34 083 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID SCHUT-WELKZIJN

Ontvangen 25 maart 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel 2, wordt «en» vervangen door een komma, wordt «door: het jaar 2022» vervangen door «door «het jaar 2022»» en wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en vervalt: bij algemene maatregel van bestuur.

Toelichting

De verhoging van de AOW-leeftijd wordt vanaf 2022 gekoppeld aan de levensverwachting. In artikel 7a, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet is geregeld dat de verhoging van de AOW-leeftijd jaarlijks wordt vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur; een koninklijk besluit na instemming van de ministerraad met hieraan voorafgaand een oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State. Dit amendement schrapt het vereiste dat de vaststelling van de verhoging moet plaatsvinden bij algemene maatregel van bestuur, waardoor het besluit direct uit de wet volgt. Hiermee is de vaststelling van de algemene maatregel van bestuur, en hiermee instemming van de ministerraad, overbodig. Immers, de criteria die aanleiding zijn om de AOW-leeftijd aan te passen zijn expliciet vastgelegd in de wet. Het besluit, dat direct uit de wet volgt, zal door de Minister in de Staatscourant worden gepubliceerd als ministeriële bekendmaking.

Schut-Welkzijn

Naar boven