34 024 Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD)

Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID MEI LI VOS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 22 januari 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, komt in onderdeel b het achtste lid te luiden:

  • 8. Het ontwerp van een krachtens het zesde of zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste de helft van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend

Toelichting

Dit amendement koppelt een zware voorhangbepaling aan de algemene maatregel van bestuur die zal worden opgesteld op basis van het voorgestelde artikel 16, zesde en zevende lid, van de Postwet 2009.

Het neerwaarts bijstellen van de UPD kan leiden tot een versnelde substitutie. Het is niet ondenkbaar dat als de brievenbus voortaan twee keer zo ver weg (voortaan 1.000 meter) is, er nog minder brieven verstuurd zullen worden. De mogelijkheid om de UPD snel neerwaarts bij te stellen, door het aanpassen van de AMvB, kan er onbedoeld toe leiden dat de neerwaartse spiraal zich nog sneller zal manifesteren. Om dit te voorkomen, ligt betrokkenheid van de Kamer en daarmee een integrale afweging van de volksvertegenwoordiging voor de hand bij eventuele toekomstige verdere versobering van de UPD.

Formeel is er betrokkenheid van de Kamer d.m.v. het voorhangen van de AMvB. Echter in de praktijk blijkt de AMvB een ongeschikt middel te zijn voor de Kamer om bij te sturen. De norm in art. 16 wordt met dit wetsvoorstel erg vaag, terwijl de Kamer de UPD eerder juist expliciet in de wet heeft vastgelegd.

De indiener wil daarom middels dit amendement een verzwaarde voorhang verbinden aan de AMvB. Daarbij kan dan (ten minste) de helft van het aantal grondwettelijke leden van elk der Kamers omzetting in wetgeving verlangen, met dus het bijbehorende instemmings- en amenderingsrecht. Met name op het punt van de overkomstduur (95% bezorging binnen 1 werkdag) voorziet de indiener voorlopig geen wijzigingen, zeker niet zolang het aantal bezorgdagen (5 p.w.) hetzelfde blijft als nu en dit vooralsnog ook in de wet geregeld blijft. Oftewel zolang art. 16 lid 5 (5 bezorgdagen) hetzelfde blijft en in de wet zelf geregeld blijft, dan kan de 95% overkomstduur binnen 1 werkdag eveneens ongewijzigd blijven. Hoe dan ook, moet een versnelde neerwaartse spiraal door toedoen van de overheid zelf voorkomen worden.

Mei Li Vos

Naar boven