Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de begripsbepaling voor «Blankenburgverbinding» wordt ingevoegd: Voor de toepassing
van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:.
2. In de alfabetische opsomming van begripsbepalingen wordt de volgende begripsbepaling
ingevoegd, luidende:
kentekenregister: het register, bedoeld in artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994;
2. Aan het slot van de begripsbepaling voor «verantwoordelijke» wordt een puntkomma
toegevoegd.
3. De puntkomma aan het slot van de begripsbepaling voor «ViA15» wordt vervangen door
een punt.
B
Artikel 2 vervalt.
C
In artikel 4, eerste lid, wordt «Het deel van het tracébesluit dat op tolheffing betrekking
heeft, wordt» vervangen door: Voor zover het tracébesluit betrekking heeft op tolheffing,
wordt dat.
D
In artikel 8, derde lid, wordt na «van de kentekenhouder uit » ingevoegd: te.
E
In artikel 9, eerste lid onder b, vervalt na artikel 1 «, onderdeel i, ».
F
In artikel 11, tweede lid, vervalt «, bedoeld in artikel 3, derde lid, ».
G
Artikel 15, vierde lid, eerste zin, komt te luiden:
Als het motorrijtuig is staande gehouden met toepassing van het derde lid, kan een
beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 12, eerste
lid, worden bekendgemaakt door uitreiking aan de bestuurder als:
a. de betalingstermijn na de aanmaning, bedoeld in artikel 8, tweede lid, is verstreken;
of
b. de termijn voor het betalen van de toltarief, bedoeld in artikel 7, tweede lid,
onder a, is verstreken en er voorafgaand aan de staandehouding geen aanmaning aan
de kentekenhouder kon worden gezonden.
H
Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1. » geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In artikel 145c, eerste lid, wordt na «geïnd» ingevoegd: en waarvoor apparatuur
in het motorrijtuig moet worden ingebouwd.
Toelichting
Onderdeel A
Dit betreft enkele technische wijzigingen.
Onderdelen B
Artikel 2 geeft mogelijkheid om regels te stellen voor tolheffing door middel van
apparatuur die in het motorrijtuig moet worden ingebouwd voor het geval van deze mogelijkheid
gebruik wordt gemaakt. Dit wordt echter ook al geregeld door de artikelen 145a tot
en met 145e van de Wegenverkeerswet 1994. Daardoor kan dit artikel vervallen.
Onderdeel C
Deze wijziging naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State is abusievelijk niet meegenomen. Het betreft een technische wijziging.
Onderdeel D
Dit betreft een technische wijziging.
Onderdeel E
Dit betreft een technische wijziging.
Onderdeel F
Dit betreft een technische wijziging.
Onderdeel G
Met de wijziging van artikel 15, vierde lid, is beter tot uitdrukking gebracht dat
een bestuurlijke boete vanwege het te laat betalen van het toltarief bij staandehouding
van het motorrijtuig kan worden opgelegd door uitreiking als voorafgaand aan de staandehouding
de NAW-gegevens ontbreken (onderdeel a). Als de NAW-gegevens wel bekend zijn maar
er na de aanmaning niet op tijd betaald is (onderdeel b) kan in dat geval ook een
bestuurlijke boete door uitreiking worden opgelegd. Met name zal dit spelen bij motorrijtuigen
met buitenlandse kentekens. Van deze kentekenhouders is het immers niet eenvoudig
om de bestuurlijke boete te innen als ze niet uit zichzelf betalen.
Onderdeel H
Met de artikelen 145a tot en met 145e van de Wegenverkeerswet 1994 is Richtlijn 2004/52/EG
van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit
van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PbEU
2004, L 166) geïmplementeerd. Met de voorgestelde aanpassing van artikel 145c, eerste
lid, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt nog beter bij die richtlijn aangesloten. Richtlijn
2004/52/EG is immers alleen van toepassing is als er apparatuur in het motorrijtuig
moet worden ingebouwd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus