–16.

X Noot
3

Kamerstukken II 2014/15, 34 189, nr. 3, p. 24.

X Noot
4

Kamerstukken II 2014/15, 34 189, nr. 3, p. 24.

X Noot
5

Kamerstukken II 2014/15, 34 189, nr. 4, p. 8.

X Noot
6

Handelingen II 2014/15, 34 189, 110, item 9, p. 18–19.

X Noot
7

Handelingen II 2014/15, 34 189, 110, item 9, p. 12.

Naar boven