34 000 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2015

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas- en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire wet.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties (intensiveringen en overschrijdingen) ten opzichte van de tweede suppletoire wet voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII). De genoemde mutaties zullen worden verwerkt in de Slotwet. Conform de tweede suppletoire wet zal naar verwachting in 2014 een ODA-prestatie van 0,63% van het BNP worden gerealiseerd.

Artikel 1.4

De uitgaven aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) komen in 2014 als gevolg van een hogere liquiditeitsbehoefte bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uit op EUR 83 mln, een overschrijding van EUR 3 mln ten opzichte van de Najaarsnota. Van het oorspronkelijke budget van EUR 100 mln wordt via de eigen eindejaarsmarge van het fonds EUR 17 mln meegenomen naar volgende jaren.

Artikel 2.3

Op artikel 2.3 wordt het kasbudget in 2014 met EUR 12 mln overschreden. Reden hiervan is dat de betaling voor de zesde middelenaanvulling van het Global Environment Fund (GEF), die aanvankelijk was gepland voor 2015, reeds geheel in 2014 zal worden voldaan. Hiermee wordt in 2015 de benodigde budgettaire ruimte gecreëerd om de vertraging in het Grote Meren-programma (die werd gemeld in de tweede suppletoire wet) op te vangen.

Artikel 4.1

Op artikel 4.1 vindt een overschrijding plaats van het kasbudget. Deze overschrijding van EUR 2 mln (non-ODA) wordt veroorzaakt door de tweede inzet van de JSS Karel Doorman ten behoeve van het vervoer van humanitaire goederen naar de door ebola getroffen gebieden in West-Afrika. Hiervoor wordt dekking gevonden in onderuitputting op de non-ODA-budgetten op de sub-artikelen 1.1 en 1.2.

Tot slot vindt op verschillende sub-artikelen een bijstelling van de verplichtingenbudgetten plaats, die nog niet was verwerkt in de Najaarsnota. Onderstaand overzicht toont de verwachte stand van de aangegane verplichtingen versus de ontwerpbegroting en Najaarsnota in 2014 (in EUR mln):

 

Stand ontwerpbegroting

Stand Najaarsnota

Stand Decemberbrief

Artikel 1

947

1.814

796

Artikel 4

800

678

533

De bijstellingen ten opzichte van de Najaarsnota zijn technisch van aard en hebben te maken met de overheveling van verplichtingen van oude naar nieuwe budgetten. Daarnaast is binnen artikel 4.3 een nieuwe meerjarige committering aangegaan voor het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF), zoals gemeld in de artikel 100-brief over de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan van 1 september jl. (Kamerstuk 29 521, nr. 254), van maximaal EUR 80 mln voor vier jaar.

Naar boven