34 028 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 18 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.H.M.W. TE W.2 BETREFFENDE VERSOEPELING VAN GESPREIDE BETALING BIJ HET CJIB

Vastgesteld 21 mei 2015

Klacht

Verzoekster vraagt om versoepeling van de voorwaarden voor gespreide betaling bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) in verband met openstaande verkeersboetes en zorgpremies.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoekster heeft in het verleden een aantal boetes opgelegd gekregen in verband met zogenaamde Mulder-zaken en niet betaalde zorgpremies waarvan zij de rechtmatigheid niet betwist, maar niet in staat is geweest deze in één keer te voldoen vanwege een zakelijk en persoonlijk faillissement en een ernstige ziekte. Het CJIB accepteert alleen een betalingsregeling onder zeer strikte voorwaarden, waardoor inmiddels een gijzeling als maartregel dreigt. Als alternatief voor wettelijke schuldsanering via de Wet schuldsanering natuurlijike personen (WSNP) is verzoekster met diverse schuldeiseres tot een minnelijke schikking gekomen, op het CJIB na.

Verzoekster heeft momenteel nog 5 Mulder-boetes openstaan voor een bedrag van circa € 2.500. Het CJIB zegt nooit een concreet verzoek voor een betalingsregeling te hebben ontvangen, noch zijn de boetes door verzoekster bestreden. Daarnaast staat verzoekster als wanbetaler bij Zorginstituut Nederland geregistreerd voor een bedrag van circa € 4.800 vanwege 31 zaken die betrekking hebben op het niet betalen van maandelijkse zorgpremies.

Overwegingen

In zijn reactie laat de Staatssecretaris weten dat het CJIB heeft besloten, vanwege de specifieke

feiten en omstandigheden waarvan het CJIB niet op de hoogte was, maatwerk te leveren door mee te denken over een betalingsregeling. Verder is verzoekster aangeraden zo snel mogelijk door haar zorgverzekeraar afgemeld te worden als wanbetaler van zorgpremies, Pas daarna kan een regeling worden vastgesteld voor betaling in termijnen van de nog openstaande vorderingen.

Oordeel van de commissie3

De commissie is van oordeel dat het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Schouw (D66), Helder (PVV), Bruins Slot (CDA), Klein (Klein), Dik-Faber (CU), Van der Linde (VVD) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Van Nispen (SP), Berndsen-Jansen (D66), Krol (50PLUS) en De Caluwé (VVD).

Naar boven