34 036 Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties)

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2016

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de antwoorden op de vragen van de leden Van Weyenberg (D66) en Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het VVD-filmpje over de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) (Ingezonden 25 november 2016) (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 642).

Ik maak van de gelegenheid gebruik om tevens antwoord te geven op de vragen die het lid Omtzigt op 29 november 2016 heeft gesteld tijdens de Regeling van werkzaamheden in uw Kamer (Handelingen II 2016/17, nr. 28, Regeling van werkzaamheden). Voor de vraag over het uitstel van de Wet DBA verwijs ik naar het hierna gegeven antwoord op vraag 4. Als het gaat om de definitie van handhaving verwijs ik naar het hierna gegeven antwoord op vraag 12. Het lid Omtzigt vraagt voorts of het klopt dat ministeries geen zzp’ers meer zouden inhuren. Dat is niet juist, ministeries huren nog steeds zzp’ers in. Echter, bij het openstellen van een vacature vraagt men zich af (wellicht meer dan voorheen) of de uit die vacature voortvloeiende arbeidsrelatie mogelijk kwalificeert als een dienstbetrekking. Indien dat het geval is, bijvoorbeeld omdat sprake is van een gezagsverhouding, kan een dergelijke functie niet worden vervuld door een zzp’er op basis van een overeenkomst van opdracht.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven