34 054 Interparlementaire conferentie onder Artikel 13 van het Begrotingspact

B/ Nr. 2 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE

Vastgesteld 12 februari 2015

Op 4 februari vond de halfjaarlijkse artikel 13 conferentie plaats in het Europees parlement in Brussel. Vanuit de Tweede Kamer namen de leden Neppérus (VVD) en Omtzigt (CDA) deel aan de conferentie. Vanuit de Eerste Kamer was geen vertegenwoordiging op politiek niveau aanwezig.

De delegatie brengt als volgt verslag uit.

Voor de conferentie stonde drie plenaire sessies geagendeerd:

  • 1. Een «New Deal» voor Europa: het stimuleren van publieke en private investeringen voor groei en banen in Europa.

  • 2. Begrotingsconsolidatie en structurele hervormingen: stand van zaken en «best practices» voor wat betreft de implementatie van het «begrotingspact».

  • 3. Versterking van de sociale dimensie van de EMU.

1. Een «New Deal» voor Europa: het stimuleren van publieke en private investeringen voor groei en banen in Europa.

Eurocommissaris Moscovici stelt dat investeringen essentieel zijn om groei aan te wakkeren en banen te creëren en wil daarvoor ook private investeringen aantrekken. Hij roept lidstaten op om ook aan het EFSI bij te dragen, omdat dat een sterk signaal af zou geven aan financiële markten. Verder stelt hij dat de beoordeling van EFSI-projecten gericht is op de economische en sociale dimensie van de projecten. Als het EFSI succesvol is kan er, volgens Moscovici, nog € 100 miljard extra worden ingezet, over een periode van 10 jaar. Moscovici stelt dat het belangrijk is om de interne markt te vervolmaken, voornamelijk op het gebied van diensten, energie en de digitale markt. Wilhelm Molterer, vice-president van de EIB, sluit zich hierbij aan en wil dat wetgevende obstakels voor de vervolmaking van de interne markt weggewerkt worden. Hij stelt dat de komende drie jaar ongeveer 75 miljard beschikbaar komt voor het mkb en ziet potentieel om intensief samen te werken met nationale investeringsbanken. Jean Arthuis, voorzitter van de begrotingscommissie in het Europees parlement, hamert op democratische legitimiteit. Hij ziet een regering voor de Eurozone, stelt dat de controle van het EFSI niet alleen bij de EIB kan liggen en dat de controle door parlementen geregeld moet worden.

In het debat uitten verschillende nationale parlementen hun zorg dat het investeringsplan niet gaat werken. Zo wordt in het debat gevraagd of investeerders wel winst kunnen maken en wordt meermaals de vraag gesteld of de multiplier van 15 realistisch is. In het debat komt naar voren dat het EFSI voor alle lidstaten moet zijn en dat investeringen gepaard moeten gaan met structurele hervormingen. Vanuit verschillende nationale parlementen, waaronder het Nederlandse, wordt de vraag gesteld waar het geld vandaan moet komen. Er moet voldoende aandacht zijn voor projecten op het gebied van onderzoek en innovatie en toezicht en controle moet goed geregeld zijn.

2. Begrotingsconsolidatie en structurele hervormingen: stand van zaken en «best practices» voor wat betreft de implementatie van het «begrotingspact».

Janis Reirs, Minister van Financiën van Letland trapt de sessie af door te stellen dat de verschillen tussen lidstaten verkleind dienen te worden. Hij geeft daarbij aan dat de Europese Commissie niet alles kan doen en dat hervormingen van de lidstaten zelf moeten komen.

Dominic Hannigan, voorzitter van de commissie voor Europese Zaken in Ierland, vervangt de voorzitter van de Eurogroep, Jeroen Dijsselbloem, die heeft afgezegd. Hannigan geeft een uiteenzetting van de economische en financiële situatie in Ierland, dat de weg omhoog heeft ingezet. Ierland heeft onder andere een vermogens- en waterbelasting geïntroduceerd, wat zorgt voor extra inkomsten.

In het debat wordt duidelijk dat er grote verschillen in opvatting bestaan over het naleven van de normen uit het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Er zijn parlementen die het belang van begrotingsdiscipline onderstrepen (Cyprus, Duitsland, Estland, Litouwen, Nederland, Zweden) en parlementen die overheidsinvesteringen willen gebruiken om groei te bereiken (Frankrijk, Italië, Oostenrijk). Portugal stelt dat het begrotingsverdrag onvolkomenheden heeft en dat het niet het antwoord is gebleken op de crisis. Het programma van de trojka heeft er volgens de desbetreffende parlementariër toe geleid dat Portugal minder concurrerend is. Volgens Nederland doen hervormingen inderdaad pijn, maar zijn ze nodig om verder te komen. Verder wordt in het debat een begrotingsregering geopperd, om begrotingsbeleid op elkaar af te stemmen. «Op dit moment brengen we tekorten terug, maar verliezen we ook groei. Wat je aan de ene kant wint, verlies je daarmee aan de andere kant.» Het Verenigd Koninkrijk pleit voor een automatisch stabilisatiemechanisme en Cyprus geeft aan dat we de last van schulden niet bij onze kinderen mogen leggen.

3. Versterking van de sociale dimensie van de EMU.

De vice-voorzitter van de commissie Financiën in het Franse parlement, Pierre-Alain Muet stelt werkgelegenheid en sociaal beleid centraal. «De jeugdwerkloosheid is in een aantal lidstaten onaanvaardbaar hoog. We moeten daarom niet binnen de EU met elkaar concurreren, wat op dit moment wel gebeurt, doordat alle landen proberen om concurrerender te worden.» Volgens Muet liggen ongelijkheid en een gebrek aan solidariteit aan de basis van de crisis. Hij pleit er daarom voor de solidariteit terug te krijgen. Tevens wil hij minimumlonen in alle lidstaten, om «dumping» van arbeid tegen te gaan en de productiviteit te verhogen.

Eurocommissaris Dombrovskis geeft aan dat de sociale ongelijkheid sinds 2008 is toegenomen. De Europese Commissie zal daarom een pakket voor arbeidsmobiliteit en arbeidsintegratie presenteren. Daarnaast moet volgens Dombrovskis de bescherming van de eigen markt verdwijnen en moeten we kritisch zijn op het huidige pensioensysteem.

In het debat komt vaak naar voren dat dit onderwerp hoger op de agenda moet komen. Het vrije verkeer van werknemers, de hoge jeugdwerkloosheid (die nu hoger is dan aan het begin van de EMU) en gelijke behandeling van werknemers worden in het debat meerdere keren genoemd. Lidstaten moeten niet met elkaar de loonconcurrentie aangaan, maar juist samenwerken. Het is daardoor van belang, zo stelt een Franse parlementariër, dat je sociale rechten en pensioenen van de ene lidstaat naar de andere mee kan nemen. Tevens pleit hij voor een Europese werkloosheidsverzekering. In het debat wordt tevens benoemd dat sociale partners inspraak moeten krijgen op nationaal en Europees niveau.

Namens de delegatie van de Tweede Kamer, Neppérus/Omtzigt

De griffiers van de delegatie van de Tweede Kamer, Berck/Dijkstra

De griffier van de Eerste Kamer, Rijks

Naar boven