34 078 Voorstel van wet van de leden Bosma en Wilders ter bescherming van de culturele traditie van het sinterklaasfeest (Zwarte Piet-wet)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ten aanzien van het uiterlijk van Zwarte Piet regels te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Een Zwarte Piet heeft een egaal zwart of donkerbruin gezicht, rood geverfde lippen, zwart krulhaar en goudkleurige oorbellen, en is gekleed in een fluweelachtig pak met pofbroek en draagt een hoofddeksel met een gekleurde veer.

Artikel 2

  • 1. Indien een bestuursorgaan zijn medewerking verleent aan een sinterklaasviering, waaronder in ieder geval wordt begrepen een sinterklaasintocht, waarborgt het dat het gevolg van Sinterklaas niet bestaat uit anderen dan een of meer Zwarte Pieten en dat deze voldoen aan de kenmerken uit artikel 1.

  • 2. In het eerste lid wordt onder medewerking verlenen in ieder geval verstaan:

    • a. het organiseren of mede organiseren van een sinterklaasviering;

    • b. het financieren, anders dan door het verstrekken van subsidie ten behoeve van een sinterklaasviering;

    • c. het nemen van een besluit of afgeven van een beschikking ten behoeve van een sinterklaasviering, of

    • d. het anderszins ondersteunen van een sinterklaasviering.

Artikel 3

  • 1. Een bestuursorgaan wijst een aanvraag tot het geven van een beschikking als bedoeld in afdeling 4.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht in ieder geval af, indien het naar het oordeel van dat bestuursorgaan aannemelijk is dat bij de sinterklaasviering het gevolg van Sinterklaas bestaat uit anderen dan een of meer Zwarte Pieten die voldoen aan het in artikel 1 bepaalde.

  • 2. Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan aannemelijk is dat bij de sinterklaasviering het gevolg van Sinterklaas bestaat uit anderen dan een of meer Zwarte Pieten die voldoen aan het in artikel 1 bepaalde, onthoudt het bestuursorgaan zich van iedere medewerking aan die sinterklaasviering.

Artikel 4

Deze wet wordt aangehaald als: Zwarte Piet-wet.

Artikel 5

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven