Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2014
Op 30 oktober jl. heeft de vaste commissie voor Defensie mij verzocht haar voor het
wetgevingsoverleg over personeel van 3 november a.s. te informeren over het onderzoek
naar defensiepersoneel in financiële problemen en de beëindiging van de samenwerking
met het ROC Drenthe College. In deze brief geef ik op beide punten een korte toelichting.
Onderzoek financiële situatie defensiemedewerkers
Naar aanleiding van mondelinge vragen in uw Kamer op 15 april jl. heb ik toegezegd
onderzoek te zullen doen naar de financiële situatie van defensiemedewerkers. Aanleiding
daarvoor waren berichten dat veel militairen in een schuldsaneringstraject zouden
zitten.
Het onderzoek is inmiddels voltooid en heeft uitgewezen dat er op dit moment ongeveer
35 defensiemedewerkers in een wettelijk schuldsaneringstraject zitten. Dit is een
relatief beperkt aantal. Daaronder bevinden zich, in tegenstelling tot wat in de berichten
werd gesuggereerd, geen militairen van het 11de Pantsergeniebataljon. Ook andere indicatoren voor financiële problemen, zoals loonbeslagen
en hulpvragen aan de bedrijfsmaatschappelijke dienst of de personeelsfondsen, laten
geen grote verschuivingen zien. Daarnaast is het enkele feit dat een medewerker in
een schuldsaneringstraject zit, geen aanleiding voor het intrekken van de verklaring
van geen bezwaar.
Hoewel uit dit onderzoek dus niet blijkt dat er sprake is van een groot probleem,
zijn de signalen van het personeel en de militaire vakbonden wel degelijk aanleiding
om er aandacht aan te besteden. Ook in de personeelszorg is er aandacht voor het voorkómen
en oplossen van financiële problemen van medewerkers.
Beëindiging samenwerking met ROC Drenthe College
De samenwerking met Regionale Opleidingscentra bij de opleidingen Veiligheid en Vakmanschap
(VeVA) is succesvol en zal ook in de toekomst van groot belang zijn voor de instroom
van defensiepersoneel. Zoals ik in mijn brief over de agenda van de toekomst van het
personeelsbeleid van 28 oktober jl. heb gemeld, wil Defensie dit concept in de toekomst
uitbreiden naar doorstroomopleidingen. Om deze intensivering mogelijk te maken, is
het echter nodig om de bestaande samenwerking doelmatiger in te richten door het aantal
ROC’s waarmee wordt samengewerkt te verminderen. Landelijke dekking en spreiding blijven
daarbij belangrijke uitgangspunten. Het ROC Drenthe College in Emmen is een van de
ROC’s waarmee de samenwerking met ingang van het schooljaar 2015–2016 wordt beëindigd.
De regionale dekking bestaat daarna uit de VeVa-opleiding bij de ROC’s in Zwolle en
Groningen. Ik zal u op korte termijn uitgebreider informeren over de herinrichting
van de samenwerking met de ROC’s. Ik zal dan een totaalbeeld schetsen en ingaan op
de vragen in de brief van de gemeente Emmen.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert