34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg

J BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2017

Op 7 juni 2016 heeft de eerste termijn van de zijde van de Eerste Kamer bij het wetsvoorstel bijdrage kosten strafvordering en slachtofferzorg (Kamerstukken 34 067) plaatsgevonden. Op 4 oktober van datzelfde jaar vond de eerste termijn van de zijde van de regering plaats. Naar aanleiding daarvan is in de brief van 29 november 2016 uiteengezet welke wijzigingen in het wetsvoorstel zijn aangebracht sinds de indiening daarvan in de Tweede Kamer. Ook is in die brief de inhoud van het wetsvoorstel en de algemene maatregel van bestuur beschreven en een overzicht gegeven van de voorzieningen die zijn getroffen voor bijdrageplichtigen met een beperkte financiële positie (zie Kamerstukken I 2016/17, 34 067, G). In aanvulling daarop is op 21 februari 2017 na afloop van een deskundigenbijeenkomst een technische briefing verzorgd door ambtenaren van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Administratiekantoor (CAK).

De voortzetting van de mondelinge behandeling staat geagendeerd voor 4 juli a.s.

Gelet op de inbreng van de woordvoerders van de verschillende fracties in de eerste termijn, het feit dat het wetsvoorstel voortvloeit uit het huidige regeerakkoord en de directe consequenties voor de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, is het huidige kabinet van mening dat de besluitvorming over dit wetsvoorstel moet worden overgelaten aan een nieuw kabinet. Omdat de besprekingen over de vorming van een nieuw kabinet nog niet zijn afgerond, verzoek ik Uw Kamer om de voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel aan te houden tot na de vorming van een nieuw kabinet.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven