Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34065 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34065 nr. 2 |
Inhoudsopgave |
blz. |
Voorwoord |
1 |
1. Inleiding |
2 |
1.1 Aanleiding voor de initiatiefnota |
2 |
1.2 Belemmeringen voor zeggenschap |
3 |
1.3 Visie initiatiefnemer |
3 |
1.4 Strekking van initiatiefnota |
3 |
1.5 Beslispunten |
4 |
2. Buurtrechten |
4 |
2.1 Buurtrechten onder de loep |
4 |
2.2 Iedereen doet mee |
5 |
3. Financiële gevolgen |
5 |
4. Conclusie |
6 |
5. Bronnen |
6 |
In de afgelopen decennia zijn mensen zelfstandiger, onafhankelijker en mondiger geworden. Burgers willen steeds meer verantwoordelijkheid. Ze willen hun eigen leven vormgeven. Burgerparticipatie en vrijwilligerswerk zijn daar het mooie gevolg van. Beide zijn van onschatbare waarde voor de samenleving. Ze komen voort uit burgerbetrokkenheid, een groot goed.
Betrokkenheid van buurtbewoners draagt bij aan buurtontwikkeling. Decennia lang is dit een proces in ontwikkeling geweest dat nu concreet vorm krijgt met deze initiatiefnota. Ik ben groot voorstander van buurtbewoners die, indien zij dat willen, via eigen initiatieven taken op zich nemen. Dat leidt tot meer samenhang in de buurt. Op een aantal plekken in Nederland zie ik dat op een goede manier ruimte wordt gegeven aan buurtinitiatieven en dat levert mooie resultaten op. Maar buurtbewoners komen lang niet overal al goed in positie.
We moeten buurtbewoners, als zij dat willen, de kans geven om dingen zelf te doen! De overheid moet zorgen dat initiatieven mogelijk zijn. Buurtbewoners ervaren nog te veel belemmeringen waardoor zij niet de verantwoordelijkheid voor hun buurt kunnen nemen die zij voor ogen hebben. Initiatieven worden vaak wel gestimuleerd, maar niet voldoende gefaciliteerd. Ik wil de mogelijkheden voor buurtbewoners om als collectief buurtproblemen op te lossen verbeteren. Dat kan met behulp van buurtrechten; een verzameling van participatierechten voor buurtbewoners. Met buurtrechten krijgen bewoners als collectief het recht om mee te dingen naar publieke diensten. Ook kunnen zij bieden op maatschappelijk vastgoed en met een eigen buurtplan aangeven hoe zij eigen buurt willen vormgeven.
In deze nota pleit ik er voor om een start te maken met buurtrecht-experimenten. Deze experimenten bieden kansen om te zien wat burgers nodig hebben om geslaagde initiatieven van de grond te krijgen. Dat vraagt om gestructureerde inspanning. Geëigende structuren moeten soms worden losgelaten om experimenten te laten slagen. Buurtrechten bieden burgers de mogelijkheid om initiatieven zoals buurtbedrijven en zorgcoöperaties tot grote bloei te brengen. Ik wil dat buurtbewoners zich weer in oplossingen herkennen.
Als stip op de horizon zie ik een zorgvuldige landelijke borging van buurtrechten, zodat buurtbewoners in iedere gemeente aan de slag kunnen met initiatieven. Zonder daarbij steeds tegen allerlei belemmeringen aan te lopen. De verwezenlijking van buurtrechten moet afhangen van de welwillendheid van buurtbewoners en niet van toevallige ruimtes in regelgeving. Met deze nota wil ik een start maken met buurtrecht-experimenten. Nadat een aantal gemeenten in experimenten aan de slag zijn gegaan, wil ik bekijken wat er nodig is om meer ruimte te bieden aan mooie, kansrijke initiatieven. Initiatieven waarin buurtbewoners de handen ineen slaan om de zorg, welzijn en leefbaarheid in eigen buurt te verbeteren. Laten we met z’n allen de vraag om buurtrecht-experimenten omarmen en zorgen dat wijken en buurten weer van hun bewoners worden.
Er wordt al lang gestreden voor gelijke kansen voor iedereen. Mensen willen hun eigen leven vormgeven. Dit ideaal heeft na de Tweede Wereldoorlog een enorme vlucht genomen. In de afgelopen decennia zijn mensen zelfstandiger, onafhankelijker en mondiger geworden. De overheid hoort dit te ondersteunen, het collectieve belang te behartigen en tegengestelde belangen te overbruggen. Idealiter staan mensen op eigen benen en nemen zij verantwoordelijkheid voor de eigen omgeving. De initiatiefnemer ziet dat steeds meer burgers dit willen en kunnen. Steeds meer willen zij hun kennis en vaardigheden inzetten om de leefomgeving optimaal te laten profiteren van vitaliteit in de samenleving. Door naar elkaar om te kijken en door betrokken te zijn. Op lokaal niveau willen buurtbewoners zich steeds meer inzetten om de leefbaarheid in eigen buurt te verbeteren. Ze willen zeggenschap. Dat kan alleen als we bereid zijn beslissingen aan buurtbewoners over te laten als zij dat willen. Vanuit het emancipatie-ideaal is dat een logische stap. Een grotere invloed op eigen bestaan en meer zeggenschap past in de Nederlandse traditie. Nu mensen zelfstandiger, onafhankelijker en mondiger zijn geworden, is ook de behoefte om niet afhankelijk te zijn groter. Dat is een beweging die de initiatiefnemer ondersteunt.
Via het amendement Voortman/van Dijk in de WMO 2015 is het recht om gemeenten uit te dagen vastgelegd voor het zorg- en welzijnsdomein. Het amendement Keijzer c.s. regelt in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen dat buurtbewoners zelf initiatieven kunnen ontwikkelen om de buurtbibliotheek te behouden bij dreigende sluiting. Mooie voorbeelden van hoe burgers meer zeggenschap kunnen krijgen. Deze haakjes zijn voor de initiatiefnemer aanleiding om in te zetten op verbreding van buurtrechten.
Buurtbewoners willen steeds meer, kunnen steeds meer en in sommige gemeenten mogen ze ook steeds meer doen aan de eigen leefomgeving. Echter, niet elke gemeente biedt de ruimte hiervoor. Tijdens werkbezoeken hoort de initiatiefnemer vaak dat welwillende buurtbewoners zich tegengewerkt voelen als zij verantwoordelijkheid voor eigen buurt willen nemen. En dat is jammer. De initiatiefnemer heeft immers gezien dat buurtbewoners in staat zijn om geweldige initiatieven te ontplooien. Collectieven van buurtbewoners die initiatief willen nemen komen nog te vaak onvoldoende in positie en krijgen te weinig zeggenschap. Buurtbewoners ervaren verschillende belemmeringen:
1. Bureaucratie en procedurele regels
2. Trage besluitvorming
3. Onwelwillendheid ambtenaren
4. Onvoldoende mogelijkheden om als buurtcollectief te opereren
Met deze initiatiefnota wil de initiatiefnemer bewoners in de gelegenheid stellen om meer betrokken te zijn bij de eigen buurt. Buurtinitiatieven bieden buurtbewoners mogelijkheden om regie te voeren op zaken die voor hen van belang zijn. Ze zijn kleinschalig en geven directe zeggenschap aan de mensen waar het om gaat. Buurtbewoners moeten hierin ondersteund worden. De verwezenlijking van buurtinitiatieven moet afhangen van de welwillendheid van buurtbewoners, en niet van de belemmeringen die zij ervaren. De energie en ideeën van buurtbewoners horen centraal te staan. In de afgelopen decennia hebben we gezien dat buurtbewoners veel obstakels moeten overwinnen om zelf actief veranderingen in eigen buurt te bewerkstelligen. Wat de initiatiefnemer betreft is die tijd nu echt voorbij. Buurtbewoners horen niet te hoeven opboksen tegen allerlei belemmeringen. Zij horen, juist ook in een tijd waarin we veel taken decentraliseren naar lokaal niveau, ruimte te krijgen voor zeggenschap en betrokkenheid.
De verzorgingsstaat moet weer van onze burgers worden. En waar kunnen we dat beter organiseren dan op de plek waar mensen wonen, leven, werken en waar kinderen naar school gaan; de buurt. Voldoende zeggenschap voor burgers is een belangrijke voorwaarde voor een samenleving waarin buurtbewoners betrokken en zelfredzaam willen zijn. Dat zien we nu al binnen zorg, welzijn en de openbare ruimte. Buurtbewoners willen niet toezien hoe hun buurthuis niet meer leeft zoals vroeger, terwijl ze de exploitatie zelf graag zouden willen overnemen. En buurtbewoners willen niet betalen voor groenonderhoud dat niet geheel voldoet aan alle wensen, terwijl er voldoende (werkloze) buurtbewoners zijn die deze taken graag tegen een mooie vergoeding zouden willen en kunnen overnemen. We zien deze beweging ook terug in zorg- en welzijnsactiviteiten uitgevoerd door vrijwilligers waar buurtbewoners diensten perfect laten aansluiten op de behoeften van buurtbewoners via zorgcoöperaties. Buurtbewoners willen steeds meer verantwoordelijkheid. Met behulp van buurtrechten kan hier invulling aan worden gegeven. Als stip op de horizon ziet de initiatiefnemer een zorgvuldige landelijke borging van buurtrechten, zodat buurtbewoners in iedere gemeente aan de slag kunnen met initiatieven.
In deze nota pleit de initiatiefnemer voor een start met buurtrecht-experimenten voor de domeinen zorg, welzijn en leefbaarheid. Dat vergt een gestructureerde inspanning. Buurtrecht-experimenten brengen collectieven van buurtbewoners in positie om zeggenschap over eigen buurt te krijgen. Bovendien bieden buurtrecht-experimenten kansen om te zien wat buurtbewoners nodig hebben om geslaagde initiatieven van de grond te krijgen.
Dit leidt tot de volgende beslispunten:
1. De regering inventariseert samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten welke gemeenten mee willen doen aan het buurtrecht-experiment in de domeinen zorg, welzijn en leefbaarheid en streeft naar deelname van zowel grote, middelgrote en kleine gemeenten;
2. De regering onderzoekt samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wat participerende gemeenten nodig hebben en of het buurtrecht-experiment binnen bestaande wettelijke kaders kan worden uitgevoerd of dat een experimenteerwet noodzakelijk is;
3. De regering wijst, in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, een ministerie aan dat verantwoordelijk wordt voor de interdepartementale coördinatie van het buurtrecht-experiment;
4. De regering zorgt voor een proces- en uitkomstmonitor van het buurtrecht-experiment waaruit na afloop kan worden geconcludeerd wat er nodig is om meer ruimte te bieden aan buurtinitiatieven die zorg, welzijn en leefbaarheid in eigen buurt verbeteren.
De buurtrechten omvatten:
1. Het recht om de gemeente uit te dagen
Geeft het collectief van buurtbewoners mogelijkheden om openbare diensten zelf uit te voeren indien zij vinden dat zij dat beter kunnen dan bedrijven die de gemeentelijke aanbesteding hebben gewonnen.
Indien het collectief van buurtbewoners zich beroept op dit recht, kunnen zij de gemeente uitdagen de aanbesteding van de desbetreffende publieke dienst opnieuw te doen zodat het collectief van buurtbewoners in de gelegenheid is om zelf een offerte uit te brengen;
2. Het recht op (mede) gebruik van maatschappelijk vastgoed
Komt er een maatschappelijk relevant vast- of landgoed vrij, dan heeft het collectief van buurtbewoners de eerste rechten om een bod te doen uit eigen middelen, voordat het vast- of landgoed in de vrije verkoop of verhuur terecht komt; Het recht van bewoners om voorzieningen in hun wijk (ook) zelf te gebruiken
3. Het recht om een buurt-ontwikkelingsplan te maken
Indien het collectief van buurtbewoners dit wenst, kunnen zij het initiatief nemen om een buurt-ontwikkelingsplan op te stellen dat vervolgens deel uit maakt van de gemeentelijke plannen voor de gebiedsontwikkeling.
Uiteraard zijn buurtrechten een stimulans en geen verplichting. Wil een buurt geen gebruik maken van haar buurtrechten dan blijft de gemeente verantwoordelijk voor de publieke dienstverlening. De lokale overheid blijft sowieso altijd eindverantwoordelijk voor zaken waarbij een wettelijke verplichting voor de overheid geldt, zoals onderwijs.
Door de vereisten leiden buurtrechten er niet toe dat alleen de «happy few», de buurtbewoners met de benodigde middelen, tijd en competenties, het heft in de buurt in handen nemen. Het buurtrecht voorziet in representatie van alle buurtbewoners, ook de meest kwetsbaren. Dat krijgt vorm op de volgende manieren:
1. Er wordt samen met een rechtspersoon een collectief gevormd die de grenzen van de buurt vastlegt. Deze grenzen moeten door alle buurtbewoners erkend worden. De buurtgrenzen bepalen de groep bewoners die als collectief gebruik kan maken van buurtrechten.
2. Er komt een buurtreferendum indien de buurt iets wil. Iedereen krijgt dus ruimte voor inspraak, het gaat immers om een collectief belang. Ook de buurtbewoners die niet actief willen of kunnen participeren kunnen hun stem uitbrengen.
3. Mooie Nederlandse voorbeelden wijzen juist voor de meest kwetsbare buurtbewoner op de meerwaarde van buurtinitiatieven. In Marsum (Friesland) hebben buurtbewoners bijvoorbeeld de groenvoorziening van hun buurt zelf opgepakt. Hiermee heeft de buurt banen gecreëerd, juist voor de kwetsbare groepen.
4. Het sociale wijkteam kan een belangrijke rol spelen in het stimuleren van buurtparticipatie van kwetsbare groepen. Zij kunnen buurtbewoners wijzen op de mogelijkheid om via buurtrechten de regie voor een betere buurt te nemen en hen daarbij ondersteunen. Door participatie van alle bewoners te stimuleren kunnen buurtrechten daarom ook een rol spelen in het tegengaan van eenzaamheid.
Het buurtrecht-experiment zal naar verwachting relatief kleine financiële gevolgen hebben. Omdat zowel de omvang als inhoud van de experimenten nog vorm moet krijgen, zijn concrete uitspraken over financiële gevolgen op dit moment nog niet mogelijk. Wel kan er ingaand op de afzonderlijke buurtrechten, een globale omschrijving van de financiële gevolgen worden gegeven.
Het recht om de gemeente uit te dagen zal leiden tot nieuwe aanbestedingsprocedures indien buurtbewoners als collectief aangeven een publieke dienst te willen uitvoeren. Via een offerte kunnen buurtbewoners meedingen naar de aanbesteding. De kosten voor het opstellen van een offerte komen in beginsel voor de rekening van het buurtcollectief. De kosten voor de aanbestedingsprocedure komt voor rekening van de gemeente.
Het recht om te bieden op maatschappelijk vast- of landgoed heeft geen financiële gevolgen. Indien voor buurtbewoners relevant vast- of landgoed te koop wordt aangeboden, krijgen zij als collectief de eerste gelegenheid om te bieden op het vast- of landgoed. Zij dienen de eventuele aankoop uit eigen middelen te financieren.
Het recht om een buurt-ontwikkelingsplan te maken heeft beperkte financiële gevolgen. Indien buurtbewoners een buurt-ontwikkelingsplan opstellen komen de ontwikkelingskosten voor eigen rekening. In het plan dienen zij uiteraard rekening te houden met de financiële gevolgen van de gewenste beweging voor de gemeente. Vaak zal een buurt-ontwikkelingsplan zich richten op het aanwijzen van aandachtpunten in het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld het openhouden van buurthuizen, ruimte voor kleinschalige zorgcoöperaties of betere afspraken over het groenonderhoud in de buurt.
De initiatiefnemer is van mening dat:
Er al lang wordt gestreden voor gelijke kansen voor iedereen. In de afgelopen decennia zijn mensen zelfstandiger, onafhankelijker en mondiger geworden. Buurtbewoners willen meer zeggenschap over eigen leefomgeving. Buurtcollectieven die initiatief willen nemen komen echter onvoldoende in positie door verschillende belemmeringen. Buurtbewoners moeten beter in de gelegenheid worden gesteld om meer betrokken te zijn bij eigen buurt op de domeinen zorg, welzijn en leefbaarheid. Buurtrechten kunnen buurtbewoners faciliteren. Vanuit het emancipatie-ideaal is het een logische stap om buurtrechten te verbreden.
De initiatiefnemer stelt de volgende beslispunten voor:
1. De regering inventariseert samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten welke gemeenten mee willen doen aan het buurtrecht-experiment op de domeinen zorg, welzijn en leefbaarheid en streeft naar deelname van zowel grote, middelgrote als kleine gemeenten;
2. De regering onderzoekt samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wat participerende gemeenten nodig hebben en of het buurtrecht-experiment binnen bestaande wettelijke kaders kan worden uitgevoerd of dat een experimenteerwet noodzakelijk is;
3. De regering wijst, in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, een ministerie aan dat verantwoordelijk wordt voor de interdepartementale coördinatie van het buurtrecht-experiment;
4. De regering zorgt voor een proces- en uitkomstmonitor van het buurtrecht-experiment waaruit na afloop kan worden geconcludeerd wat er nodig is om meer ruimte te bieden aan buurtinitiatieven die zorg, welzijn en leefbaarheid in eigen buurt verbeteren.
Werkbezoeken:
− Centrum Lokaal Bestuur: Jacqueline Kalk
− Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners
− Gemeente Emmen
− Coöperatie nieuw Dordrecht
− Wijkvereniging Emmen
− Bewonersbedrijf «op eigen houtje» Emmen
− Bewonersbedrijf Leeuwarden
− Gemeente Zaanstad:
− Bewonersbedrijf Kruiskamp Werkt in Amersfoort
− Zorg coöperatie Austerlitz
Geraadpleegde literatuur:
− Diverse uitgaven van LSA.
− De Wijk inc. Ondernemerschap en arbeidsparticipatie in aandachtswijken. Raad voor werk en inkomen.
− Hoe hoort het eigenlijk? Passend contact tussen overheid en burger. Raad voor het openbaar bestuur.
− Dat is onze zaak. Over eigenaarschap in het publieke domein. Albert Jan Kruiter en Willemijn van der Zwaard, Raad voor maatschappelijke ontwikkeling.
− Swingen met lokale kracht. Overheden en de netwerksamenleving. Raad voor maatschappelijke ontwikkeling.
− De verleiding weerstaan. Grenzen aan beïnvloeding van gedrag door de overheid. Raad voor maatschappelijke ontwikkeling.
− De doe-democratie kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving. BZK.
− Een beroep op de burger. Minder verzorgingsstaat, meer eigen verantwoordelijkheid. Sociaal en cultureel rapport 2012.
− Merkbaar minder regeldruk. Actal Adviescollege toetsing regeldruk.
− Wij doen het zelf. Hoe burgers de publieke zaak heroveren en wat dat vraagt van de lokale politiek. Pieter Hilhorst. CLBinitiatiefnota.
Tanamal
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34065-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.