34 046 Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's; Brussel, 18 december 2013

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 oktober 2014.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 oktober 2014.

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2014

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 18 december 2013 te Brussel tot stand gekomen samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma’s (Trb. 2014, 44).

Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor het Europese deel van Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTENDE NOTA

1. Doelstellingen van het verdrag

Met het onderhavige verdrag beogen de Europese Unie (EU) en haar lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat de al bestaande samenwerking op het gebied van satellietnavigatie te formaliseren en verder te versterken.

2. Voorgeschiedenis van het verdrag

Voor de ontwikkeling en implementatie van de European Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS) en Galileo, het Europese civiel satellietnavigatiesysteem met wereldwijde dekking, werkt de EU samen met derde landen. Hiermee wordt de introductie van Galileo als wereldstandaard voor een civiel Global Navigation Satellite System (GNSS) bevorderd. Vergelijkbare samenwerkingsverdragen zijn tot stand gekomen met China (30 oktober 2003; Trb. 2004, 155), Israël (13 juli 2004; Trb. 2004, 270), Oekraïne (1 december 2005; Trb. 2006, 262), de Republiek Korea (9 september 2006; Trb. 2006, 263), Marokko (12 december 2006; Trb. 2007, 11) en Noorwegen (22 september 2010; Trb. 2010, 312). Met de Verenigde Staten van Amerika is een meer omvattend samenwerkingsverdrag inzake satellietnavigatie gesloten (26 juni 2004; Trb. 2004, 257). Zwitserland is vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling en bouw van de Europese systemen voor satellietnavigatie.

Gezien de aspecten van veiligheid en buitenlands beleid en de aspecten rondom frequentiebeleid betreft het hier een gemengd verdrag dat zowel voor de Europese Unie als voor de onderscheiden lidstaten is ondertekend.

3. Hoofdlijnen van het verdrag

De resoluties van de Ruimteraad van 21 mei 2007 en 26 september 20081, alsmede de resolutie over het volledig benutten van de Europese ruimtesystemen van 25 november 2010, waarin de Europese Commissie en het Europees Ruimteagentschap (ESA) worden verzocht de samenwerking met landen die geen lid zijn van zowel de EU als ESA te vereenvoudigen, vormen de basis voor de samenwerking met Zwitserland op het gebied van satellietnavigatie.

Het verdrag voorziet in samenwerkingsactiviteiten onder meer op het gebied van het radiospectrum, wetenschappelijk onderzoek en opleiding, industriële samenwerking, overheidsopdrachten, intellectuele eigendomsrechten, exportcontrole, handels- en marktontwikkeling, normen, certificering en regulerende maatregelen, veiligheid, uitwisseling van gerubriceerde informatie en uitwisseling van personeel en toegang tot diensten. De verdragspartijen zeggen toe gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo-normen te steunen en de toepassing ervan wereldwijd te bevorderen, waarbij zij de interoperabiliteit met andere mondiale navigatiesatellietsystemen (GNSS) benadrukken.

Zwitserland zal voor de periode 2008–2013 ruim 80 miljoen euro bijdragen aan de Europese GNSS programma’s. Voor de periode 2014 en daarna wordt de Zwitserse bijdrage jaarlijks betaald.

Vanwege het gemengde karakter van de Samenwerkingsovereenkomst dragen de EU en de lidstaten de verantwoordelijkheid voor de respectieve beleidsterreinen waarvoor zij competent zijn. Meer specifieke verplichtingen en afspraken die de lidstaten aangaan zijn:

  • Samenwerking en wederzijdse ondersteuning betreffende het radiospectrum (artikel 5).

  • Industriële samenwerking (art. 8).

  • Het voorkomen van misbruik en andere vijandige acties (artikel 13).

  • Uitwisselen en beschermen van gerubriceerde informatie conform de op 28 april 2008 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (PbEU 2008, L181/58) (artikel 14).

Er zijn geen specifieke uitvoeringsmaatregelen op nationaal niveau voorzien; hiermee zijn dan ook geen financiële middelen gemoeid.

4. Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die nadere toelichting behoeven worden hieronder besproken.

Artikel 3

Artikel 3 bevat de beginselen van samenwerking waarin wederzijdse mogelijkheden om aan samenwerkingsprojecten deel te nemen, de effectieve bescherming van intellectuele eigendomsrechten en de onbeperkte handel in Europese GNSS-goederen belangrijke aspecten zijn.

Artikel 4

In het eerste lid worden de diverse samenwerkingsactiviteiten opgenoemd. Deze lijst is uitputtend. Wanneer partijen de lijst willen wijzigen, vergt dit aanpassing van het verdrag. De samenwerkingsactiviteiten worden vervolgens nader besproken in de artikelen 5 tot en met 15 van het verdrag.

Het tweede lid van artikel 4 stelt dat het verdrag niet van invloed is op de institutionele structuur van de programma’s EGNOS en Galileo. Evenmin is het verdrag van invloed op de regelingen ter uitvoering van non-proliferatieverbintenissen, exportcontrole, controles van immateriële overdrachten van technologie en nationale veiligheidsmaatregelen.

Artikel 5

In artikel 5 leggen partijen de wederzijdse samenwerking en steun vast op het gebied van kwesties betreffende het radiospectrum in het kader van de Internationale Telecommunicatie unie en betreffende de bescherming tegen verstoring en interferentie van signalen.

Artikel 10 en 13

Onverminderd het bepaalde in het tweede lid van artikel 4, bepalen artikel 10 en 13 dat het verdrag Zwitserland verplicht om hetzelfde niveau van exportcontrole, toezicht op non-proliferatie van technologieën (artikel 10) en beveiliging van de systemen (artikel 13) te behalen als de EU en haar lidstaten. Dit is met name van belang omdat Zwitserland onderdelen van de GNSS systemen levert.

Artikel 15

In dit artikel wordt de intentie van de EU weergegeven om, na een Zwitsers verzoek, een overeenkomst te sluiten over de Zwitserse deelname aan de Public Related Service (PRS), een beveiligde navigatiedienst van Galileo.

Artikel 19

Omdat Zwitserland geen eigenaar is van de Europese GNSS is met betrekking tot de eigendom in dit artikel bepaald dat Zwitserland geen aansprakelijkheid draagt.

Artikel 20

Op grond van artikel 20 wordt er een Gemengd Comité opgericht. Dit Comité is verantwoordelijk voor het beheer en de juiste uitvoering van het verdrag.

Artikel 22

Wanneer een partij van mening is dat een gelijkwaardig niveau van exportcontrole of beveiliging niet langer gewaarborgd is, kan die partij, na overleg binnen het Gemengd Comité, passende vrijwaringsmaatregelen nemen, met inbegrip van de schorsing van een of meerdere samenwerkingsactiviteiten. Op grond van het tweede lid kan op verzoek van één der partijen een arbitrageprocedure opgestart worden indien het niet mogelijk blijkt een geschil binnen zes maanden te regelen. Bijlage 1 legt de arbitrageprocedure vast.

Artikel 23

Wanneer partijen een geschil hebben over de interpretatie of toepassing van dit verdrag, dus een ander geschil dan bedoeld onder artikel 22, wordt dat geschil beslecht middels overleg binnen het Gemengd Comité.

Artikel 24

Dit artikel bepaalt dat de twee bijlagen bij het verdrag integrerend onderdeel van het verdrag uitmaken.

Bijlage 1, over de in artikel 22 genoemde arbitrageprocedure, kan op grond van artikel 20, vijfde lid, gewijzigd worden bij besluit van het Gemengd Comité.

Bijlage 2 regelt de wijze van betaling van de financiële bijdrage van Zwitserland. Deze bijlage is aan te merken als zijnde van uitvoerende aard. Wijziging ervan behoeft op grond van artikel 7, onderdeel f, van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring, tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden.

Artikel 26

Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat het verdrag opgezegd kan worden door de EU of Zwitserland. Een lidstaat van de EU kan het verdrag niet afzonderlijk opzeggen. Dit zou immers afbreuk doen aan het uniforme Europees satellietnavigatiebeleid.

Artikel 27

Het verdrag wordt, voor zover het de bevoegdheden van de EU betreft, vanaf de eerste dag van de maand volgende op de tweede kennisgeving waarin wordt bevestigd dat de hiertoe vereiste procedures zijn voltooid voorlopig toegepast tussen de EU en Zwitserland. Dit maakt het mogelijk om de Zwitserse financiële bijdrage aan de Europese GNNS-programma’s reeds te kunnen ontvangen.

5. Koninkrijkspositie

De Overeenkomst geldt alleen voor het gebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is. De Overeenkomst zal dan ook wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

PbEU C136 van 20 juni 2007 resp. PbEU C268 van 23 oktober 2008; de data in het onderhavige verdrag wijken af van die in het Publicatieblad.

Naar boven