34 117 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

Nr. 36 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2015

In aanvulling op de brief van 17 juni jongstleden (Kamerstuk 34 117, nr. 35) kom ik met deze brief tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer om duidelijkheid te geven over de verdere route van het wetsvoorstel.

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel algemeen pensioenfonds is door de leden Lodders en Vermeij een amendement1 ingediend dat afgescheiden vermogens bij fusie van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen mogelijk maakt (Handelingen II 2014/15, nr.96). Ik heb aangegeven het doel van het amendement sympathiek te vinden. Tegelijkertijd heb ik aangegeven dat er mogelijke risico’s zijn voor de juridische houdbaarheid van de verplichtstelling.

Als het amendement wordt aangenomen, maakt het integraal onderdeel uit van het wetsvoorstel, dat als het door uw Kamer zal worden aangenomen, ter behandeling aan de Eerste Kamer zal worden voorgelegd. Ik zal alsdan over de inhoud van het amendement het oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State vragen om zicht te krijgen op de omvang van de risico’s voor de juridische houdbaarheid van de verplichtstelling. Het kabinet zal na ommekomst van het oordeel van de Raad van State bepalen wat hiervan de mogelijke consequenties zijn en de beide Kamers hierover informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 34 117, nr. 17.

Naar boven