34 088 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180)

Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN AZMANI EN KUIKEN

Ontvangen 10 april 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel X, wordt artikel 83a als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid strekt er niet toe dat de rechtbank het besluit van Onze Minister als voorwerp van de toetsing verlaat en haar eigen oordeel over de feitelijke gronden in de plaats stelt van dat van Onze Minister. Voor wat betreft het overige blijft de mogelijkheid voor de rechtbank het volledige en ex nunc onderzoek uit te voeren onverlet.

Toelichting

Het wetsvoorstel neemt letterlijk de tekst uit artikel 46, derde lid, van de Procedurerichtlijn omtrent een volledig en ex nunc onderzoek door de rechtbank over. Dit amendement beoogt middels een toegevoegd lid extra sturing te geven aan de interpretatie van dit artikel door de rechterlijke macht. De indieners hebben de wens dat het artikel, het volledig en ex nunc onderzoek, door rechtbanken en door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, niet te ruim wordt geïnterpreteerd, maar ook niet te strikt wordt geïnterpreteerd. Concreet beogen de indieners met het tweede lid in artikel 83a van de Vreemdelingenwet wettelijk te waarborgen dat sprake is van een toetsende rechter en niet van een beoordelende rechter. De rechter dient geen zelfstandig oordeel over de geloofwaardigheid tegenover het oordeel van het bestuur te stellen. Niet beoogd wordt om rechtbanken zelfstandig onderzoek te laten doen naar de asielgronden zelf. De beschikking en het dossier van de Minister blijven het uitgangspunt voor de toetsende rechter. Dit is in lijn met hetgeen hierover is gesteld in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. Tegelijkertijd beogen de indieners wettelijk te waarborgen dat er omtrent de intensiteit van de toetsing door rechters van de feitelijke en juridische gronden geen plaats is voor enige terughoudendheid. Alle elementen, waaronder het oordeel over de geloofwaardigheid van het asielrelaas, kunnen volledig worden getoetst. Onverlet betekent in die zin ongehinderd en onbelemmerd. Dit is eveneens in lijn met hetgeen hierover in de memorie van toelichting is gesteld. In die zin beogen de indieners met dit amendement dan ook geen uitbreiding of inperking van het volledig en ex nunc onderzoek ten opzichte van de variant in het oorspronkelijke wetsvoorstel te bereiken, maar beogen zij die nader wettelijk in te vullen.

Azmani Kuiken

Naar boven