Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2023
Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie van 29 juni 2022 op het onderzoeksrapport
«Evaluatie Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)» ontvangt
u hierbij het onderzoeksrapport «Evaluatie Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht
juridische beroepen».1
Dit onderzoek is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC) in de periode september 2022 tot september 2023 uitgevoerd door een team van
onderzoeksbureau Cebeon – Centrum Beleidsadviserend Onderzoek.
Het algemene beeld dat uit deze evaluatie naar voren komt, is dat volgens onderzoekers
het hoofddoel van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen,
te weten een bezuiniging voor het Rijk, is gerealiseerd omdat kosten die eerst op
het Rijk drukten ten laste zijn gebracht van de publiekrechtelijke beroepsorganisaties
voor de advocatuur, het notariaat en de gerechtsdeurwaarders. Tegelijkertijd constateren
onderzoekers dat de betrokken beroeps-, toezicht-, en tuchtrechtorganisaties zich
niet kunnen vinden in het principe dat alle kosten worden doorberekend. De beroepsgroepen
zijn niet de enige belanghebbenden bij goed functionerend toezicht en tuchtrecht.
Naar hun mening dient dit ook een algemeen belang.
Onderzoekers hebben op basis van de bevindingen een viertal aanbevelingen gedaan.
Een aantal raakt de drie juridische beroepen advocatuur, notariaat en gerechtsdeurwaarders
gezamenlijk en één aanbeveling specifiek de gerechtsdeurwaarders. In tegenstelling
tot notarissen en advocaten kunnen gerechtsdeurwaarders namelijk de kosten voor toezicht
en tuchtrecht niet doorbelasten. Deze aanbeveling raakt aan het SEO onderzoeksrapport
Kwaliteitsfonds voor gerechtsdeurwaarders dat ik uw Kamer heb aangeboden in mijn brief
van 26 oktober 2023 over de thematafels civiele invorderingsketen ter uitwerking van
motie van het lid van Beukering-Huijbregts c.s. (Kamerstuk 35 570 XV, nr. 58)2.
Gegeven de samenhang met de daarin aangekondigde verkenning die ik samen met de Minister
voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen ga uitvoeren naar een goed functionerende
invorderingsketen alsmede de gesprekken die ik komende tijd met de juridische beroepen
wil voeren over de aanbevelingen uit het rapport, volgt de inhoudelijke kabinetsreactie
in het voorjaar van 2024.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind