34 158 (R2048) Voorstel van Rijkswet van het lid Taverne tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met informeren van de Staten-Generaal over een ieder verbindende bepalingen van verdragen

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN RIJKSWET

7 juli 2016

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de parlementaire betrokkenheid bij internationaal recht de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen te wijzigen teneinde de Staten-Generaal te informeren over een ieder verbindende bepalingen van verdragen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Bij de voorlegging van een verdrag ter goedkeuring als bedoeld in het eerste lid wordt aangegeven of het verdrag naar het oordeel van de regering bepalingen bevat die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden en, indien dit het geval is, welke bepalingen het betreft.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «Gelijktijdig daarmee worden zij» vervangen door: Tegelijk met de voorlegging, bedoeld in het eerste lid, worden verdragen.

ARTIKEL Ia

Onze Minister van Buitenlandse Zaken stuurt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet een verslag aan de Staten-Generaal over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL II

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Naar boven