34 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Jaarplan 2015 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied1. Het Jaarplan omvat de uitwerking van de beleidsvoornemens die conform de rijkswet Kustwacht door de Rijksministerraad zijn vastgesteld. Het Jaarplan is opgesteld op grond van de taken van de Kustwacht, de algemene beleidskaders, de prioriteiten uit het Justitieel beleidsplan 2014–2017 en het beleid van de bij de Kustwacht betrokken Landen en ministeries.

Op basis hiervan zijn in het Jaarplan de volgende prioriteiten en aandachtspunten geformuleerd:

  • De bestrijding van drugssmokkel, vuurwapensmokkel, mensensmokkel, mensenhandel en andere vormen van illegale immigratie, blijven de operationele speerpunten van de opsporing.

  • Het verlenen van hulp bij noodgevallen (Search and Rescue).

  • De bestrijding van (bedrijfsmatige vormen) van illegale visserij in de Exclusieve Visserijzones en het toezicht op de Sababank zijn speerpunten voor de handhavingstaken.

  • In 2014 is het Openbaar Ministerie (OM) van Aruba gestart om het verbeterplan uit te werken (en naar de andere landen uit te dragen) met als doel om binnen de landen de onderlinge samenwerking tussen de rechtshandhavingsorganisaties en de aansturing vanuit het OM eenduidig te verstevigen. Voor de verdere ontwikkeling van het informatie gestuurde optreden van de Kustwacht en de resultaten hiervan, is dit cruciaal. Als deze opzet door de landen in 2015 breed wordt gedragen en doorgevoerd, zal dit mogelijk tot aanpassingen leiden in de bedrijfsvoering van de Kustwacht.

  • Bij het opstellen van het Jaarplan 2015 bestond nog geen overeenstemming over het doorvoeren van de aanbevelingen uit de evaluatie van de pilots die toezien op het decentraliseren van taken naar de steunpunten. Curaçao en Sint Maarten zullen hierop nog reageren. Indien dit tot overeenstemming leidt, zullen in overleg met de betrokken landen en de vakbonden in 2015 de aanbevelingen worden doorgevoerd. Deze zien -in het verlengde van vorig punt-onder andere op het verbeteren van de informatiehuishouding en het realiseren van een meer directe aansturing door de lokale OM’s. Alsdan zal in overleg met de landen en de vakbonden de bedrijfsvoering van de Kustwacht hierop budgetneutraal worden aangepast.

  • Het aanbestedingstraject voor twaalf nieuwe interceptor vaartuigen wordt verder uitgewerkt.

  • Defensie onderzoekt in samenwerking met de Kustwacht de mogelijkheden om in de nabije toekomst (een deel van de) luchtverkenningscapaciteit met «unmanned aerial vehicles» (UAV’s) uit te voeren. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de toezegging tijdens het Algemeen Overleg Kustwacht CARIB van 26 juni 2014 (Kamerstuk 33 750 X, nr. 70).

Dit Jaarplan vormt de basis voor de Kustwacht om ook in 2015 haar taken als onderdeel van de rechtshandhavingsketen en als maritieme hulpverleningsorganisatie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland te kunnen blijven uitvoeren. Zoals reeds uiteengezet acht ik het daarbij wel relevant dat de coördinatie en aansturing bij de inzet vanuit het lokale gezag wordt verstevigd.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven