34 145 Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het notarisambt in verband met het doorberekenen van de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak aan de beroepsgroepen (Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen)

G NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 14 november 2016

Graag dank ik de leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie voor hun opmerkingen en vragen in het verslag van 1 november 2016. De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen naar aanleiding van een brief aan de Eerste Kamer van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Deze leden willen weten of de regering de zorgen van de KNB deelt omtrent mogelijke financiële problemen voor de KNB indien het toegezegde wettelijk garantiefonds pas na 1 januari 2018 gerealiseerd zal zijn. Zij vragen of de regering bereid is bepaalde artikelen uit het wetsvoorstel ten aanzien van het notariaat op een later moment in werking te laten treden en daarmee te wachten tot een wettelijk garantiefonds is ingesteld.

Zoals ik heb aangegeven in de nadere memorie van antwoord ben ik in overleg met de KNB reeds gestart met de voorbereiding van een wettelijke regeling voor het door de KNB gewenste garantiefonds. De verwachting is dat het betreffende wetsvoorstel nog dit jaar in consultatie zal gaan. De KNB geeft in haar brief aan de door te berekenen kosten van toezicht en tuchtrecht voor 2017 te kunnen betalen uit de reserves van de beroepsorganisatie. Daarna zou de KNB in de financiële problemen komen als het garantiefonds er per 1 januari 2018 niet is. De KNB stelt dat tot die tijd geen bijdrage van de leden kan worden afgedwongen. De KNB verwijst in dit verband naar een door een aantal leden met succes aangevochten bijdrage aan de KNB voor een verplichte collectieve beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Anders dan de KNB stelt is de regering van oordeel dat hier geen sprake is van een vergelijkbare kwestie. Met de invoering van het onderhavige wetsvoorstel ontstaat een wettelijke verplichting voor de KNB de bij haar door de Staat in rekening gebrachte kosten voor toezicht en tuchtrecht te betalen. Artikel 87 van de Wet op het notarisambt bepaalt dat de KNB alle kosten draagt die uit de uitvoering van de haar door die wet opgedragen taken voortvloeien. Voorts bepaalt dat artikel expliciet dat de KNB ter dekking van deze kosten van de leden jaarlijks bijdragen kan heffen. Op grond van dit wetsartikel kan de KNB dus ook een bijdrage heffen ter voldoening van de kosten voor toezicht en tuchtrecht om zo reeds voor de instelling van het garantiefonds aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Specifiek voorziet het thans voorliggende wetsvoorstel bovendien in de expliciete wettelijke grondslag om bij verordening regels te stellen betreffende de doorberekening aan haar leden van de kosten die de KNB maakt in verband met de uitoefening van toezicht en tuchtrechtspraak.

Als de KNB voorziet dat de kosten voor toezicht en tuchtrecht de bestaande reserves overschrijden beschikt het derhalve over de wettelijke middelen om voor het jaar 2017 reeds te voorzien in een hogere ledenbijdrage. Ik deel de zorgen van de KNB zodoende niet en zie geen noodzaak om de inwerkingtreding van de wet op onderdelen uit te stellen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven