34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015)

Nr. 52 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN

Ontvangen 12 november 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Het in artikel XV, onderdeel I, opgenomen artikel 28, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «het verbranden van afvalstoffen» vervangen door: het verbranden van afvalstoffen in andere gevallen dan als bedoeld onder c.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het verbranden van afvalstoffen in een installatie waarin op grond van bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gestelde voorschriften, dan wel een op grond van laatstgenoemde wet afgegeven omgevingsvergunning, geen huishoudelijke afvalstoffen, gemengde bedrijfsafvalstoffen en gemengd sorteerresidu mogen worden verbrand: nihil.

Toelichting

Met deze wijziging blijft het nultarief in de afvalstoffenbelasting van toepassing voor het verbranden van afvalstoffen in een installatie waarin geen huishoudelijke afvalstoffen, gemengde bedrijfsafvalstoffen en gemengd sorteerresidu mogen worden verbrand. Of het niet is toegestaan deze afvalstoffen in de installatie te verbranden moet blijken uit voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of uit een op grond van laatstgenoemde wet afgegeven omgevingsvergunning. Voor de verbranding van afvalstoffen in een zogenoemde biomassa-energiecentrale, waarin dergelijke afvalstoffen niet mogen worden verbrand, blijft dus het nultarief van toepassing.

Het wetsvoorstel, zoals aangepast bij eerste nota van wijziging, regelt dat vanaf 1 januari 2015 de afvalstoffenbelasting ook wordt geheven van inrichtingen waarin blijkens een omgevingsvergunning huishoudelijk afval, gemengde bedrijfsafval of gemengd sorteerresidu mag worden verbrand. Biomassa-energiecentrales, waarin dergelijk afval niet mag worden verbrand, zijn in principe dus niet aan deze belasting onderworpen. In de afvalstoffenbelasting wordt echter de belastingplicht geregeld op het niveau van de inrichting. Daardoor worden biomassa-energiecentrales in de heffing betrokken als zij zijn geplaatst binnen een inrichting waarin op grond van de omgevingsvergunning in een andere installatie huishoudelijk afval, gemengd bedrijfsafval of gemengd sorteerresidu mag worden verbrand. Met de voorgestelde wijziging wordt geregeld dat in die situatie het huidige nultarief blijft gelden voor afvalstoffen die worden verbrand in een installatie waarin geen huishoudelijk afval, geen gemengd bedrijfsafval en geen gemengd sorteerresidu mag worden verbrand.

Omdat bij de raming van de opbrengst van het tarief voor verbranding is uitgegaan van de hoeveelheden afvalstoffen die worden verbrand in installaties waarin huishoudelijk afval, gemengd bedrijfsafval of gemengd sorteerresidu mag worden verbrand, heeft de voorgestelde wijziging geen budgettaire gevolgen.

Schouten

Naar boven