Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel III wordt «B tot en met M» vervangen door: E tot en met J.
B
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt een 1. geplaatst.
2. Toegevoegd wordt een nieuw lid dat als volgt luidt:
2. Indien het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ligt binnen een periode van
drie maanden voor de start van een gebruiksjaar is artikel 8.17, vijfde lid, niet
van toepassing tot de start van dat gebruiksjaar. Indien het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet ligt buiten deze periode is artikel 8.17, vijfde lid, van toepassing
op de resterende periode van dat gebruiksjaar.
C
Artikel V komt te luiden als volgt:
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Toelichting
A
Het is de bedoeling de doeltreffendheid en effecten van het nieuwe normen- en handhavingstelsel
voor Schiphol binnen 5 jaar te evalueren. In het wetsvoorstel is het nieuwe stelsel
opgenomen in artikel I, onderdelen E tot en met J. Abusievelijk staan in artikel III
andere onderdelen vermeld. In onderdeel A van deze nota van wijziging wordt dit aangepast.
B
Het kan gewenst zijn het nieuwe stelsel in werking te laten treden enkele maanden
vóór of na de start van een nieuw gebruiksjaar. Met onderdeel B van deze nota van
wijziging wordt aan artikel IV een lid toegevoegd dat bepaalt dat in dat geval de
nieuwe grenswaarden pas met ingang van dit nieuwe gebruiksjaar gaan gelden respectievelijk
voor de resterende periode van dit gebruiksjaar. Hiermee wordt vermeden dat in een
gebruiksjaar voor één of twee maanden bijvoorbeeld een MHG en het maximum aantal bewegingen
op de vierde baan zou moeten worden berekend en vastgesteld, respectievelijk dat voor
het resterende deel van een gebruiksjaar geen grenswaarden zouden gelden.
C
Het kan gewenst zijn bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel eerder of later in werking
te laten treden, bijvoorbeeld in samenhang met het gebruiksjaar. De in onderdeel C
opgenomen wijziging van artikel IV maakt dit mogelijk.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld