34 083 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 februari 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

a. De onderdelen A en B vervallen.

b. Onderdeel C komt te luiden:

C

In artikel 18, tweede lid, onderdeel a, wordt «40¼ deelnemingsjaren» vervangen door «40½ deelnemingsjaren» en wordt «(401/4-deelnemingsjarenpensioen)» vervangen door: (deelnemingsjarenpensioen).

c. In onderdeel I wordt «401/6-deelnemingsjarenpensioen» telkens vervangen door: 40¼-deelnemingsjarenpensioen.

d. Onderdeel J vervalt.

e. In onderdeel Q wordt «401/6-deelnemingsjarenpensioen» vervangen door: 40 ¼-deelnemingsjarenpensioen.

2

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel IV, onderdelen C, D, E, F, G, H, I, J, Q, R, S, T, U, V, W, X, AB, AC, AD, AE, AF, AG, AH en AI, vervalt.

b. In onderdeel B wordt «derde» telkens vervangen door: vierde.

3

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid vervalt:, met uitzondering van artikel II, onderdelen A, I en Q, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2014.

b. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met achtste lid tot tweede tot en met zevende lid.

c. In het tweede lid (nieuw) wordt «onderdelen C en K» vervangen door: onderdelen C, I, K en Q.

Toelichting

De vormgeving van enkele bepalingen uit het onderhavige wetsvoorstel is gebaseerd op een beoogde inwerkingtreding vóór 1 januari 2015. Met deze nota van wijziging wordt het wetsvoorstel aangepast aan de omstandigheid dat de betreffende bepalingen in ieder geval niet vóór die datum in werking zullen treden. Deze aanpassing leidt niet tot een inhoudelijke wijziging.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dient deze nota in mede namens de Staatssecretaris van Financiën.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma